zondag 30 december 2007

Totorias 2007

Woensdag 26 december, ik ga naar het werk. We hebben dan toch geen kerstverlof, blijkbaar. Enkel de feestdagen en telkens een dag ervoor en erna zijn vrij. De hoofdreden waarom ik naar het werk ging was eigenlijk om verlof te vragen, want ik wilde nog dezelfde dag op kamp vertrekken. (ik had dat de vorige week niet kunnen regelen, ervan uitgaande dat het vrijdag nog werkendag was, maar dat bleek niet het geval te zijn, en niemand had het nodig gevonden om mij dat op voorhand te zeggen)

Maar goed, ik vraag dus twee dagen verlof en dat is direct in orde. “Natuurlijk,” zei den baas.

Diezelfde middag nog ontmoet ik Luna in het park San Sebastián, om samen naar het kamp te vertrekken, dat intussen al een halve dag bezig is. Luna, dat is haar scoutsnaam, zoiets als een totem, ze heet eigenlijk Anne en komt van Duitsland, de buurt van Hamburg. (dat betekent dus dat ik waarschijnlijk volgende zomer op kamp ga om Duits te leren, zoals ik vorige zomer Spaans heb geleerd, Luna was er alvast enthousiast over.)

Totorias, op een half uurke van Cuenca, is een boerendorpke met enkele hutjes (letterlijk) in een godvergeten uithoek. Tussen kerst en nieuwjaar kamperen, op 3500 meter hoogte, en het gevoel hebben dat het zomer is. Ik heb er enorm van genoten. Enkele hoogtepunten waren het nachtelijk semafoor seinen met zaklampen, de kampvuurmomenten en het door de leden uitgenodigd worden om te komen eten. Dat is hier een geweldige traditie: De mannen koken per patrouille, roepen hun kreet en presenteren zich als ze klaar zijn en geven dan de leiding eten. Dat betekent dus niet werken en toch twee menus eten. Interessante ideeën.

Den tweede dag zouden we een RAID doen, dat is een tocht om na te denken over hoe ge ervoor staat, wat ge wilt bereiken in de scouts en hoe ge dat concreet wilt doen. (scouts draait hier echt rond bijleren, vorderen als persoon en als groep, …) Vervolgens was het de bedoeling dat ons caminantes (verkenners) hun “marskaart” opstelden, een soort wet voor de “comunidad”, dat is den tak. Maar we zijn er grandioos uitgeregend. Uitgerekend de tent van de leiding liep onder en zakte zowat in elkaar; slecht materiaal. We hebben dat dan maar afgeblazen, het moraal was om zeep en we wilden geen zieken op ons geweten. We zijn dan in een verlaten hutje wat onnozel spellekes gaan doen, wat uiteindelijk op ne geweldige namiddag uitdraaide, dankzij de uitwisseling tussen België, Duitsland en Ecuador.

Toen de regen wat geminderd was heb ik, met het oog op het kampvuur, de mannen de theorie geleerd om droog hout te vinden als het geregend heeft; aan de rand van het bos op 1 meter hoogte. In België werkt dat, maar in Ecuador blijkbaar langs geen kanten. Dat was daar namelijk nogal regenwoudachtig, alles zijknat natuurlijk. Jammer van de theorie.

Nog wat interessante verschillen met een kamp bij ons:De leden zorgen zelf voor hun eten, de kampprijs is bijgevolg alleen het vervoer. (4 dollar) Die mannen koken dat op gasvuurkes, en daarvoor sleuren ze hier van die grote gasbussen mee, die ze door lasting bergachtig terrein moeten dragen; zottenwerk. (van die campinggasdingskes zijn hier te duur) Een kamp is hier blijkbaar altijd iets van een 2 of drie dagen, meer niet. Het was wel zalig om eindelijk eens een “echt” kamp, zonder elektriciteit, waterleiding en tapinstallatie te kunnen meemaken.

Een kamp met scouts van drie nationaliteiten, het is iets geweldig om mee te maken. (Hoewel we op de jamboree met 157 nationaliteiten zaten is het toch nog iets helemaal anders om met drie nationaliteiten in één tak te zitten) Het strijken van de vlag de laatste dag was trouwens een licht emotioneel moment. Mijn eigen vlag van “One world, one promise”, de wereldwijde leuze in 2007, die nog boven kampen in België, Spanje, Ecuador en de wereldjamboree in Engeland wapperde. Opgeplooid voor de laatste keer. Ja ik ben een beetje ne scoutsextremist, de gemiddelde lezer zal waarschijnlijk niet echt inzien wat daar zo geweldig aan is.

De terugreis naar Cuenca was met de volledige groep in de laadbak van een camionneke. Het zijn soms simpel dingen die het allemaal geweldig maken.



Foto´s: Totorias 2007, een internationaal kamp http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/Totorias2007CampamentoGrupo3



Gisteren ben ik met de mannen van Chuchaquiñan gaan kerst en nieuwjaar vieren, bij Magu thuis. We hebben een pop geknutseld van den Darío, om die vervolgens traditiegetrouw op de stoken, dat zou geluk brengen. Dan wordt er ook een testament voorgelezen, voor de lol, over de aanwezigen, en over het vuur gesprongen, wederom de vaste ingrediënten. Het kerstmaal was barbecue, leve het Ecuadoriaans klimaat. We hebben wat lollige drankspellekes gedaan en zijn geëindigd in een park, met een stuk in ons … aangeschoten. De Ecuadorianen drinken halve pintjes, maar bijna altijd in één teug. Die hebben dus nooit een glas voor zich staan, want ze vullen niet direct terug bij. Ik heb mij zitten afvragen wat het zou geven als ge een bende Belgen bij een bende Ecuadorianen op café zet. Ze zouden alles ad fundum uitdrinken, gelijk de Ecuadorianen en ze zouden direct bijbestellen als de pinten leeg zijn, gelijk de Belgen; pertotal in een half uur.

Foto´s: nieuwjaar met Chuchaquiñan http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/AOViejoConChuchaquiAn



Vandaag zijn we gaan basketten en muurklimmen met wat volk van de scouts. Een matchke Europa-Ecuador, dat nipt gewonnen is door de Ecuadorianen. (wat wilde, met mij in een balsportploeg) Ongelooflijk plezante dag gehad. Ik heb het hier dik getroffen met het volk dat ik heb leren kennen.
(Den aandachtige kijker en de overbezorgde moeder zullen merken dat dat zonder beveiliging is. Ik hang op een hoogte van geen twee meter; een laag klimmuurke met dikke kussens eronder.)


Morgen ga ik bij de Max en Isabel (broer en zus) van de caminantes voor den derde keer nieuwjaar vieren, opnieuw met een pop, testament en alles erop en eraan. Ik begin het gewoon te geraken. (en volgende week nog eens hetzelfde met de scouts van den drie)


Ne gelukkige nieuwjaar allemaal, als ge om 6 uur `s morgens nog wakker zijt, telt dan nog eens af voor de mannen in Ecuador. En voor de studenten: succes met de kwiskes.

dinsdag 25 december 2007

In den bak




Over kerstmis en liefdadigheid



Jaja, die Ecuadorianen toch. Normaal had ik tegen deze tijd ongeveer in Cajas gezeten, met de Pepe. “Het is kerstmaal met de familie, ik ga dus niet in den alcool vliegen, wat denkte van 6 uur, morgen?” Ik wist er nog zeven uur van te maken. Tegen half acht heb ik mij te wachten/slapen gelegd op een soort zetel naast de buitendeur, in de patio van het huis. Tegen kwart na acht ben ik hem gebold. (Patio is dat ook Nederlands? Ik heb het over het atrium, als dat duidelijker is, of het koereke, als hem nog altijd niet gevallen is)

Kerstdag, half negen ´s morgens. De eerste winkels zijn al open, ik denk dat er hier winkels zijn die echt nooit sluiten. De gemiddelde Leuvense Pakistaan is er niks tegen. Tijd voor een internetverslagske dan maar.

Zaterdagavond was het kerstmaal van het district, voor alle leiding. Al goed dat er een paar groepen gefoefeld hebben en wat leden meebrachten want daar kwam precies niet al te veel volk op af. Een groep of vijf-zes was vertegenwoordigd, van de elf, goed voor ne man of 20. Wel gezellig, een barbequeke met uitzicht op Cuenca bij nacht, in de verte. Ik heb mij bij de mannen van de Zeven gezet, voor een drie uur durende inweiding in de schunnige woorden van Ecuador. En als ik zeg schunnig dan moogde dat voor ene keer grelliger opvatten dan dat ik het uitdruk. De volle drie uur, jawel. Enorm hard gelachen.
Een sfeerbeeld van het kerstmaal van het district. Niet bepaald wat jullie zich erbij hadden voorgesteld, gok ik. Zo gaat dat hier al vier maanden.








Zondag heb ik al uit de doeken gedaan in het vorig verslag. ´k Ben het wat dooreen aan ´t slagen.

Maandag zijn we ons vierde optreden met het groepke gaan doen, het tweede voor mij. In ´t gevang, serieus. Der werd daar ne show georganiseerd voor de kerstmis van de mannen. (het was trouwens een mannengevang) Geweldige kans om dat eens van binnenuit te zien, natuurlijk. Pakkende ervaring. Het was echt gelijk in de films, of erger. Ik kreeg al een korte uiteenzetting van den Darío onderweg: een zware overpopulatie (een vijfhonderdtal man in een ruimte bestemd voor een twee- a driehonderd), een haard van infecties, verkrotte gebouwen, te weinig bewakers, … Aan de poort in de omheining moesten we onze passen laten zien en onze GSMs achterlaten. In mijn geval was dat de kodak, o doodzonde. Sommigen werden gefouilleerd. Op drugs bijvoorbeeld, niet omdat ze niet willen dat de gevangenen zich omzeep snuiven, maar omdat drugs de voornaamste inkomstenbron van de bewakers is – en die willen geen concurrentie natuurlijk. Vervolgens kregen we twee stempels op onze armen, die moesten bewijzen dat we binnen mochten. Aan een volgend tafelke kregen we een derde stempel. De hoofdpoort dan. Passen afgeven, stempels laten zien, en binnen in het portaalke. Een chaotische mengeling van hiphop en rumoer van een massa slaat ons om de oren vanachter een zwart ijzeren hek. Nen beer van ne vent in camouflagepak met zonnebril vraagt ons onze stempels te tonen en opent de laatste poort, we gaan binnen. Een "sfeerbeeld" van ´t gevang. Binnen was ´t nog vele erger.
Maar zelfs buiten was ´t er niet al te gezellig.






We komen aan in een galerij, aan weerskanten begrensd door een zuilengang, die uitgeeft op het centrale plein van de gevangenis. Vreselijk. Op een koer ter grootte van twee volleybalvelden zit een bende marginalen op zelfgemaakte houten bankskes te verduffen. De beslotenheid is enorm. Hoge muren met niet onderhouden prikkeldraad – waar hier en daar stukken plastiek of stof in hangen – ontnemen elk zicht op de buitenwereld in deze kleine, vergeten uithoek van Cuenca. Van buitenaf zag ik ook al dat het merendeel van de celramen was dichtgemetseld. Overal liggen plassen op de koer, hier en daar iets dat lijkt op etensresten. Enkele afdakjes, gemaakt van houten palen en plastiek, staan te verkommeren tegen de muur, net niet instortend. “Hoeveel misdaden pleegt men niet, in naam van de vrijheid” Zegt een vreemde slogan, in grote letters, centraal op de muur. En daaronder “Een man met zonden is een horloge zonder veer.” Ze hebben het hier voor spreuken precies. De vitaliteit was er inderdaad wel wat uit bij de jongens daar op de koer, ge zou voor minder. Links van ons valt me een wachttoren op, die uitsteekt boven de hoge muur. Ernaast zitten twee wachters op een platformke. Achter ons, in de eerste verdieping van de galerij, zitten en hangen enkele gevangenen op de balustrade. De eerste minuten heb ik mij daar echt efkes niet goed gevoeld.
O ironie, in Ecuador moet je drukke buurten mijden, omwille van het grotere risico op dieven. Wij stonden op en drukke binnenkoer van een gevangenis.
Van achter ons horen we gefluit. Een travestiet zoekt zijn of haar weg naar het podium voor een playbackact op een melig blijtnummer. Vunzige lachskes en een daverend applaus. Tijdens de apotheose van het nummer wijst ze en smekende man af en haalt ostentatief een dildo boven. Het publiek wordt wild. Daarna zijn wij aan de beurt, met folkloristische muziek.
We zijn toch goed in de smaak gevallen, blijkbaar. We hadden zelfs enkele dansers.

Terug buiten uit die hel ga ik eten en maak ik mij klaar om de Pepe, Coco, Pancho en Marco te gaan zoeken, die zouden intussen aan `t spelen moeten zijn in de grootste Pase del Niño (kerststoet) van Ecuador. Gisterenavond kwam ik bij hen binnengevallen toen ze aan ´t repeteren waren en ik werd direct uitgenodigd om een gitaar te pakken en mee te doen. Geweldig voorstel. Na het eten wandel ik tot het eindpunt van de stoet, om vervolgens heel die stoet tot vanachter af te wandelen, op zoek naar de mannen. Kilometers lang. Een massa wagens, van verenigingen, buurten, families, vorderen stapvoets. Duizenden mensen zijn verkleed in traditionele klederdracht, dansen, feesten … prachtig. Het lijkt meer op een carnavalstoet dan op kerstmis, in mijn ogen. Na een stevige wandeling bereik ik het einde van de stoet, maar vind de mannen niet. Ik zal achteraf vernemen dat zij al om half één gedaan hadden. Dat betekent dat ik minder dan de helft van de stoet gezien heb, maar bij het terugkeren telde ik meer dan 170 wagens alvorens de tel kwijt te raken, en er waren er nog veel meer voor mij. Ongelooflijk.

Ge ziet één van de wagens. Spijtig van de revolvers en de kop rechts beneden. Desondanks ne schone foto.
Meer foto´s: Pase del Niño, of kerststoet in Cuenca http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/PaseDelNiO






Ik was uitgenodigd op het kerstmaal bij den Daniël van ´t werk, maar door mijn telecommunicatief deficiet heb ik hem niet kunnen bereiken om concreet af te spreken: ik heb zijn nummer niet. En hij woont buiten Cuenca. Maar geen ramp, want vermoedelijk had ik sowieso niet kunnen gaan, omwille van de stoet (waarin ik had moeten spelen) en ik was ook uitgenodigd om bij aan te schuiven rond de kersttafel in ons huis, bij de familie van de eigenaars. Door mijn uitmuntend zedelijke gedrag, ongetwijfeld, ge kent mij. Bleek dat Marlies, een Amerikaanse met Hollandse ouders, en de Correy, nog nen Amerikaan, ook afkwamen. Een beetje kennismaken met de familie in de salon, om vervolgens aan tafel te zitten voor een bangelijk lekkere kalkoen en nog nen hoop andere lekkere dings. Om één uur in mijnen tram gekropen, om er om half zeven uit te kunnen “voor Cajas”. Marlies, ik, de Correy en nog wat familie aan de kersttafel. Beestig goed gegeten. (en let op dat koloniaal interieur; echt zot chik)

Ale, ge weet weer genoeg. Ik ga buiten zien want hier passeert sinds een half uur weer een stoet, die mannen weten van geen ophouden. Ikke ook nie.



Er komt trouwens een kerstkaart voor de mannen van de Rollekens en de grootouders. (gelieve die dat te zeggen a.u.b.) Ik heb alleen nogal wat moeite met iets te vinden waar ik in kleur kan printen, want ik wil iets met een eigen foto sturen, kaarten met kerstmannen, kerstballen en sneeuw hangen er al genoeg in de salon. De foto is gisteren gemaakt in de stoet. Tegen pasen zal ze zeker in de bus zitten.
(en anders breng ik ze wel zelf mee, naar mijn vroegere kamptraditie)

maandag 24 december 2007

Halftimefeesten

Student zijn, dat wordt men niet,
Student zijn, dat leert men niet,
Student zijn, verleert men niet,
Dat is men of men is het niet.

(Studentencodex, editie 2003, pagina 219)



Volgens aloud studentengebruik heb ik afgelopen week mijn halftime gevierd. Woensdag 19 december, dag 110 van de 219 in Ecuador. Een halve kip met frit uit een restaurant met westers eten, een soort fastfoodkeet die ik 109 dagen heb kunnen mijden, maar nu mocht het eens iets speciaals zijn. Ik heb er dan ook direct met groot geld tegen gesmeten, de volle 3 dollar.
(de frit leek verdacht sterk op onze voorgebakken frit, slappen brol, maar het gedacht was heerlijk)

De volgende dag was het kerst- en nieuwjaarsfeest van ACORDES. Dat is hier toch wel ietskes anders dan bij ons. Ne kerstboom heeft iedereen, tot zover is `t hetzelfde. Aftellen doen ze echter blijkbaar niet. (of het moet zijn dat ze het nogal serieus pakken en echt wachten tot nieuwjaar; `t zou in Leuven niet waar zijn op een pre-nieuwjaarsfeestje) Verder is het een traditie om een min of meer levensgrote pop die een persoon uit de groep uitbeeldt in de fik te steken, al dan niet behangen met briefkes van slechte ervaringen die ze willen vergeten of verbeteren in `t nieuwe jaar. Blijkbaar is het een eer om aldus als pop afgefikt te worden, en die viel deze keer aan Loly te beurt. Ze steken die pop ook vol vuurwerk dat te pas en te onpas ontploft of zich in een onvoorspelbare richting lanceert en op de koop toe moet iedereen minstens ene keer over die brandstapel springen want dat brengt geluk. Tenslotte gieten ze zichzelf en elkaar vol met Zhumir. Gemengd met cola of sprite of eender wat er beschikbaar is. De volgorde van drinken en fikken kan nogal eens variëren van groep tot groep, wat in combinatie met het handgemaakte(!) vuurwerk wel eens tot vodden durft leiden. Wij bleven er gelukkig van gespaard. Dan was er ook nog een traditionele lezing over het voorbije jaar, waarbij iedereen al dichtend ferm door het slijk wordt gehaald. (“ei gij, ei gij, …”) Het werd nog een feestje tot in de vroege morgen.
Ik heb ook samen met de Cristian ne quiz ineengestoken naar Belgisch model. Onder academici kan dat niet misgaan, dacht ik. Het sloeg echter niet aan. Die mannen konden precies alleen gemakkelijke vragen appreciëren en van competitie was geen sprake. Tot overmaat van ramp was het twaalf uur toen de quiz nog maar half was, een gevolg van Ecuadoriaanse planning, en daarom hebben we alles vroegtijdig afgeblazen om vuurwerk en poppen te gaan afsteken. "De score zullen we achteraf wel zien". Het stak allemaal schoon ineen, met een categorieënronde, a-b-c-ronde, alfabetronde, fotoronde, ... maar het heeft niet mogen zijn. Kwissen is niet voor Ecuadorianen. Dansen wel.

Foto´s: kerst- en nieuwjaarsfeest met ACORDES
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/NavidadYAOViejoConACORDES

Verder zijn we eens stevig op de lappen geweest voor de verjaardag van de Coco, die er nu ook 23 is. Kado`s geven dat doen ze hier blijkbaar niet met verjaardagen, en trakteren ook niet. Redelijk triestige vieringen, gewoon een doodnormaal avondje stappen. Een avondje bezatten is dat dan in Ecuador. (maar ik weet wel op te passen zelle moeder, want ik hoor het al) Ik zou precies liever eens in de vrouwen vliegen in plaats van in den drank, maar ik heb intussen al in de mot dat de 23-jarige vrouwen zonder kinderen in Ecuador nogal schaars lopen. En een moeder heb ik al. (één is meer dan genoeg)
v.l.n.r.: Coco, ik, naam vergeten, Yuyo


Het is hier traditie om rond kerstmis snoepkes uit te delen aan de kindjes. Dat wordt gezien als liefdadigheid voor de armen, zonder dat het geld kost want iedereen is arm. Zondag zijn we met de scouts zo`n “agasajo” (is daar een Nederlands woord voor?) gaan doen. Scouts is hier immers meer dan een tijdverdrijf op zaterdag, en zo heb ik het graag. Voor de stichting van de moeder van de Jorge Luiz (medeleider) zijn we naar een schoolke getrokken waar de kindje een kerststal aan `t opvoeren waren. Nadien hebben ons leden die dan moeten vermaken met spellekes, om te leren wat het is om leiding te zijn. Natuurlijk met de nodige hulp van ons. We hebben afgesloten met Dikke Berta - ik heb het nog niet gewaagd om dat te vertalen* - tot zover mijn inbreng.
*Roberta gordita ofzoiet?
Vervolgens heb ik met de mannen van Chaquiñan (voettocht in Quichua, de autochtone taal), die zichzelf nu ook officieel Chuchaquiñan noemen (chuchaqui is kater, naar een mopke van mezelf dat blijkbaar serieuzer werd onthaald dan verwacht), een optreden gegeven. Eindelijk het eerste optreden waar ik aan kon mee doen, ik heb er namelijk al twee moeten missen door het werk. De mannen waren zo attent om van de vier liekes er direct twee te spelen die ik nog nooit gehoord had, en zonder dat aan te kondigen, de rotzakken. Gelukkig vond ik mijn toevlucht in de chacos, een tros geitennagels die ze als percussie gebruiken. (dat wat iedereen in België altijd voor een tros schelpkes neemt) De weg terug naar huis was met heel het groepke en de scouts in de laadbak van een open camionneke. Ik blijf het geweldig vinden, die Ecuadoriaanse kuren.

Foto´s: Agasajo in San José, met mijn eerste optreden met Chuchaquiñan
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/AgasajoNavideOProyectoJorgeLuiz

Goed, we zijn intussen maandag en ik heb al een kerststoet en een tweede optreden met het groepke achter de rug, maar daar doe ik verslag over als heel de kerstsirk hier achter de rug is. Ik schat over nen dag of drie. Goei feesten allemaal!


Uw allochtoon ter plaatse.


(En omdat ik de computer van het werk niet heb is het allemaal wat moeilijker om er foto`s bij te steken. Geduld tot in januari!)

dinsdag 18 december 2007

Jezus Lommelen

Over een levende kerststal en wat flauwe zever


Zaterdag de eerste scoutsdag met een Belgische bij onze caminantes. (verkenners, ongeveer) Mari, met nadruk op de A, noemen ze ze hier. Ze heet eigenlijk Marijke, maar dat kan geen kat uitspreken. Verder was het een (Ecuadoriaans) gewone vergadering, zij het dan met hier en daar eens een taalmopke of –misverstandje. (een Duitse, twee Belgen en 5 Ecuadorianen) Ik heb een Spaanse verbasterde versie van Alouette geleerd, Aleweejtie, die mannen hadden geen idee van wat ze aan ´t brabbelen waren.

De “uittocht van het kindje” is hier een serieuze traditie. Kerstmis is nog meer dan een week verwijderd, maar sinds vorige week zijn er al regelmatig kerststoeten door de stad aan ´t trekken. Eén daarvan was die van Groep 6, ter gelegenheid van onze 25e verjaardag.
“Wat denkt ge van het kindje Jezus, Ben?” Ik vond dat een redelijk ampetante vraag om eerlijk te beantwoorden in het bijzijn van mijn min of meer gelovige scouts (jongverkenners) en wist dus niet goed wat zeggen. Bleek dat ze mij vroegen om verkleed te gaan als het kindje. Ik snap nog altijd niet waarom ik, maar het was natuurlijk best lollig deze zaterdag. Wie van elle heeft zich ooit verkleed als kerststal ...



















Zoek de zeven verschillen.


Naar die kermis kwamen dan nog eens een vijftal andere groepen uit Cuenca zien. Op het programma stond ook de “investituur”; ik krijg het niet beter vertaald (Hubert?), aangezien dat die traditie bij ons niet meer bestaat. Elke scout die een bepaald vaardigheidsinsigne of een hogere klasse had bereikt werd plechtig naar voor geroepen en kreeg door een hoge scoutspief (en bij veel scouts en weinig piefen soms een Belg) zijn nieuw insigne opgespeld. Enkele welpen (jongste tak, 6-10 jaar) werden in de groep opgenomen en door de – megafiere – ¡ouders! de das omgehangen en de klak opgezet. Scouting is hier meer dan een spellekesclub.
De dag werd afgesloten met een kampvuur, om 5 uur werd dat spel in de fik gestoken en om 6 uur was het alweer gedaan, nog voor het donker was. Kort maar krachtig, "om te vermijden dat iedereen op een verschillend uur naar huis vertrekt."

Foto´s: uittocht van het kindje, investituur en kampvuur
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/Grupo6InvestiduraYPaseDelNiO

Zondag ben ik nog eens naar mijne speeltuin getrokken, Cajas. Een iets langere wandeling deze keer, ne kilometer of 12 (maar in ruig, verlaten landschap, soms zonder paden), wederom alleen. Ik ben altijd zinnes om daar eens goed na te denken, maar der is daar zoveel te zien (en te fotograferen) dat er van denken gewoonlijk nie veel in huis komt. Tenzij dan denken hoe ik met een losse schoenzool nog 6 kilometer in de bergen ging afleggen. Op blote voeten is geen optie, ik ben Jezus niet. Met wat creativiteit en te lange veters is veel op te lossen, al chance. Deze keer heb ik geen lama´s beslopen maar ne vogel. (jaja, spectaculaire avonturen, hier in Ecaudor) Ik ga er verder niet teveel zever rond verkopen om niet in herhaling te vallen.

Foto´s: enkele rare planten in Cajas
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajas


Binnenkort kerstfeest en kerstverlof, waarschijnlijk kom ik dan terug met straffere kost.
Nog een weekske werken!



Zaterdag wist er ne Franse scout die in Quito werkt, te gast op de investituur, mij te vertellen dat onze koning het is afgebold uit onvrede met de kermistoestand in ons land. Ik geloofde hem niet direct, maar hij hield echt vol dat het serieus was. Ik vind er wel niks van op internet, dus ik geloof er nog altijd niet al te veel van. Kan er iemand daar meer over vertellen?

donderdag 13 december 2007

Chaquiñan


Nen indruk van onze repetities. Donderdag 13 december, 15:00 uur.
Van links naar rechts:
Magu (Maria Agusta) - bombo
Jorge Luiz (medeleider) - gitaar
Germán - quena, rondador (soort panfluit)
Carlos - charango
Rodrigo - gitaar
Darío - quena, zampoña
Ik - quena, zampoña

De reden dat die twee laatste dezelfde instrumenten spelen is niet omdat ik er geen fluit van bak, maar omdat ge morsdood zijt na 1 lieke op de zampoña. Ge geraakt niet alleen buiten adem, ge wordt zelfs redelijk zat.
(hier is dat van ´t blazen, in Leuven is dat van ´t zingen)

maandag 10 december 2007

Hoe is ´t met de regering, mannen?


Blijven lachen eh!

Ik heb overlaatst aan nen Amerikaan proberen uitleggen hoe België marcheert en wat er misloopt. Dat is begorie niet simpel.

Feesten

Algemene Vergadering ACORDES
op gank met volk van ´t werk
internationale gasten in Grupo 3 San Jorge
galabal voor 25 jaar Grupo 6 Mario Rizzini


Maar eerst enkele fait-divers voor we aan het grote werk beginnen:

Sinterklaas komt blijkbaar niet tot in Zuid-Amerika, ofwel ben ik niet braaf geweest.*

Ik ben deze week beginnen slabakken met mijn reisdagboek in te vullen, o ramp. Voor de eerste keer. Het moest er vroeg of laat van komen, ik ben geen vrouw. Ik heb dus wat inhaalwerk en het verslag gaat wat minder uitgebreid zijn. Chance voor jullie.

Er hangt ineens overal kerstverlichting. De klassieke lichtkabels over de weg hebben ze hier ook, maar ze hangen hier ook grote plakkaten met lichtfiguren erop. Dat flikkert dat het gene naam heeft, Cuenca is zjust een foor voor de moment.

Foto: een voorbeeld van de kerstverlichting
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/LucesNavideAs


Donderdag zijn we op retraite geweest met ACORDES. Nen helen dag plannen en evalueren met de “algemene vergadering van ACORDES”. Die komt om de twee jaar samen. Een diagnostiek van de organisatie, objectieven voor de toekomst, visie en missie bijschaven, redelijk interessant. Het ging bovendien allemaal door in een gehuurd zaalke met pool en sjotterbak. (dat is een kickertafel, Verpoest) Gezelligen boel dus.
Achteraf hebben ze mij meegepakt naar een voorstelling van de nieuwe studentenvertegenwoordigers van gestión social (sociale leiding ofzoiets, ik denk dat dat een kruising is tussen onze sociologie en politieke wetenschappen). Ik had daar niks, maar dan ook niks te zoeken, maar het was plezant om eens te kunnen zien hoe ze dat hier in Ecuador arrangeren. Ik werd bij psychologie studentenvertegenwoordiger door naar een vergadering te gaan en het was geflikt. Hier hoort daar een plechtige aankondiging door de voorzitter van het kiescomitee bij, een overzicht van de stemmen door de verantwoordelijke stemmentelster, een toespraak van elke vertegenwoordiger en nen drink achteraf. Het was voor die drink dat ze mij mee wilden, ik vond heel dat gedoe echter interessanter. Ik heb ineens ook eens met een prof gebabbeld (want zelfs die zijn aanwezig) om de les culturele antropologie mee te gaan volgen. Over Ecuadoriaanse culturen, o.a. Lijkt me wel interessant.

Foto: de vergaderdag en wat inheemse fauna
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/AsambleaGeneralACORDES


Vrijdag was het dan eindelijk zo ver. Voor den eerste keer – en straf dat het zo lang geduurd heeft – zijn we met wat volk van ´t werk op gank geweest. Voor den eerste keer los van ´t werk, tenminste. Loli, Jhoa en de Christian kwamen mij thuis afhalen en vervolgens zijn we naar een soort club gereden waar er vollembak salsa en dat soort muziek gedraaid werd. Ik ken ondanks veel moeite nog altijd het verschil niet tussen salsa, cumbia, merengue, en weetikwatnogallemaal. Maar ik begin er op te kunnen dansen. Dat zijn geweldige feestjes, aangezien het hier normaal is om uit het wilde weg iemand uit te nodigen om te dansen. Zjust gelijk in België zijn we eerst een fondke gaan leggen. Een hapke in een bar, en ik heb dat – tegen al mijn principes – met een typisch Belgische schotel gedaan: “Shawarma”. Het was sterker dan mezelf.

Foto: in de bar, voor we naar de club gingen
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/FaraConJhoaCrisLoli


Zaterdag verscheen er op de scouts ineens een blond meiske van ne meter 80, die loopt hier tamelijk in ´t zicht, want iedereen is hier zwart en ne meter 50, bij manier van spreken. Bleek dat ze scout is in Duitsland en bij onze groep wilt komen. (wij spreken onder elkaar in ´t Spaans, leve Herr Scheelen, voor de kenners) Ze brengt ook nog een Duitse en – nu komt het – Vlaamse vriendin mee. Hoe geweldig is dat. Wij gingen al door ´t lint voor een groep met twee nationaliteiten, nu zitten we al met drie, en allemaal in onze tak. Dat zal wel op het randje van het wereldunieke zijn. (in januari komt er ook nog ne Franse scout naar Cuenca, wij zitten natuurlijk al met wilde plannen) Nog plezant nieuws was het feit dat de Jorge Luiz mij, in aanwezigheid van de groepsleider, kwam vertellen dat ze een afscheidskamp voor mij willen organiseren met heel de groep, in maart. En ze gaan het “Los amigos de Ben” (de vrienden van Ben) noemen. In het Nederlands klinkt dat redelijk bescheten, maar dat is hier allemaal ongelooflijk serieus bedoeld. Dat is zowat de grootste eer en schoonste kado dat ze mij ooit kunnen geven denk ik. Dat wordt zeker blijten tijdens het afscheidslied. (Auld lang syne, internationaal en in meerdere landen een traditie op het einde van scoutskampen)

De vergadering met den 3 bestond uit het inrichten van de zaal waar dezelfde avond het galabal zou doorgaan ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan. Dat is redelijk stevig voor een Ecuadoriaanse groep dus daar werd heel wat sirk rond verkocht. De toegang kostte 5 euro, dat is hier een bom geld, maar bleek heel de avond gratis rum inclusief te zijn. U begrijpt dat er weinig geklaagd werd.
Voor het begin kwamen ze nog efkes vragen wat mijnen achternaam is. Lommelen zeg ik, maar ik controleer achteraf toch efkes het papier, ik vermoedde namelijk dat het voor iets formeel zou dienen. “Obelet” hadden ze opgeschreven. “Het probleem is dat uwe naam anders geschreven wordt dan dat ge hem uitspreekt.” Ale, ze moesten mijne volledige naam weten aan het begin van de ceremonie, ik voelde al nattigheid.

De plechtigheid begon met het volkslied, (dat ik intussen ook wat begin te kennen) heel de zaal in scoutssaluut naar de vlag gedraaid. Vervolgens kwamen er een aantal toespraken, de groepsleider, de stichter, de geschiedenis van de groep, vertegenwoordiging van het district, ne nationale afgevaardigde (ofzoiets), ... En tenslotte werden de belangrijke aanwezigen gehuldigd met het omhangen van een groepsdas, een feesteditie met een logo van de 25 jaar op de punt. De derde “belangrijke aanwezige” was Ben Lommelen. Ik kreeg het, ik was op dat moment geeneens in de zaal aanwezig, ik was in een lokaal ernaast nog dassen aan ´t knopen, want op den allerlaatste moment wilden ze ineens ne vriendschapsknoop in al die dassen “en den Ben kan dat”. Tijdens het spurten naar de zaal ben ik dan nog triomfantelijk op mijn doos gegaan op de pasgeboende vloer, waardoor heel de eretribune in de lach schoot, terwijl de mensen in de zaal niet konden zien wat er gebeurde. Heerlijk grappig allemaal.
De ceremonie werd afgesloten met de Ecuadoriaanse nationale scoutshymne, (kent iedere scout vanbuiten) wederom de hele zaal recht in scoutsgroet, deze keer naar de scoutsvlag. Genieten zalle.

Tenslotte werd er gedanst. ´k Heb weer geprofiteerd van de gelegenheid om stevig te trainen en zowaar de eerste complimenten gekregen over mijn danskunsten. Het moet wel gezegd dat die recht evenredig lijken te zijn met de hoeveelheid Ecuadoriaanse alcohol in mijn bloed. Der zal precies toch nog wat Belgische schroom af moeten. (vooral voor reggaeton, voor degenen die dat kennen) Een plezant moment was nog de aankomst van den Adrián, menne medeleider, die jarig was. In volle galabalsfeer mocht iedereen met ne lederen riem op zijn gat slaan, en daar was véél volk.

Foto´s: het galabal van Groep 6 Mario Rizzini
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/Aniversario25Grupo3


Zondag ben ik dan bij de Jorge Luiz thuis uitgenodigd om te gaan eten. Zijn moeder wilde mij perse eens zien. We hebben de overnachtingsplaats voor onze dagtocht bezocht en wat gepland voor de scouts, maar Discovery Channel was net iets interessanter. (over Chris Angel, één of andere maffe vogel die zich met vier piercings van stierenformaat verticaal onder een helikopter laat hangen, het was mijn eerste TV-uitzending in meer dan drie maanden) Vervolgens zijn we met nen derde scoutsmaat een paar pinten gaan pakken in ´t centrum. Ik moet dringend wat meer beginnen weggaan want de feestcultuur is iets speciaal op zich en ik heb het gevoel dat ik er wat meer van moet profiteren. De volgende afspraak is al gemaakt voor deze vrijdag.


Met het groepke gaat het intussen allemaal vollembak. We hebben al ne naam; Chaquiñan. Dat is Quichua, de autochtone taal van Ecuador. Het betekent reis, want de mannen willen evolueren en op termijn het land afreizen met hun muziek. Ik heb al voorgesteld om er Chuchaquiñan van te malen, chuchaqui betekent kater en ik veronderstel dat dat ook van toepassing gaat zijn op de reizen. Ik word intussen blijkbaar ook beschouwd als vast lid, hoewel ik dat zelf nooit gevraagd heb, om mij niet op te dringen. (maar wel altijd al gehoopt had) We zijn regelamtig ´s middags aan ´t repeteren op de unief, het zijn allemaal studenten hier. (filosofie en toerisme) Dat is echt schitterend, want de middagpauze duurt hier twee uur, wat in het begin wel wennen was, en daar heb ik nu een perfecte opvulling voor.
Deze zaterdag gaan we zelfs al optreden. En dat in een nabijgelegen dorp, dus ik ga ook nog wat van de wereld zien dankzij de muziek. ´t Is te hopen dat het doorgaat, er zitten namelijk nogal wat Ecuadorianen in ons groepke.




(*vader en moeder dat is gene steek want ik zien het al verkeerd overkomen ginder)

maandag 3 december 2007

Chance op 4000 meter

Chance, dat is zowat het kernwoord van mijn dagtocht in Cajas.
Maar eerst een verslagske van mijn bezoek aan Puma Pungo.


Ik ben lid van de scouts op voorwaarde dat ik nu en dan eens den toerist mag uithangen. Deze zaterdag was het weer eens zover. Ik ben Puma Pungo gaan bezoeken, het administratief hoofdkwartier van “Den Inca”, Huayna Cápac, begin zestiende eeuw. Dat ligt hier in Cuenca, maar daar schiet helaas niet al te veel van over.

Ten eerste hebben de Spanjaardan dat zelf in puin aangetroffen, verwoest door nen burgeroorlog. Vervolgens hebben die mannen dat uitgeroepen tot streengroeve. Ge snapt het al, veel chik is er heden ten dage niet meer aan.

Den inkom in het museum kost 1,5 dollar voor studenten, daar kunde nie voor sukkelen. Voor dat geld kunde een museum met religieuze kunst bezoeken, een numismatisch museum (geld), een ethnografisch museum, over de culturen in Ecuador, een archeologisch museum over de Inca´s, het archeologisch park Puma Pungo (van onze vriend Huayna Cápac), een tuin met Andesplanten en een opvangcentrum voor vogels. Dat klinkt allemaal geweldig, maar op ne voormiddag tijd hebde dat gezien. (zelfs aan mijn museumtempo)

Onder het motto “het stoemste eerst” begon ik in het museum van religieuze kunst. Niet veel speciaals. Foto: beeldengroep en schilderij http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/MuseoDelBancoCentralArteReligioso

Het was goei weer (en dat is hier eerder uitzonderlijk) dus ik besloot om vervolgens naar buiten te gaan, naar het archeologisch park. Kom ik onderweg een bende jeugd tegen, onder leiding van twee vrouwen die ik ken van het werk met ACORDES, meer zelfs, twee van diegenen die mij om een handtekening en ne foto gevraagd hadden. Ge snapt het al, ik moest met die groep mee. (en dat zinde mij wel, want zo kon ik mee profiteren van de gids die die mannen hadden)

De mannen gingen eerst naar het ethnografisch museum: ge hebt hier in zowat elke provincie een eigen cultuur. Eigenlijk wel zalig om dat met nen troep Ecuadorianen te kunnen meemaken.
Vervolgens naar het archeologisch museum, de Incaschatten gaan bezien. Wederom dankzij de Spanjaarden bestaan die schatten heden ten dage hoofdzakelijk uit aadewerken potten. Enkele kleine gouden prullekes, zoals een tumi (offermes), maar verder waren vooral de poppen interessant.
Hier zijn weinig foto´s van, want dat mocht niet en die gids was erbij, maar toch: http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/MuseuDelBancoCentralEtnogrFico

Puma Pungo dan, het administratief centrum van Den Inca. Vergane glorie. Die mens had 200 maagden tot zijn beschikking, voor het uitvoeren van religieuze rituelen, volgens de officiële versie. (mits enige creativiteit kan ik al direct wel een paar “religieuze rituelen” verzinnen die ge met maagden kunt doen) Er schoten enkel nog wat fundamenten van de huizen van die armzalige vrouwen over, een soort dorpsplein, twee halve ovens en wat terrassen. Over de rest was een middelbare school gebouwd, waarom ook niet, natuurlijk. Verder waren ze nog bijzonder trots over de vondst van een waterkanaal, met halfweg “het bad van Den Inca”. Als ge voor de precolumbiaanse geschiedenis komt kunde beter naar Mexico of Peru. Maar het was toch ferm om te zien, voor hetzelfde geld kunde nog geen pint niemeer pakken in België.
Foto´s: Een impressie van Puma Pungo http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/PumaPungo


El cajas is een nationaal park op een uurke rijden van Cuenca. Met zijn 232 meren iets werelduniek. (hoewel dat Mol ook wel een vrijftal schone meren heeft natuurlijk) Zondag had ik eindelijk (na veel weken) eens tijd om dat te bezoeken. Normaal ging ik kamperen met de Pepe en de Coco, maar de mannen konden op het laatste moment toch niet mee. Dan ben ik er maar alleen op uit getrokken, ik wilde dat al langer eens doen, wat bezinnen. En alleen in dat gigantisch park, dat is echt iets overweldigend.

Bij de parkwacht 1,5 dollar inkom gaan betalen, een planneke en wat uitleg gevraagd en op pad getrokken. Voor nen tocht van een vijftiental kilometer, maar in extreem landschap. Op weg naar het begin van de tocht (een stuk over de asfaltweg die het park doorkruist) kwam ik de Vicente tegen, ne vreemde plant die zielsgelukkig was dat hij een Fransprekende tegenkwam. Begon die mens daar Franse gedichten voor mij te citeren, volledig geëmotioneerd en met groteske gebaren. Ge komt hier echt alles tegen.
Foto: de Vicente http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/CajasVicente

Een paar bochten verder merk ik ineens een lama op, een dertigtal meter van de weg. Van het verschieten kan ik een spontaan, hardop “nondedju” niet onderdrukken. (heel grappig als ge alleen zijt) Ik haal mijn beste scoutstrukken boven en beslis dat beest te besluipen voor ne foto. Blijkt dat er zo twee rondliepen, en dat die helemaal niet schuw waren. Ik heb ze – met veel geduld – tot op twee meter kunnen benaderen.
Foto´s: mijn twee eerste lama´s (ik werd zot) http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasPrimerasLlamas
Ne kilometer verderop kom ik nog meer lama´s tegen, juist gelijk ik aan ´t wandelen op de weg. (alleen was ik niet aan ´t grazen) Blijkt dat het helemaal niet zo moeilijk is om die te benaderen. Voor niks de sluipheld uitgehangen. Maar dat was wel ongelooflijk plezant om te doen. Foto´s: tweede groep lama´s http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasSegundoGrupoDeLlamas


Na een fatsoenlijke beklimming arriveer ik eindelijk op het eigenlijk beginpunt van mijn wandeling. Tres Cruces, op 4130 meter. De minste beklimming kruipt enorm in uw kleren op die hoogte, regelmatige rustpauzes zijn onontbeerlijk. En het eerste wat ik doe is verkeerd lopen, één pad op de kaart bleken er twee in werkelijkheid te zijn. Die kaart trok overigens op niks, meer dan tien keer minder nauwkeurig dan onze Belgische NGI-stafkaarten. Maar ale, als gevolg daarvan kwam ik op het hoogste punt in de omgeving, met enkele prachtige foto´s als gevolg, en zag ik mij min of meer verplicht om een stukske van het pad af te wijken, ook altijd geweldig. (voor de mannen die mee waren naar Schotland: zoiets als toen in die moor, maar minder drassig en meer bergachtig)
Foto´s: Begin van de wandeling. http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasTresCruces

Wanneer ik dan eindelijk terug op het pad raak zie ik in de verte twee andere wandelaars. Ik nader stilaan en we maken kennis. Blijkt het nen Amerikaan te zijn – met gids – die hier is voor het geven van lessen over leiderschap en teambuilding, exact hetgene waarvoor ik ook hier ben/probeer te zijn. Dat kom ik dan tegen in de middle of nowhere, in een extreem groot godverlaten nationaal park op 4000 meter hoogte, “´t is grappig omda´t waar is”.
Die mens zijn lessen kostten wel 280 dollar voor drie dagen. Die zullen zeker ongelooflijk interessant zijn, maar dat kan het nooit waard zijn. Maar ge kent mij, een paar klapkes later ging die mens proberen om voor mij iets ta arrangeren. We zullen zien wat er van in huis komt, want de universiteit van Azuay (een andere unief in Cuenca) heeft daarover te beslissen.

Goed, de Martin en zijne kameraad Carlos besluiten na een goed uur om terug te draaien. De mannen hadden een half literke water bij voor twee man. Ik wilde mijne voorraad nog delen, maar met drie man verdergaan op twee liter water zou onverantwoord geweest zijn. Terug alleen dus.

Ik had mijn quena en zampoña meegepakt, om in dat verlaten park wat te oefenen zonder volk lastig te vallen. Met een van de schoonste foto´s als resultaat.

Foto´s: natuurbeelden en vergezichten http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasNaturalezaYVistas

Ale, om een lang verhaal relatief kort te houden, Cajas biedt een schitterende afwisseling van alle soorten landschappen; rotsen, grasvelden, drassige mosvlaktes, alles doorklieft met honderden rivierkes. Bij de aanvang van de laatste drie kilometer hoor ik ergens ver weg een fluitsignaal. Ik denk direct aan de mogelijkheid van iemand in nood en begin de omgeving af te speuren. Zeven sluitsignalen volgen en dan wordt het stil. Het zicht is ongeloofijk ver en in de immense vallei slaag ik er niet in om iemand te zien, ik wandel verder.

Ik lees intussen op de kaart dat er aan de oever van het meer waar ik in de buurt loop grotten moeten zijn. Er resten me nog twee en half uur voor het donker wordt en slechts een tweetal kilometer. Ik vorder nog goed en het weer is uitstekend. ik beslis van het pad af te wijken en de grotten te gaan zoeken. Geen grot te bespeuren, maar beneden aan het meer zie ik vissers. Ik ga erop af en vraag hen of ze weten waar de grotten zijn. “Van grotten weten wij niks, maar hier is ne wiskey en zet u.” Hernán, Angel, Wilson en Germán, plezante mannen, ik had het weer getroffen. Ze waren zowaar blij mij te zien, “hebde ons niet horen fluiten?” De Germán was 70 en kwam hier nog altijd regelmatig over de rosten geklefferd om te komen vissen. Ik heb nen helen uitleg gekregen over verschillende planten en hun medisch nut, intussen vrolijk wiskeykes drinkend. Ge moet weten dat Ecuadorianen zot zijn op buitenlanders en daarom altijd gastvrij zijn, en ten tweede zijn ze extreem trots op hun eigen cultuur. Toen ik die mannen een stukske quena- en zampoñamuziek liet horen werden ze dus helemaal wild. De Germán heeft mij zijn vangst van die dag cadeau gedaan. Ik wilde dat eerst niet, maar dat kan slecht overkomen om dat te weigeren en bijgevolg staan er deze avond drie forellekes op het menu, vers uit Cajas. (dat wordt hier beschouwd als een dure delicatesse) Wiskey wordt hier altijd gemengd met water, en toen het fleske water leeg was vulden ze bij uit het meer. Bleek dat het vorige fleske ook uit het meer kwam, ik heb dus al water uit Cajas gedronken. “Ge moet u geen zorgen maken over ameuben enzo, ik drink dat al 35 jaar,” aldus de Germán.
Ik ben bij die mannen blijven plakken en we zijn nadien samen het park uitgegaan. Intussen ben ik nog uitgenodigd om met hun auto mee naar Cuenca te rijden, dat spaarde me dus een busrit uit.
´s Avonds in Cuenca heb ik die mannen getrakteerd op een portie cascarita, varkensvlees en mote. Ik ben door den Hernán uitgenodigd om mee te gaan op een kamp in Cajas met zijn school (hij is leraar), met de vermelding dat er schoon vrouwen in het laatste jaar zaten en dat 18 jaar niet te jong is voor iemand van 23, gieren. (we zullen zien wat ervan komt want ik ken die mannen hun daadkrachtigheid intussen al) Van de Germán kreeg ik de uitnodiging om hem te bellen als ik nog eens naar Cajas ga, dan gaat hij mee en voorziet hij ons van visgerief.

Hoeveel chance kunde hebben.
Foto´s: de vissers en de terugkeer http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasLosPescadoresYElVuelto


Vandaag terug gerepeteerd met de panfluitmannen in ´t gras aan de unief. Ze gaan een groep starten en hebben gevraagd of ik niet mee doe. Ze gaan van die poncho´s kopen – gelijk de echten – dus dat maakt het allemaal nog een pak plezanter. Daar kunde toch niet nee tegen zeggen ...

En hoe extreem beestig is het om in Ecuador een kaart vanuit Thailand aan te krijgen:
Merci Rombouts, ze zijn ze juist komen brengen, ze is drie weken onderweg geweest.