donderdag 24 april 2008

Vaders, houd uw dochters binnen

De Lommelen is terug in 't land.


Eigenlijk ben ik hier exact twee weken te laat mee, maar ik heb ergens een reactie horen waaien dat het spijtig was dat den blog geen einde had. En dat was eigenlijk wel waar.

Er zijn nog hopen verhalen te vertellen, maar ik ga niet langer den interessante uithangen, de rest is voor aan den toog, tijdens de les, op den trein, ...

Ik hoop dat gelle der op dees manier ook wat van genoten hebt.


Lommelen

maandag 7 april 2008

studia reliquimus, patria repetimus

Beste vrienden

De vlucht zou moeten landen deze woensdag om een uur of 9 ´s morgens in Brussel.
Dat betekent woensdagmiddag terug thuis, donderdag, vrijdag of zondagavond terug in Leuven en zaterdag terug op de scouts.

Sa broederkes, ergo bibamus!

zaterdag 5 april 2008

aan de pillen

Ale, door het reizen genen tijd niemeer om nog veel te zeveren (hoera) en dus een extreem kort nieuwske:


We zijn in Quito vriendelijk ontvangen door de familie Pavón (zie eerste verslag) en wonen daar nu een paar dagen, tussen de reiskes door.
We zijn naar de kust geweest, waar er bijna alleen negers wonen, en hebben nog eens in de zee gezwommen.
We zijn naar Otavalo geweest, de grootste en beroemdste handwerkmarkt van Latijns-Amerika.
Vandaag zijn we naar de grootste waterval van Ecuador gewandeld, in de jungle. 150 meter den dieperik in, schoon.
Met al dat gekust en gejungle hangen we nu ook vollembak aan de malariapillen, de bijwerkingen zijn hallucinaties en dergelijk. Als we dus mottig doen bij terugkomst ...

Tenslotte is ons vader het Ecuadoriaans eten al een tiental dagen kotsmuug en dat vind ik best wel lollig. Ik kan er nog altijd van genieten.
(doch voor de beafsteak frit bij thuiskomst wil ik alvast reserveren, het moet wel ne frit van een fritkot zijn en ik wil hem zelf gaan halen)


Klenne, merci dat ge er "zo gastvrij mogelijk" gaat uitzien. Ik zal er van mijne kant zo stinkend en mottig mogelijk bij lopen om niet te zwaar omhelst en afgelekt te worden.


Vermoedelijk gaat er geen verslag niemeer van komen, dus tot thuis, tot in Leuven, tot in de hut, of tot in Mol.

dinsdag 1 april 2008

Salu

Over Cajas, Incaruines, en vooral afscheid


Ik gaan het kort houden want ik moet ons vader in `t oog houden. Ik moet die zeggen wat hem mag eten en wa nie, waar hem mag komen en waar nie, hoeveel geld hem daarvoor moet meepakken en zeggen dat hem voor den donker thuis moet zijn. Da valt nog nie mee.


Wafels

Vrijdagavond zijn we gaan wafels bakken bij de tantes Ramirez, èèn daarvan is die moeder die ik beloofd had te leren wafels bakken. Dikke feest, allemaal zo zot als een deur. We moesten wat vroeger komen, want we moesten komen eten. Ne zaligen barbeque.
De familie Bernal, waar we afgesproken hadden voor het wafels bakken, hebben ne nieuwen hond gekocht, aangezien de vorige onder nen auto gesukkeld is. De kinderen (twee daarvan waren mijn scouts) hebben hem Ben genoemd.


Cajas

De volgenden dag hebben we ons wandelschoenen aangetrokken en zijn we naar Cajas gegaan. Mijne zesde keer al, geloof ik, maar het blijft plezant. Met ons vader een wandeling van een vijftal uur gedaan, de mens kon goed volgen, ondanks de ijle lucht waar hem nog niet aan gewend is. Hij zal nog goed met de velo gereden hebben denk. Uiteraard hebben we gelift, maar omdat we redelijk laat waren kunnen vertrekken en ik `s avonds een volgend afscheidsfeestje had hebben we het toch nog grotendeels met de bus gedaan. Slechts een kwartierke in de laadbak, maar dat moest ons vader hebben meegemaakt, vond ik.
Voor foto`s van deze wandeling: zie het verslag van “chanceo p 4000 meter”, ergens in de eerste maanden. Dat was dezelfde, we hebben nu genen tijd om foto`s toe te voegen.


Feest

Die avond was `t afscheidsfeestje van de mannen van `t muuziekgroepke. Althans volgens de uitnodiging van de Jorge Luis, die wederom alles regelde. Bij aankomst bleek het om een dik feestje bij hem thuis te gaan, met vooral volk uit zijn scoutsgroep, maten van overal en iedereen en natuurlijk het muziekgroepke. Ongelooflijk plezant. Ons vader is nie mee gegaan omdat het vond dat hem niks te zoeken had op mijn afscheid. Misschien was dat wel de beste optie, want ik kwam om zes uur `s morgens thuis. Ik denk dat hem ook moe was van `t reizen, `t zal de leeftijd zijn eh.


Pech en chance

Acht uur `s morgens. Twee uur slaap, tijd om naar Ingapirca te vertrekken, de grootste en best bewaarde incaruiïnes van Ecuador. Na een stevige busrit van een uur of twee komen we aan om half twaalf, met de aankondiging dat de bus terug vertrekt om één uur. Dat leek ons niet al te veel tijd. Bovendien was ik mijne kodak in de haast vergeten en hadden we onze gratis gids (want hij wilt Engels leren) niemeer kunnen contacteren. Nogal wat pech dus.
Van den andere kant bleek anderhalf uur voldoende, vonden we al rap een wegwerpkodakske en sloten we aan bij een groep met gids zonder dat daar iemand iets van zei. Ook nogal wat chance dus.
Tenslotte heb ik met een gladgestreken gezicht met sproeten aan den inkom den toegangsprijs “voor twee nationalen” kunnen versieren. Dat werkte, hoe gek is da. Voor de prijs van twee pinten allebei binnen.


Tot in Zweden

Die avond was het afscheid van de mannen van groep zes (nog eens) en van de Pepe en de Coco. Met die van de zes ben ik gaan eten (ons vader ging weer nie mee, om begrijpelijke redenen) en nadien een filmke gaan zien op mijn kot. Die mannen hadden ook allemaal cadeaus bij, echt prachtige dings. Een scoutsklak, foto`s, souvenirts van Ecuador, een vlag van Ecuador die nog gediend heeft op de weredljamboree, … Ik van mijne kant had dasringen voor iedereen geknoopt. Wat mij betreft een pak schraler, maar wel heel persoonlijk, ik ken niemand die die knopen nog kan leggen. En ik heb er toch een 40 dollar in moeten steken, want dat is met degeleijke klimkoord gemaakt die in Cuenca enorm duur is. En tenslotte heb ik ook nog eens een T-shirt gewisseld met de José, de groepsleider.
Tot in Zweden, dat heb ik hier dikwijls moeten horen. In 2011 is daar de volgende wereldjamboree, waar veel volk naartoe wilt uit Cuenca.
Ik heb die avond ook 300 dollar afgegeven namens de scouts van Mol. Dat zou het begin van een uitwisseling moeten zijn. De mannen waren er alvast geweldig enthousiast over. Ze gingen zelfs in het Engels verslag uitbrengen van wat ze er zoal mee gaan aanvangen.

Die nacht was het tijd voor het afscheid van de Pepe en de Coco. Helaas was de Coco in slaap gevallen, want hij beantwoorde zijne GSM nie. Met de Pepe heb ik dan wat zitten klappen, een afscheidswoord in mekanders boek geschreven en in mineur afscheid genomen. Van beide kanten met weinig goesting.(in afscheid en in drank)


Quito

De volgende morgen, drie uur later, staan we op om ons (vooral mijn) valiezen te pakken, de laatste prullen te regelen en te vertrekken naar Quito. Zot hoe lang dat geduurd heeft, de volle acht uur. Tegen twee uur geraken we dan toch op de bus. Ik moest hier nog kweet niet wat allemaal regelen, geleende dingen terugbrengen (zoals bijvoorbeeld een gitaar), de laatste panfluit kopen, afscheid van enkele mensen nog, … Dat heeft toch nen impact gehad, dat verblijf, ook al was `t maar zeven maanden.

Intussen zitten we in Quito. We zouden vorige nacht naar Esmeraldas vertrokken willen zijn, maar door slechte wegen en vooral ook aardvershuivingen en overstromingen in Quito kwam de bus nogal laat aan: half 1. Te laat om nog bij Lida binnen te vallen, een scoutsvriendin waar we onze overtollige bagage mochten achterlaten tijdens het reizen. Dezelfde bij wie we in septemder bijna een week gewoond hebben. Een hotelleke dan maar, en deze morgen naar de familie Pavón. Nu zitten we op de bus te wachten, over een half uur vertrekken we naar Esmeraldas, naar de negerkes.


Binnenkort dus een verslag uit een stukske Afrika in Ecuador.


De groeten van vader en zoon