zondag 30 december 2007

Totorias 2007

Woensdag 26 december, ik ga naar het werk. We hebben dan toch geen kerstverlof, blijkbaar. Enkel de feestdagen en telkens een dag ervoor en erna zijn vrij. De hoofdreden waarom ik naar het werk ging was eigenlijk om verlof te vragen, want ik wilde nog dezelfde dag op kamp vertrekken. (ik had dat de vorige week niet kunnen regelen, ervan uitgaande dat het vrijdag nog werkendag was, maar dat bleek niet het geval te zijn, en niemand had het nodig gevonden om mij dat op voorhand te zeggen)

Maar goed, ik vraag dus twee dagen verlof en dat is direct in orde. “Natuurlijk,” zei den baas.

Diezelfde middag nog ontmoet ik Luna in het park San Sebastián, om samen naar het kamp te vertrekken, dat intussen al een halve dag bezig is. Luna, dat is haar scoutsnaam, zoiets als een totem, ze heet eigenlijk Anne en komt van Duitsland, de buurt van Hamburg. (dat betekent dus dat ik waarschijnlijk volgende zomer op kamp ga om Duits te leren, zoals ik vorige zomer Spaans heb geleerd, Luna was er alvast enthousiast over.)

Totorias, op een half uurke van Cuenca, is een boerendorpke met enkele hutjes (letterlijk) in een godvergeten uithoek. Tussen kerst en nieuwjaar kamperen, op 3500 meter hoogte, en het gevoel hebben dat het zomer is. Ik heb er enorm van genoten. Enkele hoogtepunten waren het nachtelijk semafoor seinen met zaklampen, de kampvuurmomenten en het door de leden uitgenodigd worden om te komen eten. Dat is hier een geweldige traditie: De mannen koken per patrouille, roepen hun kreet en presenteren zich als ze klaar zijn en geven dan de leiding eten. Dat betekent dus niet werken en toch twee menus eten. Interessante ideeën.

Den tweede dag zouden we een RAID doen, dat is een tocht om na te denken over hoe ge ervoor staat, wat ge wilt bereiken in de scouts en hoe ge dat concreet wilt doen. (scouts draait hier echt rond bijleren, vorderen als persoon en als groep, …) Vervolgens was het de bedoeling dat ons caminantes (verkenners) hun “marskaart” opstelden, een soort wet voor de “comunidad”, dat is den tak. Maar we zijn er grandioos uitgeregend. Uitgerekend de tent van de leiding liep onder en zakte zowat in elkaar; slecht materiaal. We hebben dat dan maar afgeblazen, het moraal was om zeep en we wilden geen zieken op ons geweten. We zijn dan in een verlaten hutje wat onnozel spellekes gaan doen, wat uiteindelijk op ne geweldige namiddag uitdraaide, dankzij de uitwisseling tussen België, Duitsland en Ecuador.

Toen de regen wat geminderd was heb ik, met het oog op het kampvuur, de mannen de theorie geleerd om droog hout te vinden als het geregend heeft; aan de rand van het bos op 1 meter hoogte. In België werkt dat, maar in Ecuador blijkbaar langs geen kanten. Dat was daar namelijk nogal regenwoudachtig, alles zijknat natuurlijk. Jammer van de theorie.

Nog wat interessante verschillen met een kamp bij ons:De leden zorgen zelf voor hun eten, de kampprijs is bijgevolg alleen het vervoer. (4 dollar) Die mannen koken dat op gasvuurkes, en daarvoor sleuren ze hier van die grote gasbussen mee, die ze door lasting bergachtig terrein moeten dragen; zottenwerk. (van die campinggasdingskes zijn hier te duur) Een kamp is hier blijkbaar altijd iets van een 2 of drie dagen, meer niet. Het was wel zalig om eindelijk eens een “echt” kamp, zonder elektriciteit, waterleiding en tapinstallatie te kunnen meemaken.

Een kamp met scouts van drie nationaliteiten, het is iets geweldig om mee te maken. (Hoewel we op de jamboree met 157 nationaliteiten zaten is het toch nog iets helemaal anders om met drie nationaliteiten in één tak te zitten) Het strijken van de vlag de laatste dag was trouwens een licht emotioneel moment. Mijn eigen vlag van “One world, one promise”, de wereldwijde leuze in 2007, die nog boven kampen in België, Spanje, Ecuador en de wereldjamboree in Engeland wapperde. Opgeplooid voor de laatste keer. Ja ik ben een beetje ne scoutsextremist, de gemiddelde lezer zal waarschijnlijk niet echt inzien wat daar zo geweldig aan is.

De terugreis naar Cuenca was met de volledige groep in de laadbak van een camionneke. Het zijn soms simpel dingen die het allemaal geweldig maken.



Foto´s: Totorias 2007, een internationaal kamp http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/Totorias2007CampamentoGrupo3



Gisteren ben ik met de mannen van Chuchaquiñan gaan kerst en nieuwjaar vieren, bij Magu thuis. We hebben een pop geknutseld van den Darío, om die vervolgens traditiegetrouw op de stoken, dat zou geluk brengen. Dan wordt er ook een testament voorgelezen, voor de lol, over de aanwezigen, en over het vuur gesprongen, wederom de vaste ingrediënten. Het kerstmaal was barbecue, leve het Ecuadoriaans klimaat. We hebben wat lollige drankspellekes gedaan en zijn geëindigd in een park, met een stuk in ons … aangeschoten. De Ecuadorianen drinken halve pintjes, maar bijna altijd in één teug. Die hebben dus nooit een glas voor zich staan, want ze vullen niet direct terug bij. Ik heb mij zitten afvragen wat het zou geven als ge een bende Belgen bij een bende Ecuadorianen op café zet. Ze zouden alles ad fundum uitdrinken, gelijk de Ecuadorianen en ze zouden direct bijbestellen als de pinten leeg zijn, gelijk de Belgen; pertotal in een half uur.

Foto´s: nieuwjaar met Chuchaquiñan http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/AOViejoConChuchaquiAn



Vandaag zijn we gaan basketten en muurklimmen met wat volk van de scouts. Een matchke Europa-Ecuador, dat nipt gewonnen is door de Ecuadorianen. (wat wilde, met mij in een balsportploeg) Ongelooflijk plezante dag gehad. Ik heb het hier dik getroffen met het volk dat ik heb leren kennen.
(Den aandachtige kijker en de overbezorgde moeder zullen merken dat dat zonder beveiliging is. Ik hang op een hoogte van geen twee meter; een laag klimmuurke met dikke kussens eronder.)


Morgen ga ik bij de Max en Isabel (broer en zus) van de caminantes voor den derde keer nieuwjaar vieren, opnieuw met een pop, testament en alles erop en eraan. Ik begin het gewoon te geraken. (en volgende week nog eens hetzelfde met de scouts van den drie)


Ne gelukkige nieuwjaar allemaal, als ge om 6 uur `s morgens nog wakker zijt, telt dan nog eens af voor de mannen in Ecuador. En voor de studenten: succes met de kwiskes.

dinsdag 25 december 2007

In den bak




Over kerstmis en liefdadigheid



Jaja, die Ecuadorianen toch. Normaal had ik tegen deze tijd ongeveer in Cajas gezeten, met de Pepe. “Het is kerstmaal met de familie, ik ga dus niet in den alcool vliegen, wat denkte van 6 uur, morgen?” Ik wist er nog zeven uur van te maken. Tegen half acht heb ik mij te wachten/slapen gelegd op een soort zetel naast de buitendeur, in de patio van het huis. Tegen kwart na acht ben ik hem gebold. (Patio is dat ook Nederlands? Ik heb het over het atrium, als dat duidelijker is, of het koereke, als hem nog altijd niet gevallen is)

Kerstdag, half negen ´s morgens. De eerste winkels zijn al open, ik denk dat er hier winkels zijn die echt nooit sluiten. De gemiddelde Leuvense Pakistaan is er niks tegen. Tijd voor een internetverslagske dan maar.

Zaterdagavond was het kerstmaal van het district, voor alle leiding. Al goed dat er een paar groepen gefoefeld hebben en wat leden meebrachten want daar kwam precies niet al te veel volk op af. Een groep of vijf-zes was vertegenwoordigd, van de elf, goed voor ne man of 20. Wel gezellig, een barbequeke met uitzicht op Cuenca bij nacht, in de verte. Ik heb mij bij de mannen van de Zeven gezet, voor een drie uur durende inweiding in de schunnige woorden van Ecuador. En als ik zeg schunnig dan moogde dat voor ene keer grelliger opvatten dan dat ik het uitdruk. De volle drie uur, jawel. Enorm hard gelachen.
Een sfeerbeeld van het kerstmaal van het district. Niet bepaald wat jullie zich erbij hadden voorgesteld, gok ik. Zo gaat dat hier al vier maanden.








Zondag heb ik al uit de doeken gedaan in het vorig verslag. ´k Ben het wat dooreen aan ´t slagen.

Maandag zijn we ons vierde optreden met het groepke gaan doen, het tweede voor mij. In ´t gevang, serieus. Der werd daar ne show georganiseerd voor de kerstmis van de mannen. (het was trouwens een mannengevang) Geweldige kans om dat eens van binnenuit te zien, natuurlijk. Pakkende ervaring. Het was echt gelijk in de films, of erger. Ik kreeg al een korte uiteenzetting van den Darío onderweg: een zware overpopulatie (een vijfhonderdtal man in een ruimte bestemd voor een twee- a driehonderd), een haard van infecties, verkrotte gebouwen, te weinig bewakers, … Aan de poort in de omheining moesten we onze passen laten zien en onze GSMs achterlaten. In mijn geval was dat de kodak, o doodzonde. Sommigen werden gefouilleerd. Op drugs bijvoorbeeld, niet omdat ze niet willen dat de gevangenen zich omzeep snuiven, maar omdat drugs de voornaamste inkomstenbron van de bewakers is – en die willen geen concurrentie natuurlijk. Vervolgens kregen we twee stempels op onze armen, die moesten bewijzen dat we binnen mochten. Aan een volgend tafelke kregen we een derde stempel. De hoofdpoort dan. Passen afgeven, stempels laten zien, en binnen in het portaalke. Een chaotische mengeling van hiphop en rumoer van een massa slaat ons om de oren vanachter een zwart ijzeren hek. Nen beer van ne vent in camouflagepak met zonnebril vraagt ons onze stempels te tonen en opent de laatste poort, we gaan binnen. Een "sfeerbeeld" van ´t gevang. Binnen was ´t nog vele erger.
Maar zelfs buiten was ´t er niet al te gezellig.






We komen aan in een galerij, aan weerskanten begrensd door een zuilengang, die uitgeeft op het centrale plein van de gevangenis. Vreselijk. Op een koer ter grootte van twee volleybalvelden zit een bende marginalen op zelfgemaakte houten bankskes te verduffen. De beslotenheid is enorm. Hoge muren met niet onderhouden prikkeldraad – waar hier en daar stukken plastiek of stof in hangen – ontnemen elk zicht op de buitenwereld in deze kleine, vergeten uithoek van Cuenca. Van buitenaf zag ik ook al dat het merendeel van de celramen was dichtgemetseld. Overal liggen plassen op de koer, hier en daar iets dat lijkt op etensresten. Enkele afdakjes, gemaakt van houten palen en plastiek, staan te verkommeren tegen de muur, net niet instortend. “Hoeveel misdaden pleegt men niet, in naam van de vrijheid” Zegt een vreemde slogan, in grote letters, centraal op de muur. En daaronder “Een man met zonden is een horloge zonder veer.” Ze hebben het hier voor spreuken precies. De vitaliteit was er inderdaad wel wat uit bij de jongens daar op de koer, ge zou voor minder. Links van ons valt me een wachttoren op, die uitsteekt boven de hoge muur. Ernaast zitten twee wachters op een platformke. Achter ons, in de eerste verdieping van de galerij, zitten en hangen enkele gevangenen op de balustrade. De eerste minuten heb ik mij daar echt efkes niet goed gevoeld.
O ironie, in Ecuador moet je drukke buurten mijden, omwille van het grotere risico op dieven. Wij stonden op en drukke binnenkoer van een gevangenis.
Van achter ons horen we gefluit. Een travestiet zoekt zijn of haar weg naar het podium voor een playbackact op een melig blijtnummer. Vunzige lachskes en een daverend applaus. Tijdens de apotheose van het nummer wijst ze en smekende man af en haalt ostentatief een dildo boven. Het publiek wordt wild. Daarna zijn wij aan de beurt, met folkloristische muziek.
We zijn toch goed in de smaak gevallen, blijkbaar. We hadden zelfs enkele dansers.

Terug buiten uit die hel ga ik eten en maak ik mij klaar om de Pepe, Coco, Pancho en Marco te gaan zoeken, die zouden intussen aan `t spelen moeten zijn in de grootste Pase del Niño (kerststoet) van Ecuador. Gisterenavond kwam ik bij hen binnengevallen toen ze aan ´t repeteren waren en ik werd direct uitgenodigd om een gitaar te pakken en mee te doen. Geweldig voorstel. Na het eten wandel ik tot het eindpunt van de stoet, om vervolgens heel die stoet tot vanachter af te wandelen, op zoek naar de mannen. Kilometers lang. Een massa wagens, van verenigingen, buurten, families, vorderen stapvoets. Duizenden mensen zijn verkleed in traditionele klederdracht, dansen, feesten … prachtig. Het lijkt meer op een carnavalstoet dan op kerstmis, in mijn ogen. Na een stevige wandeling bereik ik het einde van de stoet, maar vind de mannen niet. Ik zal achteraf vernemen dat zij al om half één gedaan hadden. Dat betekent dat ik minder dan de helft van de stoet gezien heb, maar bij het terugkeren telde ik meer dan 170 wagens alvorens de tel kwijt te raken, en er waren er nog veel meer voor mij. Ongelooflijk.

Ge ziet één van de wagens. Spijtig van de revolvers en de kop rechts beneden. Desondanks ne schone foto.
Meer foto´s: Pase del Niño, of kerststoet in Cuenca http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/PaseDelNiO






Ik was uitgenodigd op het kerstmaal bij den Daniël van ´t werk, maar door mijn telecommunicatief deficiet heb ik hem niet kunnen bereiken om concreet af te spreken: ik heb zijn nummer niet. En hij woont buiten Cuenca. Maar geen ramp, want vermoedelijk had ik sowieso niet kunnen gaan, omwille van de stoet (waarin ik had moeten spelen) en ik was ook uitgenodigd om bij aan te schuiven rond de kersttafel in ons huis, bij de familie van de eigenaars. Door mijn uitmuntend zedelijke gedrag, ongetwijfeld, ge kent mij. Bleek dat Marlies, een Amerikaanse met Hollandse ouders, en de Correy, nog nen Amerikaan, ook afkwamen. Een beetje kennismaken met de familie in de salon, om vervolgens aan tafel te zitten voor een bangelijk lekkere kalkoen en nog nen hoop andere lekkere dings. Om één uur in mijnen tram gekropen, om er om half zeven uit te kunnen “voor Cajas”. Marlies, ik, de Correy en nog wat familie aan de kersttafel. Beestig goed gegeten. (en let op dat koloniaal interieur; echt zot chik)

Ale, ge weet weer genoeg. Ik ga buiten zien want hier passeert sinds een half uur weer een stoet, die mannen weten van geen ophouden. Ikke ook nie.



Er komt trouwens een kerstkaart voor de mannen van de Rollekens en de grootouders. (gelieve die dat te zeggen a.u.b.) Ik heb alleen nogal wat moeite met iets te vinden waar ik in kleur kan printen, want ik wil iets met een eigen foto sturen, kaarten met kerstmannen, kerstballen en sneeuw hangen er al genoeg in de salon. De foto is gisteren gemaakt in de stoet. Tegen pasen zal ze zeker in de bus zitten.
(en anders breng ik ze wel zelf mee, naar mijn vroegere kamptraditie)

maandag 24 december 2007

Halftimefeesten

Student zijn, dat wordt men niet,
Student zijn, dat leert men niet,
Student zijn, verleert men niet,
Dat is men of men is het niet.

(Studentencodex, editie 2003, pagina 219)



Volgens aloud studentengebruik heb ik afgelopen week mijn halftime gevierd. Woensdag 19 december, dag 110 van de 219 in Ecuador. Een halve kip met frit uit een restaurant met westers eten, een soort fastfoodkeet die ik 109 dagen heb kunnen mijden, maar nu mocht het eens iets speciaals zijn. Ik heb er dan ook direct met groot geld tegen gesmeten, de volle 3 dollar.
(de frit leek verdacht sterk op onze voorgebakken frit, slappen brol, maar het gedacht was heerlijk)

De volgende dag was het kerst- en nieuwjaarsfeest van ACORDES. Dat is hier toch wel ietskes anders dan bij ons. Ne kerstboom heeft iedereen, tot zover is `t hetzelfde. Aftellen doen ze echter blijkbaar niet. (of het moet zijn dat ze het nogal serieus pakken en echt wachten tot nieuwjaar; `t zou in Leuven niet waar zijn op een pre-nieuwjaarsfeestje) Verder is het een traditie om een min of meer levensgrote pop die een persoon uit de groep uitbeeldt in de fik te steken, al dan niet behangen met briefkes van slechte ervaringen die ze willen vergeten of verbeteren in `t nieuwe jaar. Blijkbaar is het een eer om aldus als pop afgefikt te worden, en die viel deze keer aan Loly te beurt. Ze steken die pop ook vol vuurwerk dat te pas en te onpas ontploft of zich in een onvoorspelbare richting lanceert en op de koop toe moet iedereen minstens ene keer over die brandstapel springen want dat brengt geluk. Tenslotte gieten ze zichzelf en elkaar vol met Zhumir. Gemengd met cola of sprite of eender wat er beschikbaar is. De volgorde van drinken en fikken kan nogal eens variëren van groep tot groep, wat in combinatie met het handgemaakte(!) vuurwerk wel eens tot vodden durft leiden. Wij bleven er gelukkig van gespaard. Dan was er ook nog een traditionele lezing over het voorbije jaar, waarbij iedereen al dichtend ferm door het slijk wordt gehaald. (“ei gij, ei gij, …”) Het werd nog een feestje tot in de vroege morgen.
Ik heb ook samen met de Cristian ne quiz ineengestoken naar Belgisch model. Onder academici kan dat niet misgaan, dacht ik. Het sloeg echter niet aan. Die mannen konden precies alleen gemakkelijke vragen appreciëren en van competitie was geen sprake. Tot overmaat van ramp was het twaalf uur toen de quiz nog maar half was, een gevolg van Ecuadoriaanse planning, en daarom hebben we alles vroegtijdig afgeblazen om vuurwerk en poppen te gaan afsteken. "De score zullen we achteraf wel zien". Het stak allemaal schoon ineen, met een categorieënronde, a-b-c-ronde, alfabetronde, fotoronde, ... maar het heeft niet mogen zijn. Kwissen is niet voor Ecuadorianen. Dansen wel.

Foto´s: kerst- en nieuwjaarsfeest met ACORDES
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/NavidadYAOViejoConACORDES

Verder zijn we eens stevig op de lappen geweest voor de verjaardag van de Coco, die er nu ook 23 is. Kado`s geven dat doen ze hier blijkbaar niet met verjaardagen, en trakteren ook niet. Redelijk triestige vieringen, gewoon een doodnormaal avondje stappen. Een avondje bezatten is dat dan in Ecuador. (maar ik weet wel op te passen zelle moeder, want ik hoor het al) Ik zou precies liever eens in de vrouwen vliegen in plaats van in den drank, maar ik heb intussen al in de mot dat de 23-jarige vrouwen zonder kinderen in Ecuador nogal schaars lopen. En een moeder heb ik al. (één is meer dan genoeg)
v.l.n.r.: Coco, ik, naam vergeten, Yuyo


Het is hier traditie om rond kerstmis snoepkes uit te delen aan de kindjes. Dat wordt gezien als liefdadigheid voor de armen, zonder dat het geld kost want iedereen is arm. Zondag zijn we met de scouts zo`n “agasajo” (is daar een Nederlands woord voor?) gaan doen. Scouts is hier immers meer dan een tijdverdrijf op zaterdag, en zo heb ik het graag. Voor de stichting van de moeder van de Jorge Luiz (medeleider) zijn we naar een schoolke getrokken waar de kindje een kerststal aan `t opvoeren waren. Nadien hebben ons leden die dan moeten vermaken met spellekes, om te leren wat het is om leiding te zijn. Natuurlijk met de nodige hulp van ons. We hebben afgesloten met Dikke Berta - ik heb het nog niet gewaagd om dat te vertalen* - tot zover mijn inbreng.
*Roberta gordita ofzoiet?
Vervolgens heb ik met de mannen van Chaquiñan (voettocht in Quichua, de autochtone taal), die zichzelf nu ook officieel Chuchaquiñan noemen (chuchaqui is kater, naar een mopke van mezelf dat blijkbaar serieuzer werd onthaald dan verwacht), een optreden gegeven. Eindelijk het eerste optreden waar ik aan kon mee doen, ik heb er namelijk al twee moeten missen door het werk. De mannen waren zo attent om van de vier liekes er direct twee te spelen die ik nog nooit gehoord had, en zonder dat aan te kondigen, de rotzakken. Gelukkig vond ik mijn toevlucht in de chacos, een tros geitennagels die ze als percussie gebruiken. (dat wat iedereen in België altijd voor een tros schelpkes neemt) De weg terug naar huis was met heel het groepke en de scouts in de laadbak van een open camionneke. Ik blijf het geweldig vinden, die Ecuadoriaanse kuren.

Foto´s: Agasajo in San José, met mijn eerste optreden met Chuchaquiñan
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/AgasajoNavideOProyectoJorgeLuiz

Goed, we zijn intussen maandag en ik heb al een kerststoet en een tweede optreden met het groepke achter de rug, maar daar doe ik verslag over als heel de kerstsirk hier achter de rug is. Ik schat over nen dag of drie. Goei feesten allemaal!


Uw allochtoon ter plaatse.


(En omdat ik de computer van het werk niet heb is het allemaal wat moeilijker om er foto`s bij te steken. Geduld tot in januari!)

dinsdag 18 december 2007

Jezus Lommelen

Over een levende kerststal en wat flauwe zever


Zaterdag de eerste scoutsdag met een Belgische bij onze caminantes. (verkenners, ongeveer) Mari, met nadruk op de A, noemen ze ze hier. Ze heet eigenlijk Marijke, maar dat kan geen kat uitspreken. Verder was het een (Ecuadoriaans) gewone vergadering, zij het dan met hier en daar eens een taalmopke of –misverstandje. (een Duitse, twee Belgen en 5 Ecuadorianen) Ik heb een Spaanse verbasterde versie van Alouette geleerd, Aleweejtie, die mannen hadden geen idee van wat ze aan ´t brabbelen waren.

De “uittocht van het kindje” is hier een serieuze traditie. Kerstmis is nog meer dan een week verwijderd, maar sinds vorige week zijn er al regelmatig kerststoeten door de stad aan ´t trekken. Eén daarvan was die van Groep 6, ter gelegenheid van onze 25e verjaardag.
“Wat denkt ge van het kindje Jezus, Ben?” Ik vond dat een redelijk ampetante vraag om eerlijk te beantwoorden in het bijzijn van mijn min of meer gelovige scouts (jongverkenners) en wist dus niet goed wat zeggen. Bleek dat ze mij vroegen om verkleed te gaan als het kindje. Ik snap nog altijd niet waarom ik, maar het was natuurlijk best lollig deze zaterdag. Wie van elle heeft zich ooit verkleed als kerststal ...



















Zoek de zeven verschillen.


Naar die kermis kwamen dan nog eens een vijftal andere groepen uit Cuenca zien. Op het programma stond ook de “investituur”; ik krijg het niet beter vertaald (Hubert?), aangezien dat die traditie bij ons niet meer bestaat. Elke scout die een bepaald vaardigheidsinsigne of een hogere klasse had bereikt werd plechtig naar voor geroepen en kreeg door een hoge scoutspief (en bij veel scouts en weinig piefen soms een Belg) zijn nieuw insigne opgespeld. Enkele welpen (jongste tak, 6-10 jaar) werden in de groep opgenomen en door de – megafiere – ¡ouders! de das omgehangen en de klak opgezet. Scouting is hier meer dan een spellekesclub.
De dag werd afgesloten met een kampvuur, om 5 uur werd dat spel in de fik gestoken en om 6 uur was het alweer gedaan, nog voor het donker was. Kort maar krachtig, "om te vermijden dat iedereen op een verschillend uur naar huis vertrekt."

Foto´s: uittocht van het kindje, investituur en kampvuur
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/Grupo6InvestiduraYPaseDelNiO

Zondag ben ik nog eens naar mijne speeltuin getrokken, Cajas. Een iets langere wandeling deze keer, ne kilometer of 12 (maar in ruig, verlaten landschap, soms zonder paden), wederom alleen. Ik ben altijd zinnes om daar eens goed na te denken, maar der is daar zoveel te zien (en te fotograferen) dat er van denken gewoonlijk nie veel in huis komt. Tenzij dan denken hoe ik met een losse schoenzool nog 6 kilometer in de bergen ging afleggen. Op blote voeten is geen optie, ik ben Jezus niet. Met wat creativiteit en te lange veters is veel op te lossen, al chance. Deze keer heb ik geen lama´s beslopen maar ne vogel. (jaja, spectaculaire avonturen, hier in Ecaudor) Ik ga er verder niet teveel zever rond verkopen om niet in herhaling te vallen.

Foto´s: enkele rare planten in Cajas
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajas


Binnenkort kerstfeest en kerstverlof, waarschijnlijk kom ik dan terug met straffere kost.
Nog een weekske werken!



Zaterdag wist er ne Franse scout die in Quito werkt, te gast op de investituur, mij te vertellen dat onze koning het is afgebold uit onvrede met de kermistoestand in ons land. Ik geloofde hem niet direct, maar hij hield echt vol dat het serieus was. Ik vind er wel niks van op internet, dus ik geloof er nog altijd niet al te veel van. Kan er iemand daar meer over vertellen?

donderdag 13 december 2007

Chaquiñan


Nen indruk van onze repetities. Donderdag 13 december, 15:00 uur.
Van links naar rechts:
Magu (Maria Agusta) - bombo
Jorge Luiz (medeleider) - gitaar
Germán - quena, rondador (soort panfluit)
Carlos - charango
Rodrigo - gitaar
Darío - quena, zampoña
Ik - quena, zampoña

De reden dat die twee laatste dezelfde instrumenten spelen is niet omdat ik er geen fluit van bak, maar omdat ge morsdood zijt na 1 lieke op de zampoña. Ge geraakt niet alleen buiten adem, ge wordt zelfs redelijk zat.
(hier is dat van ´t blazen, in Leuven is dat van ´t zingen)

maandag 10 december 2007

Hoe is ´t met de regering, mannen?


Blijven lachen eh!

Ik heb overlaatst aan nen Amerikaan proberen uitleggen hoe België marcheert en wat er misloopt. Dat is begorie niet simpel.

Feesten

Algemene Vergadering ACORDES
op gank met volk van ´t werk
internationale gasten in Grupo 3 San Jorge
galabal voor 25 jaar Grupo 6 Mario Rizzini


Maar eerst enkele fait-divers voor we aan het grote werk beginnen:

Sinterklaas komt blijkbaar niet tot in Zuid-Amerika, ofwel ben ik niet braaf geweest.*

Ik ben deze week beginnen slabakken met mijn reisdagboek in te vullen, o ramp. Voor de eerste keer. Het moest er vroeg of laat van komen, ik ben geen vrouw. Ik heb dus wat inhaalwerk en het verslag gaat wat minder uitgebreid zijn. Chance voor jullie.

Er hangt ineens overal kerstverlichting. De klassieke lichtkabels over de weg hebben ze hier ook, maar ze hangen hier ook grote plakkaten met lichtfiguren erop. Dat flikkert dat het gene naam heeft, Cuenca is zjust een foor voor de moment.

Foto: een voorbeeld van de kerstverlichting
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/LucesNavideAs


Donderdag zijn we op retraite geweest met ACORDES. Nen helen dag plannen en evalueren met de “algemene vergadering van ACORDES”. Die komt om de twee jaar samen. Een diagnostiek van de organisatie, objectieven voor de toekomst, visie en missie bijschaven, redelijk interessant. Het ging bovendien allemaal door in een gehuurd zaalke met pool en sjotterbak. (dat is een kickertafel, Verpoest) Gezelligen boel dus.
Achteraf hebben ze mij meegepakt naar een voorstelling van de nieuwe studentenvertegenwoordigers van gestión social (sociale leiding ofzoiets, ik denk dat dat een kruising is tussen onze sociologie en politieke wetenschappen). Ik had daar niks, maar dan ook niks te zoeken, maar het was plezant om eens te kunnen zien hoe ze dat hier in Ecuador arrangeren. Ik werd bij psychologie studentenvertegenwoordiger door naar een vergadering te gaan en het was geflikt. Hier hoort daar een plechtige aankondiging door de voorzitter van het kiescomitee bij, een overzicht van de stemmen door de verantwoordelijke stemmentelster, een toespraak van elke vertegenwoordiger en nen drink achteraf. Het was voor die drink dat ze mij mee wilden, ik vond heel dat gedoe echter interessanter. Ik heb ineens ook eens met een prof gebabbeld (want zelfs die zijn aanwezig) om de les culturele antropologie mee te gaan volgen. Over Ecuadoriaanse culturen, o.a. Lijkt me wel interessant.

Foto: de vergaderdag en wat inheemse fauna
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/AsambleaGeneralACORDES


Vrijdag was het dan eindelijk zo ver. Voor den eerste keer – en straf dat het zo lang geduurd heeft – zijn we met wat volk van ´t werk op gank geweest. Voor den eerste keer los van ´t werk, tenminste. Loli, Jhoa en de Christian kwamen mij thuis afhalen en vervolgens zijn we naar een soort club gereden waar er vollembak salsa en dat soort muziek gedraaid werd. Ik ken ondanks veel moeite nog altijd het verschil niet tussen salsa, cumbia, merengue, en weetikwatnogallemaal. Maar ik begin er op te kunnen dansen. Dat zijn geweldige feestjes, aangezien het hier normaal is om uit het wilde weg iemand uit te nodigen om te dansen. Zjust gelijk in België zijn we eerst een fondke gaan leggen. Een hapke in een bar, en ik heb dat – tegen al mijn principes – met een typisch Belgische schotel gedaan: “Shawarma”. Het was sterker dan mezelf.

Foto: in de bar, voor we naar de club gingen
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/FaraConJhoaCrisLoli


Zaterdag verscheen er op de scouts ineens een blond meiske van ne meter 80, die loopt hier tamelijk in ´t zicht, want iedereen is hier zwart en ne meter 50, bij manier van spreken. Bleek dat ze scout is in Duitsland en bij onze groep wilt komen. (wij spreken onder elkaar in ´t Spaans, leve Herr Scheelen, voor de kenners) Ze brengt ook nog een Duitse en – nu komt het – Vlaamse vriendin mee. Hoe geweldig is dat. Wij gingen al door ´t lint voor een groep met twee nationaliteiten, nu zitten we al met drie, en allemaal in onze tak. Dat zal wel op het randje van het wereldunieke zijn. (in januari komt er ook nog ne Franse scout naar Cuenca, wij zitten natuurlijk al met wilde plannen) Nog plezant nieuws was het feit dat de Jorge Luiz mij, in aanwezigheid van de groepsleider, kwam vertellen dat ze een afscheidskamp voor mij willen organiseren met heel de groep, in maart. En ze gaan het “Los amigos de Ben” (de vrienden van Ben) noemen. In het Nederlands klinkt dat redelijk bescheten, maar dat is hier allemaal ongelooflijk serieus bedoeld. Dat is zowat de grootste eer en schoonste kado dat ze mij ooit kunnen geven denk ik. Dat wordt zeker blijten tijdens het afscheidslied. (Auld lang syne, internationaal en in meerdere landen een traditie op het einde van scoutskampen)

De vergadering met den 3 bestond uit het inrichten van de zaal waar dezelfde avond het galabal zou doorgaan ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan. Dat is redelijk stevig voor een Ecuadoriaanse groep dus daar werd heel wat sirk rond verkocht. De toegang kostte 5 euro, dat is hier een bom geld, maar bleek heel de avond gratis rum inclusief te zijn. U begrijpt dat er weinig geklaagd werd.
Voor het begin kwamen ze nog efkes vragen wat mijnen achternaam is. Lommelen zeg ik, maar ik controleer achteraf toch efkes het papier, ik vermoedde namelijk dat het voor iets formeel zou dienen. “Obelet” hadden ze opgeschreven. “Het probleem is dat uwe naam anders geschreven wordt dan dat ge hem uitspreekt.” Ale, ze moesten mijne volledige naam weten aan het begin van de ceremonie, ik voelde al nattigheid.

De plechtigheid begon met het volkslied, (dat ik intussen ook wat begin te kennen) heel de zaal in scoutssaluut naar de vlag gedraaid. Vervolgens kwamen er een aantal toespraken, de groepsleider, de stichter, de geschiedenis van de groep, vertegenwoordiging van het district, ne nationale afgevaardigde (ofzoiets), ... En tenslotte werden de belangrijke aanwezigen gehuldigd met het omhangen van een groepsdas, een feesteditie met een logo van de 25 jaar op de punt. De derde “belangrijke aanwezige” was Ben Lommelen. Ik kreeg het, ik was op dat moment geeneens in de zaal aanwezig, ik was in een lokaal ernaast nog dassen aan ´t knopen, want op den allerlaatste moment wilden ze ineens ne vriendschapsknoop in al die dassen “en den Ben kan dat”. Tijdens het spurten naar de zaal ben ik dan nog triomfantelijk op mijn doos gegaan op de pasgeboende vloer, waardoor heel de eretribune in de lach schoot, terwijl de mensen in de zaal niet konden zien wat er gebeurde. Heerlijk grappig allemaal.
De ceremonie werd afgesloten met de Ecuadoriaanse nationale scoutshymne, (kent iedere scout vanbuiten) wederom de hele zaal recht in scoutsgroet, deze keer naar de scoutsvlag. Genieten zalle.

Tenslotte werd er gedanst. ´k Heb weer geprofiteerd van de gelegenheid om stevig te trainen en zowaar de eerste complimenten gekregen over mijn danskunsten. Het moet wel gezegd dat die recht evenredig lijken te zijn met de hoeveelheid Ecuadoriaanse alcohol in mijn bloed. Der zal precies toch nog wat Belgische schroom af moeten. (vooral voor reggaeton, voor degenen die dat kennen) Een plezant moment was nog de aankomst van den Adrián, menne medeleider, die jarig was. In volle galabalsfeer mocht iedereen met ne lederen riem op zijn gat slaan, en daar was véél volk.

Foto´s: het galabal van Groep 6 Mario Rizzini
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/Aniversario25Grupo3


Zondag ben ik dan bij de Jorge Luiz thuis uitgenodigd om te gaan eten. Zijn moeder wilde mij perse eens zien. We hebben de overnachtingsplaats voor onze dagtocht bezocht en wat gepland voor de scouts, maar Discovery Channel was net iets interessanter. (over Chris Angel, één of andere maffe vogel die zich met vier piercings van stierenformaat verticaal onder een helikopter laat hangen, het was mijn eerste TV-uitzending in meer dan drie maanden) Vervolgens zijn we met nen derde scoutsmaat een paar pinten gaan pakken in ´t centrum. Ik moet dringend wat meer beginnen weggaan want de feestcultuur is iets speciaal op zich en ik heb het gevoel dat ik er wat meer van moet profiteren. De volgende afspraak is al gemaakt voor deze vrijdag.


Met het groepke gaat het intussen allemaal vollembak. We hebben al ne naam; Chaquiñan. Dat is Quichua, de autochtone taal van Ecuador. Het betekent reis, want de mannen willen evolueren en op termijn het land afreizen met hun muziek. Ik heb al voorgesteld om er Chuchaquiñan van te malen, chuchaqui betekent kater en ik veronderstel dat dat ook van toepassing gaat zijn op de reizen. Ik word intussen blijkbaar ook beschouwd als vast lid, hoewel ik dat zelf nooit gevraagd heb, om mij niet op te dringen. (maar wel altijd al gehoopt had) We zijn regelamtig ´s middags aan ´t repeteren op de unief, het zijn allemaal studenten hier. (filosofie en toerisme) Dat is echt schitterend, want de middagpauze duurt hier twee uur, wat in het begin wel wennen was, en daar heb ik nu een perfecte opvulling voor.
Deze zaterdag gaan we zelfs al optreden. En dat in een nabijgelegen dorp, dus ik ga ook nog wat van de wereld zien dankzij de muziek. ´t Is te hopen dat het doorgaat, er zitten namelijk nogal wat Ecuadorianen in ons groepke.




(*vader en moeder dat is gene steek want ik zien het al verkeerd overkomen ginder)

maandag 3 december 2007

Chance op 4000 meter

Chance, dat is zowat het kernwoord van mijn dagtocht in Cajas.
Maar eerst een verslagske van mijn bezoek aan Puma Pungo.


Ik ben lid van de scouts op voorwaarde dat ik nu en dan eens den toerist mag uithangen. Deze zaterdag was het weer eens zover. Ik ben Puma Pungo gaan bezoeken, het administratief hoofdkwartier van “Den Inca”, Huayna Cápac, begin zestiende eeuw. Dat ligt hier in Cuenca, maar daar schiet helaas niet al te veel van over.

Ten eerste hebben de Spanjaardan dat zelf in puin aangetroffen, verwoest door nen burgeroorlog. Vervolgens hebben die mannen dat uitgeroepen tot streengroeve. Ge snapt het al, veel chik is er heden ten dage niet meer aan.

Den inkom in het museum kost 1,5 dollar voor studenten, daar kunde nie voor sukkelen. Voor dat geld kunde een museum met religieuze kunst bezoeken, een numismatisch museum (geld), een ethnografisch museum, over de culturen in Ecuador, een archeologisch museum over de Inca´s, het archeologisch park Puma Pungo (van onze vriend Huayna Cápac), een tuin met Andesplanten en een opvangcentrum voor vogels. Dat klinkt allemaal geweldig, maar op ne voormiddag tijd hebde dat gezien. (zelfs aan mijn museumtempo)

Onder het motto “het stoemste eerst” begon ik in het museum van religieuze kunst. Niet veel speciaals. Foto: beeldengroep en schilderij http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/MuseoDelBancoCentralArteReligioso

Het was goei weer (en dat is hier eerder uitzonderlijk) dus ik besloot om vervolgens naar buiten te gaan, naar het archeologisch park. Kom ik onderweg een bende jeugd tegen, onder leiding van twee vrouwen die ik ken van het werk met ACORDES, meer zelfs, twee van diegenen die mij om een handtekening en ne foto gevraagd hadden. Ge snapt het al, ik moest met die groep mee. (en dat zinde mij wel, want zo kon ik mee profiteren van de gids die die mannen hadden)

De mannen gingen eerst naar het ethnografisch museum: ge hebt hier in zowat elke provincie een eigen cultuur. Eigenlijk wel zalig om dat met nen troep Ecuadorianen te kunnen meemaken.
Vervolgens naar het archeologisch museum, de Incaschatten gaan bezien. Wederom dankzij de Spanjaarden bestaan die schatten heden ten dage hoofdzakelijk uit aadewerken potten. Enkele kleine gouden prullekes, zoals een tumi (offermes), maar verder waren vooral de poppen interessant.
Hier zijn weinig foto´s van, want dat mocht niet en die gids was erbij, maar toch: http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/MuseuDelBancoCentralEtnogrFico

Puma Pungo dan, het administratief centrum van Den Inca. Vergane glorie. Die mens had 200 maagden tot zijn beschikking, voor het uitvoeren van religieuze rituelen, volgens de officiële versie. (mits enige creativiteit kan ik al direct wel een paar “religieuze rituelen” verzinnen die ge met maagden kunt doen) Er schoten enkel nog wat fundamenten van de huizen van die armzalige vrouwen over, een soort dorpsplein, twee halve ovens en wat terrassen. Over de rest was een middelbare school gebouwd, waarom ook niet, natuurlijk. Verder waren ze nog bijzonder trots over de vondst van een waterkanaal, met halfweg “het bad van Den Inca”. Als ge voor de precolumbiaanse geschiedenis komt kunde beter naar Mexico of Peru. Maar het was toch ferm om te zien, voor hetzelfde geld kunde nog geen pint niemeer pakken in België.
Foto´s: Een impressie van Puma Pungo http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/PumaPungo


El cajas is een nationaal park op een uurke rijden van Cuenca. Met zijn 232 meren iets werelduniek. (hoewel dat Mol ook wel een vrijftal schone meren heeft natuurlijk) Zondag had ik eindelijk (na veel weken) eens tijd om dat te bezoeken. Normaal ging ik kamperen met de Pepe en de Coco, maar de mannen konden op het laatste moment toch niet mee. Dan ben ik er maar alleen op uit getrokken, ik wilde dat al langer eens doen, wat bezinnen. En alleen in dat gigantisch park, dat is echt iets overweldigend.

Bij de parkwacht 1,5 dollar inkom gaan betalen, een planneke en wat uitleg gevraagd en op pad getrokken. Voor nen tocht van een vijftiental kilometer, maar in extreem landschap. Op weg naar het begin van de tocht (een stuk over de asfaltweg die het park doorkruist) kwam ik de Vicente tegen, ne vreemde plant die zielsgelukkig was dat hij een Fransprekende tegenkwam. Begon die mens daar Franse gedichten voor mij te citeren, volledig geëmotioneerd en met groteske gebaren. Ge komt hier echt alles tegen.
Foto: de Vicente http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/CajasVicente

Een paar bochten verder merk ik ineens een lama op, een dertigtal meter van de weg. Van het verschieten kan ik een spontaan, hardop “nondedju” niet onderdrukken. (heel grappig als ge alleen zijt) Ik haal mijn beste scoutstrukken boven en beslis dat beest te besluipen voor ne foto. Blijkt dat er zo twee rondliepen, en dat die helemaal niet schuw waren. Ik heb ze – met veel geduld – tot op twee meter kunnen benaderen.
Foto´s: mijn twee eerste lama´s (ik werd zot) http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasPrimerasLlamas
Ne kilometer verderop kom ik nog meer lama´s tegen, juist gelijk ik aan ´t wandelen op de weg. (alleen was ik niet aan ´t grazen) Blijkt dat het helemaal niet zo moeilijk is om die te benaderen. Voor niks de sluipheld uitgehangen. Maar dat was wel ongelooflijk plezant om te doen. Foto´s: tweede groep lama´s http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasSegundoGrupoDeLlamas


Na een fatsoenlijke beklimming arriveer ik eindelijk op het eigenlijk beginpunt van mijn wandeling. Tres Cruces, op 4130 meter. De minste beklimming kruipt enorm in uw kleren op die hoogte, regelmatige rustpauzes zijn onontbeerlijk. En het eerste wat ik doe is verkeerd lopen, één pad op de kaart bleken er twee in werkelijkheid te zijn. Die kaart trok overigens op niks, meer dan tien keer minder nauwkeurig dan onze Belgische NGI-stafkaarten. Maar ale, als gevolg daarvan kwam ik op het hoogste punt in de omgeving, met enkele prachtige foto´s als gevolg, en zag ik mij min of meer verplicht om een stukske van het pad af te wijken, ook altijd geweldig. (voor de mannen die mee waren naar Schotland: zoiets als toen in die moor, maar minder drassig en meer bergachtig)
Foto´s: Begin van de wandeling. http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasTresCruces

Wanneer ik dan eindelijk terug op het pad raak zie ik in de verte twee andere wandelaars. Ik nader stilaan en we maken kennis. Blijkt het nen Amerikaan te zijn – met gids – die hier is voor het geven van lessen over leiderschap en teambuilding, exact hetgene waarvoor ik ook hier ben/probeer te zijn. Dat kom ik dan tegen in de middle of nowhere, in een extreem groot godverlaten nationaal park op 4000 meter hoogte, “´t is grappig omda´t waar is”.
Die mens zijn lessen kostten wel 280 dollar voor drie dagen. Die zullen zeker ongelooflijk interessant zijn, maar dat kan het nooit waard zijn. Maar ge kent mij, een paar klapkes later ging die mens proberen om voor mij iets ta arrangeren. We zullen zien wat er van in huis komt, want de universiteit van Azuay (een andere unief in Cuenca) heeft daarover te beslissen.

Goed, de Martin en zijne kameraad Carlos besluiten na een goed uur om terug te draaien. De mannen hadden een half literke water bij voor twee man. Ik wilde mijne voorraad nog delen, maar met drie man verdergaan op twee liter water zou onverantwoord geweest zijn. Terug alleen dus.

Ik had mijn quena en zampoña meegepakt, om in dat verlaten park wat te oefenen zonder volk lastig te vallen. Met een van de schoonste foto´s als resultaat.

Foto´s: natuurbeelden en vergezichten http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasNaturalezaYVistas

Ale, om een lang verhaal relatief kort te houden, Cajas biedt een schitterende afwisseling van alle soorten landschappen; rotsen, grasvelden, drassige mosvlaktes, alles doorklieft met honderden rivierkes. Bij de aanvang van de laatste drie kilometer hoor ik ergens ver weg een fluitsignaal. Ik denk direct aan de mogelijkheid van iemand in nood en begin de omgeving af te speuren. Zeven sluitsignalen volgen en dan wordt het stil. Het zicht is ongeloofijk ver en in de immense vallei slaag ik er niet in om iemand te zien, ik wandel verder.

Ik lees intussen op de kaart dat er aan de oever van het meer waar ik in de buurt loop grotten moeten zijn. Er resten me nog twee en half uur voor het donker wordt en slechts een tweetal kilometer. Ik vorder nog goed en het weer is uitstekend. ik beslis van het pad af te wijken en de grotten te gaan zoeken. Geen grot te bespeuren, maar beneden aan het meer zie ik vissers. Ik ga erop af en vraag hen of ze weten waar de grotten zijn. “Van grotten weten wij niks, maar hier is ne wiskey en zet u.” Hernán, Angel, Wilson en Germán, plezante mannen, ik had het weer getroffen. Ze waren zowaar blij mij te zien, “hebde ons niet horen fluiten?” De Germán was 70 en kwam hier nog altijd regelmatig over de rosten geklefferd om te komen vissen. Ik heb nen helen uitleg gekregen over verschillende planten en hun medisch nut, intussen vrolijk wiskeykes drinkend. Ge moet weten dat Ecuadorianen zot zijn op buitenlanders en daarom altijd gastvrij zijn, en ten tweede zijn ze extreem trots op hun eigen cultuur. Toen ik die mannen een stukske quena- en zampoñamuziek liet horen werden ze dus helemaal wild. De Germán heeft mij zijn vangst van die dag cadeau gedaan. Ik wilde dat eerst niet, maar dat kan slecht overkomen om dat te weigeren en bijgevolg staan er deze avond drie forellekes op het menu, vers uit Cajas. (dat wordt hier beschouwd als een dure delicatesse) Wiskey wordt hier altijd gemengd met water, en toen het fleske water leeg was vulden ze bij uit het meer. Bleek dat het vorige fleske ook uit het meer kwam, ik heb dus al water uit Cajas gedronken. “Ge moet u geen zorgen maken over ameuben enzo, ik drink dat al 35 jaar,” aldus de Germán.
Ik ben bij die mannen blijven plakken en we zijn nadien samen het park uitgegaan. Intussen ben ik nog uitgenodigd om met hun auto mee naar Cuenca te rijden, dat spaarde me dus een busrit uit.
´s Avonds in Cuenca heb ik die mannen getrakteerd op een portie cascarita, varkensvlees en mote. Ik ben door den Hernán uitgenodigd om mee te gaan op een kamp in Cajas met zijn school (hij is leraar), met de vermelding dat er schoon vrouwen in het laatste jaar zaten en dat 18 jaar niet te jong is voor iemand van 23, gieren. (we zullen zien wat ervan komt want ik ken die mannen hun daadkrachtigheid intussen al) Van de Germán kreeg ik de uitnodiging om hem te bellen als ik nog eens naar Cajas ga, dan gaat hij mee en voorziet hij ons van visgerief.

Hoeveel chance kunde hebben.
Foto´s: de vissers en de terugkeer http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.december/ElCajasLosPescadoresYElVuelto


Vandaag terug gerepeteerd met de panfluitmannen in ´t gras aan de unief. Ze gaan een groep starten en hebben gevraagd of ik niet mee doe. Ze gaan van die poncho´s kopen – gelijk de echten – dus dat maakt het allemaal nog een pak plezanter. Daar kunde toch niet nee tegen zeggen ...

En hoe extreem beestig is het om in Ecuador een kaart vanuit Thailand aan te krijgen:
Merci Rombouts, ze zijn ze juist komen brengen, ze is drie weken onderweg geweest.

vrijdag 30 november 2007

Den Duits is daar

Sinds donderdadmorgen hebben we der ne nieuwen huisgenoot bij. Nog nen Duits. Net zoals in Eben-Emael in 1940 kwam hem in de vroegen ochtend, volledig bij verrassing binnengevallen. Die mannen zijn nog niks veranderd.

Woensdagavond kwam ik aan in een huis vol kerstversiering. We hebben het hier getroffen met de huisbazen precies. Er hangt zelfs versiering op iedereen zijn deur. En dinsdag hebben we den boom gezet in ACORDES. Da´s allemaal straf want het voelt hier helemaal niet als kerstmis, dat is hier nog altijd juist hetzelfde weer als drie maanden geleden, dat verandert geen knijt.

Gisteren kwam ik, kort voor ´t einde van de middagpauze, de faculteit binnengewandeld, toen bleek dat er drie halve indianen op andesinstrumenten lagen te rammelen aan de hoofdingang van de faculteit. En wat meer is, ik kende die mannen alledrie. Ik ben der dus wat mee beginnen babbelen, heb op den duur een zampoña geleend en ben beginnen meedoen. Deze middag was het opnieuw afspraak en had ik mijn eigen charango en zampoña bij. We hebben ons op ´t gras tussen de gebouwen gezet (een beetje gelijk de sfeer in ´t park in Leuven) en zijn beginnen spelen. Echt geweldig, ge zit daar met vier man en een stuk of zes instrumenten, die constant worden uitgewisseld. En buiten ´t feit dat ik nu en dan eens wat zat word van de zampoña (´t is eens iets anders dan bier) – ge moet daar nogal stevig op blazen, lukt dat allemaal al vrij goed.

Hierbij een kort overzicht van de instrumenten waar wij op liggen geven:
Quena (spreek uit: kena) http://www.worldartswest.org/plm/guide/resources/images/quena.jpg
Zampoña (spreek uit: samponja)
http://homepage3.nifty.com/ryo-folklore/instrumento/zampona.JPG
Charango (spreek uit: klein gitareke)
http://www.aquilacorde.com/diapo63.jpg
En de gitaar.

Deze voormiddag zijn we naar Oña gereden. De Jorge gaan voorstellen aan de belangrijke spelers in het project Bierbeek-Oña. Jawel, ik krijg ne nieuwe stagebegeleider. Ik vraag me wel af wat de kwaliteit van die begeleiding gaat zijn. Jhoana heeft ander werk gevonden en bolt het af. Dat mag ook wel, die werkt hier al 10 maanden en heeft nog gene frang gezien. (dollars ook niet, want dat zou ons vader anders vragen in een reactie) Dat maakt dat ik momenteel degene van ACORDES ben die het beste op de hoogte is van de gang van zaken in Oña. Best wel gepeerd dus, mijne nieuwe stagebegeleider is zelf stagiair. (maar goed, de vorige was 24 en had haar thesis nog niet af, wat is het verschil) Ik maak me geen zorgen, ik zie zelf wel dat ik genoeg interessante dingen kan doen.

Gisterenavond was het afscheidsfeestje van Jhoana. Op zijn Ecuadoriaans: met onnozel danskes, spellekes en strafkes, die dan meestal in den trand zijn van drinken, een danske, striptease, ... Dikke feest. Deze keer was er ook een gitaar, met een gezellige zangstonde tot gevolg. Ik heb trouwens eens een avondje spontaan de spelleider uitgehangen, was plezant.
(ik denk dat dit zowat het Ecuadoriaanse equivalent voor cantussen is)


Foto´s: De eerste kerstfoto´s, verjaardagsfeestje Daniel, afscheidsfeestje Jhoana en de eerste repetitie met de muziekmannen http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/DespedidaJhoa

woensdag 28 november 2007

meester Lommelen

Het klinkt als een SM-avontuurtje of een gitaarconcert, maar het gaat wel degelijk over het geven van mijn eerste "lessen" in een middelbare school.


Woensdagmorgen, 6 uur. Voor zotte plannen moet ge zotte dingen doen in Ecuador. Tegen 7 uur sta ik aan de Tomebambarivier, niet ver van de universiteit. De directrice en haar zoon – leraar wiskunde en fysica, een kruising tussen den Bic en Bert Vervoort – pikken mij op. Na ne rit van een anderhalf uur komen we aan in San José, gezellige klapkes onderweg. Er rest me nog een half uur voor de vuurdoop, ik word getrakteerd op morocho – een zoete melk met mais – en geniet nog wat van het beestige vergezicht over de groene bergen, vanop het terrein van de school.

Half 10, de les eindigt en ik stap met de directrice en de “inspectora” – een vrouwelijke meneer Aerts – het klaslokaal van het vierde jaar binnen. Ik word voorgesteld en richt dan zelf een inleidend woordje tot de 74 nieuwgierige donkerbruine oogskes. Daarop wordt de groep in twee gesplitst, ik blijf alleen achter met de eerste helft en het spel begint, 70 minuten.

Zenuwen heb ik eigenlijk nooit, ik was vooral kerieus of ze de uitdagingen plezant gingen vinden en of ze bekwaam genoeg gingen zijn. Plezier mankeerde der nie aan, maar veel resultaat hebben ze toch niet geboekt. Het was volk van 14 tot 16 jaar, met enkele oudere uitzonderingen. Plannen en analiseren zit er niet echt in bij de Ecuadorianen, daar kom ik dan ook voor. Komt daar nog bij dat er nogal wat verlegen scheten bij zitten, die tijdens de kennismaking nog niet durven vertellen wat hun lievelingsgerecht is. Echt niet, grellig. Doe met zo´n mannen een groepsuitdaging, ik zal der toch een paar uit hun kot moeten lokken. (patat; we hebben een doel voor de volgende les) Ale, ik mag niet klagen, ik voelde me der uitstekend bij, dat doet toch altijd iets als zoiets wat ik heb ineengestoken blijkt aan te slaan.

Enige ampetantigheid is wel dat al die proeven nogal actief zijn en een twintigtal minuten voor het begin weet mevrouw de directrice toch nog te zeggen dat er een verlamd jongenske bij zit. Da was wel minder, zonder voorbereiding. Op het einde bleek ook dat één van de deelneemsters zwanger was, dat had ze misschien toch in het begin al moeten zeggen. (15 jaar: bronstige jongens, die Ecuadorianen)

Och ja, ´t is weeral goed geweest en ik mag terugkomen. De directrice wist me op de terugreis zelfs te zeggen dat de mannekes van de tweede groep (de moeilijkste dan nog) gevraagd hadden om mij uit te nodigen voor een wandeling naar nen berg in de buurt en een bezoek aan de mijnen. Er waren er ook die met mij wilden gaan paardrijden en mevrouw Aerts wilt me de nabijgelegen incaruines laten zien. Die Ecuadorianen zijn echt gek op buitenlanders.

Ik riek weer straffe verhalen.


Foto´s: Opdracht: zet u met allemaal in het vierkant zonder de grond erbuiten te raken.
http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/TallerISanJosDeRaranga

maandag 26 november 2007

“Microjamboree”

Dat was de letterlijke verwoording van de kampleidster. 570 deelnemers, een verslag vanuit het kritische gezichtspunt van de enige niet-Ecuadoriaanse deelnemer.
En mijne eerste moeilijke momenten in Ecuador.



Afgelopen weekend vond in Quito de 23e Interamericaanse scoutsconferentie plaats, een vergadering op wereldniveau met vertegenwoordigers van alle landen van Amerika en nog nen hoop andere. Het was de eerste keer dat Ecuador een evenement van dergelijk niveau mocht organiseren en daaroom hebben ze het onderste uit de kan gehaald. Het hoofddoel van het kamp waar ik aan deelnam was duidelijk niet het kamp zelf, maar wel de aanwezigheid van een massa scouts op de conferentie, om aan de rest van Amerika te laten zien tot wat Ecuador in staat is.

Vrijdagavond 23 november. Ik pak de bus naar den terminal, de plaats waar alle langeafstandsbussen aankomen en vertrekken. Ik word vriendelijk begroet door de Victor, van groep 3, vlak voor we aankomen bij groep 6. “En met wie gade mee Ben?” “Met den 3 want die hebben geen leiding.” “Van de 6 gaat er ook geen leiding mee.” Lap het begint al. (in beide groepen zaten gelukkig leden die oud genoeg waren om de zaak wat in ´t oog te houden) Dat wordt hier min of meer als onmogelijk beschouwd om lid te zijn van twee groepen en dat leidt soms tot vreemde, soms apetante situaties. Bovendien wil elke groep mij zowat voor zichzelf: ze wisten dat ik met den drie ging, maar de zes had mijn busticket al betaald, zodat ik bij hun zou zitten.
Heel Cuenca vertrekt op hetzelfde uur, het resultaat is een bus met bijna alleen scouts, dikke sfeer dus – en dikke pech voor al de rest.
De rit duurt 10 uur. Best wel mottig, we moeten ook 10 uur terug en het “kamp” zelf duurt maar 1 dag. Voor mij is dat de moeite, kansen die ik nooit meer krijg, maar ik snap niet dat die van Quito daar zoveel volk voor gemobiliseerd krijgen. Elke busrit kost dan nog eens 10 dollar en deelname kost 12 (!) dollar; 32 dollar is hier heel veel geld, een uniform van 10 dollar betalen lukt dikwijls al niet. Maar ze bezien dat hier als een soort eer of plicht om uw groep te vertegenwoordigen met zoveel mogelijk volk en ze valoriseren het contact met andere groepen enorm hard.

Het moet iets van een half 8 geweest zijn dat we aankwamen in Quito. Met ne man of 50 te voet naar het kampterrein, dat wel erg ver bleek te liggen. Onderweg kwamen we echter een lijnbus tegen die niet aan ´t rijden was. De chauffeur stond ernaast een klapke te doen. Voor nen dollar of 30 heeft die mens ons naar het kampterrein gereden, dat kan hier allemaal zomaar. En onderweg moest er constant iemand afstappen om de weg te vragen, ziede zo al een lijnbus door Brussel rijden?

Na het opstellen van de tenten en nen hoop chaotische formaties starten we een paar spellekes met het district. (hier provinciaal niveau) Elke stad moet een spelleke komen voorstellen. Tijd doden eigenlijk, de inhuldiging van het kamp zou na het middageten beginnen. Maar nog wel plezant.

Middageten dan. Tegen die tijd was er al vlot 500 man aanwezig, de organisatie had eten voorzien, op voorwaarde dat ge daarvoor reserveerde. En dat wist natuurlijk niemand. Ik had gelukkig het verstand gehad om wat brooikes mee te nemen en er waren ook kraampkes waar ge iets kon eten. Maar dat zoiets mogelijk is op een nationaal kamp ... daar moet ge voor naar Ecuador.

Na de middag plechtige inhuldiging van het kamp. Scouting is hier altijd geweldig gedisciplineerd, maar deze keer was het echt wel de moeite: een gigantisch vierkant, de zijden gevormd door de kampleiding en de drie subkampen: Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika. Ge had die structuur moeten zien:Elke hulppatrouilleleider (HPL) controleert zijn patrouille en roept naar zijn patrouilleleider (PL) dat de patrouille klaar is. De PL roept het begin van de kreet en de patouille antwoordt. De PL geeft het gezag over de patrouille door aan de HPL en rapporteert intussen bij de leider (ikke). Elke leider van wie alle patrouilles in orde zijn (ik had er maar één) loopt als een gek naar zijn groepsleider (en als er een adjunct-groepsleider aanwezig is komt er nog een stapke tussen) en rapporteert dat zijn tak in orde is. Als alle takken klaar zijn faart de groepsleider naar de subkampleider en rapporteert. Alle subkampleiders rapporteren bij de hulpkampleider. Uiteindelijk rapporteert de hulpkampleider bij de kampleider, die een kort woordje tot het kamp richt en vervolgens het merendeel van de uitleg doet aan de hulpkamleider. Die roept de subkampleiding bijeen voor een korte planning en dan herhaalt heel dat circus zich in omgekeerde richting. Dat werkt perfect maar dat duurt een uur voordat iedereen weet wat er gebeurt. (letterlijk) En daar staan mannekes vanaf 6 jaar bij die alles perfect meedoen.

Het namiddagspel was iets in patrouilles. In groepen van vier patrouilles, die ter plekke werden gemixt, deden ze wedstrijden, spellekes en proeven. Er was één activiteit voor alle leeftijden. Zoiets moet problemen geven, en om de kleinste toch wat te integreren hadden onze vrienden de Ecuadorianen een aparte taak verzonnen voor elke welp (van 6 tot 10 jaar) in de patrouille: zorgen dat het ei van de patrouille niet breekt. Die klein mannen hadden dus heel de namiddag niks anders te doen dan een ei vasthouden. Maar wat erger was, er werd wel verwacht dat ze alsnog meededen met de (soms wilde) activiteiten, met als gevolg dat die eieren al snel sneuvelden en dat die klein mannen dat gedaan hadden natuurlijk.
Het geheel is me wat ontgaan, ik was namelijk vrijwilliger om een spel mee te begeleiden, wat trouwens nog niet al te simpel was. Degene die ons het spel uitlegde bleek de regels zelf niet helemaal te snappen. “daar zulde nog iets op moeten verzinnen dan” En toen het mijn beurt was mocht ik eerst nog een open veld gaan zoeken met de mannen, want een terreinverdeling daar hadden ze niet aan gedacht. Verder was het een groep van vier patroullies (40 man) die elkaar niet kenden en op een chaotisch moment allemaal dachten dat er wel ergens een patrouille aan ´t vals doen was en dat dan door elkaar in het Spaans met accenten van over heel Ecuador aan mij kwamen vertellen. Crisismanagment leerde hier ook. Ik was echt content als mijn spel gedaan was.

Ik heb voor de eerste keer moeilijke momenten gehad. In die gigantische massa was ik verantwoordelijk voor mijn ploeg caminantes. Maar ik ken die tradities niet, de fluitsignalen niet, de taal niet volledig, ... In de grote formaties gaf dat soms problemen. Kleine problemen voor mij, niks onoplosbaar, maar ik vermoed grotere problemen voor hen, want dat moet allemaal perfect zijn. Die formaties en procedures zijn zo moeilijk niet, maar ge krijgt dat toch zomaar niet onder de knie. En die mannen snappen dat niet, want voor hun is dat doodnormaal - en ik ben toch ook scout? Die kunnen zich soms moeilijk voorstellen dat dat bij ons allemaal anders is en dat ik voor sommige dingen tijd nodig heb. En dat heb ik mij efkes serieus aangetrokken. Dat werd dan nog versterkt door de - weer relatief kleine - moeilijkheden tijdens het spel dat ik begeleidde. Pakt dat ik deze keer dan toch uiteindelijk ne cultuurshock vasthad, het werd efkes te veel. Ik ben vijf minuten (er was geen tijd) in de tent moeten gaan zitten om te denken - zoiets doe ik anders nooit - en toen kon ik er terug wat tegen, min of meer.
Ik had altijd problemen verwacht door naar Ecuador te komen, maar de cultuurverschillen zijn veel kleiner dan gedacht. Uitgerekend in mijn eigen vereniging heb ik het uiteindelijk zitten.

Op ´t einde, na dat chaosspel, was er tijd over en hebben ze nog wat dinámicas gedaan. In België (en bij de scouts) zouden wij dat chirospellekes noemen, maar hier is dat dikke feest, vollembak onnozel doen, veel met zingen en dansen.

´s Avonds kampvuur, met nummerkes. De nummerkes waren eigenlijk allemaal een soort van yells, publieksopwarmers, één per district. (gouwen bestaan hier niet) Een blitzbezoek en kort woordje van de vice-voorzitter van het wereldverbond ook, pakkend.

Ik was een half uur eerder dan mijn leden in mijnen tram gekropen (ik weet wat het is om om half 6 op te staan op kamp) en toen ze aankwamen werd ik vriendelijk gevraagd om buiten te komen, ookal sliep ik al half. We hadden namelijk een meiske bij en die ging zich eerst omkleden. Aanpassen aan de cultuur dan maar.
Ik was nogal moe en kroop in mijn onderbroek de tent uit: aanpassen heeft ook grenzen.

Foto´s: Dag 1 http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/XXIIIConferenciaInteramericanaQuito2007

De volgende morgen moesten we om half zes opstaan, we moesten namelijk om ZES uur de bus op om naar het monument op de evenaar te vertrekken, voor de slotceremonie van de Interamericaanse Conferentie. Als we te laat waren konden we niet deelnemen want er zou vlak na onze doorkomst een marathon vertrekken op de weg die wij moesten nemen. Tegen ZEVEN uur stapten we op, la hora (uur) Ecuatoriana noemen ze dat hier. En op één of andere manier krijgen ze dat dan toch altijd opgelost, via een achteringang van het domein deze keer.Een indrukwekkend zicht trouwens, een colonne van een 15 a 20-tal bussen onder politiebegeleiding door Quito.

Met 600 man vormden we een erehaag voor de delegaties richting het monument op de evenaar, met vlaggen en heel de nest, ge kent dat. Pakkend en hartelijk tegelijk; alle scouts strak in het gelid en dan van die hoge piefen die passeren achter nationale vlaggen en handjes komen geven gelijk de koning. Daarna sloten de scouts aan en vormden we twee enorme concentrische cirkels rond het monument, voor de ceremonie. Door een speling van het lot stond ik op de centrale plaats in de buitenste cirkel bij de belangrijke mannen van Ecuador – “de nationale ploeg” – waar ik er intussen al een heel deel van ken, door gastvrijheid en nationale activiteiten. Kortom, ik had het wederom dik getroffen.

Op het einde van de ceremonie volgde een informeel kennismaken met alle delegatieleden. Ik denk dat ik daar zowat de enige scout van Ecuador was die fatsoenlijk met niet-Spaanssprekenden kon praten, dus ik had nogal vrij spel. Klapkes doen, foto´s trekken, badgkes wisselen, ik voelde mij bijna terug op jamboree. Het unieke was echter dat ik deze keer ook bij de gewilde gasten behoorde en bijgevolg zelf ook regelmatig bij op de foto moest. En ik werd ook regelmatig gevraagd om een insigne van mijn hoed of mijn (Belgische nationale) das te wisselen. Dat kon ik helaas niet omdat ik hier in Ecuador nog geen belofte gedaan heb en bijgevolg geen andere das krijg, maar ook omdat dat ik hier mijn enige overgebleven jamboreedas draag. (ja ge moet dat meegemaakt hebben om dat echt te snappen, dat is eigenlijk allemaal heel eenvoudig, maar een ongelooflijke ervaring)

Bij het vertrek heb ik affiches uitgedeeld voor Flamboree 2009, de tweede Vlaamse internationale jamboree en nog van een paar groepen stickers en een vlagske gekregen. Verder heb ik nog een Ecuadoriaanse voetbalmuts gekregen van een van de rovers (JINs) uit de zes. Die mannen willen altijd gepassioneerd hun appreciatie laten blijken en dat leidt soms tot grappige toestanden, in mijn ogen. Die van de eerste Fenix uit Milagro gaven mij zelfs nen enormen ananas mee, die ik dus moest meesleuren naar Cuenca.

Voordat we vertrokken naar Cuenca zijn we eerst nog eens in het Hilton van Quito gaan rondneuzen. Daar ging de conferentie door en dus keken ze niet vies als we daar met scoutsuniform binnen en buitenliepen. (en profiteerden van de gratis degustaties!) Ze kunnen het nogal hebben, die internationale jongens. Dat lijkt me nog wel een plezant jobke. Ik heb daar ook mijn begrotingsoverschot voor het weekend opgekocht aan badgekes voor het kampvuurdeken en pins voor den hoed.

Foto´s: ceremonie op de evenaar en de internationale gasten http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/ConferenciaII

Tegen half vijf zaten we op de bus, tegen half drie ´s nacht komen we aan in Cuenca. Extreem content.

Ik ben de zondag trouwens nog twee man tegengekomen die nog altijd voor hun ei van het spel van zaterdag aan ´t zorgen waren. Toegeweide jongens, die ...

donderdag 22 november 2007

Vijf - Eén

Een verslag van gisteren, vandaag online gezet, over eten (weeral) en voetbal.


Deze middag door de Fernando (ik noem hem de Che want hij is voorzitter van de linkse studentenvereniging en heeft zo´n potske) uitgenodigd om papas locas (“zotte patatten”) te gaan eten. Ik had daar nog nooit van gehoord, dus dat moest ik zeker proberen. (op dat punt kwamen we goed overeen) Bleek het om patatten te gaan (tot zover nog goed, dat ziede hier namelijk nooit) met cuero (dat was een pak minder). Voor de iets minder consequente lezer (ge zou voor minder): cuero is het vet van onder het vel van het varken, in dikke lappen gekookt in water.
Goed, ik slaag een uitnodiging niet graag af en iets wat ik niet graag eet is iets dat ik in de toekomst waarschijnljik wel graag eet, als ik het maar dikwijls genoeg probeer. En inderdaad, ´t was den eerste keer dat ik al die vetlapperij (letterlijk deze keer) heb binnengespeeld. Op aansporen van de Che hebben we nog een tweede portie besteld. Heel af en toe kwamen de Vlaamse gewoontes toch nog boven: lichte walging. Ik kan echt moeilijk wennen aan het gedacht, maar ik begin het toch stilaan te appreciëren.
Overigens is zo´n markt een lekker gore bedoening, dus het paste wel in het plaatje. De mensen zijn ook extreem vriendelijk. “De tweede portie van de vreemdeling rekenen we niet aan.” (en ook nog iets van of ik haar niet kan meepakken naar Europa, serieus) Achteraf legde de Che mij uit dat ze hier tegen buitenlanders vriendelijker zijn dan tegen Ecuadorianen, uit gastvrijheid. (en dat na mijn eten betaald te hebben, “het was een uitnodiging”, weet u nog)

Na een doodgewone werkdag (jawel, die hebben we hier ook) wordt rond een uur of 5 den TV opgezet, in de kantoorruimte naast ons. (afgescheiden met halfhoge houten wanden) Ecuador-Peru, dat is hier bekan gelijk België-Holland denk ik. Dat is weer typisch dat die TV alleen voor de voetbal dient.
Nu zit ik aan de computer van den baas, in voorvernoemde kantoorruimte, om de voetbal mee te kunnen volgen. Dat is hier een echt spektakel waar onze voetbal maar triestig tegen is. De commentatoren geven zich hier letterlijk van begin tot einde op het niveau dat Michel Wuyts haalt tijdens de laatste vijf seconden voordat Tom Boonen als eerste over de streep gaat in den Tour. Bij een doelpunt gaat de commentator helemaal uit zijn dak: quasi altijd roepen ze dan een langgerekt “goal”, maar aan één stuk gedurende maar liefst een tiental seconden, realistische schatting. (ook als het er één van de tegenpartij is) En meestal blijft het niet bij ene keer roepen. De voetbalcommentaar in België is dan meer van het niveau van een gidsbeurt in een postzegelmuseum.

Het was wel een stevige match, na 17 minuten was het al 5-0. Bij de vorige goal hoorden we trouwens uitzinnig gejuich van één of andere massa door de faculteitsgebouwen galmen. Geen idee van waar dat komt. Fanatieke jongens, die Ecuadorianen.


Foto´s: eten op de markt, de voetbal en reclame voor een kerkhof http://picasaweb.google.es/ecuador.november/PapasLocas


Maria en Luc, hartelijk bedankt voor de kerst- en nieuwjaarskaart.
Ze is op tijd ;-)

maandag 19 november 2007

Varkens en cavia

Over Ecuadoriaanse drinkgewoonten, lekker eten, een bangelijk feest en Amerikanen.



Vrijdag met de Germán naar San José de Raranga, waar ik scoutsgroepplannen heb, en op zijn minst al ga lesgeven.De school bestaat 20 jaar.

Begin van de plechtigheden om 9 uur, het iseen dik uur rijden dus ik ben om kwart na acht op ACORDES, acculturatie heet dat. De Germán woont al langer in Ecuador dan ik en komt tegen half tien aangesleft. Zijde niks vergeten Germán? Och Godja. Ale een half uur later zitten we dan toch in den auto. Rond een uur of elf komen we aan, de plechtigheid is nog vollembak bezig. We willen binnengaan in de zaal als ze mij ineens mee naar voor leiden, naar een plaatske op de eerste rij. Tussen de directeurs van naburige scholen. Aan een tafel vooraan de zaal zit ne man of tien, allemaal hoge piefen van de provincie, schepenen, directeurs van weet ik wat allemaal. Bij ons wordt er een toespraak gegeven door één à twee man, hier door allemaal. Een dik half uur van speechen en een half uur van live zang en plakkenuitreikingen later begeeft de zaal zich naar buiten, om vanaf het balkon de show van de kinderen te bekijken. Ik en de Germán moeten mee naar beneden, want in één van de lokaalkes van de directie zitten de leraars en de directie al duchtig te Zhumiren. En wij moeten meedoen natuurlijk. Twaalf uur ´s middags …Na een glaaske of twee zijn we het dan toch afgebold om naar de danskes te gaan zien, folkloristische dings en playback. En intussen gaan er continu plateaus wijn en Zhumir rond.Vervolgens worden we uitgenodigd om terug naar de zaal te gaan, waar we een lange tafel aantreffen. We zetten ons, opnieuw tussen de directeurs, schepenen, hoog volk van alle soort. ETEN! Borden met bonen, kaas en mote, wederom iedereen met de handen. Intussen rukt deZhumir verder aan, en tegen dat er ook Ecuadoriaanse tequila wordtgeschonken vallen de eerste slachtoffers. Ik heb moeite met mij serieus te houden als mijn buur, zo zat als een schaap, de dronkenschap in Ecuador aanklaagt. Met een driedubbele tong voegt hij er nog aan toe "dat dat ook hier een probleem is". Ik ga bijna neer, maar het besef van bij de schooldirectie te zitten houdt mij recht. Intussen komt er ook soep, tussen de plateaus drank door, en ik besef dat het niet om een snackske gaat maar om een stevige maaltijd. En dan gebeurt het: cuy! Eindelijk. Cuy is cavia, het nationaal gerecht. Heb ik al twee maanden naar uitgekeken. Op een bord met groenten en aardappelen ligt een huisdier, poten breed uitgespreid, me met open mond aan te staren. De aanwezigen wrijven zich in de handen bij het vernemen dat het mijn eerste keer is. Zou den Europeaan het opeten? Ik neem alle twijfel onmiddellijk weg: ik vraag de Germán om ne foto te trekken en bijt dat beest smakelijk in zijne nek, wat iedereen uitermate geweldig vond. Onmiddellijk na het serveren van de cuyes worden plastieken zakken uitgedeeld. Zowat iedereen dropt zijn cuy in de zak en bolt hem: de maag al gevuld met het voorgerecht en de soep. Ik blijf alleen over met de directrice, nog wat aan ´t bijpraten over de school en over mijn werk.

(update 23 november: De cuy was EXTREEM lekker, hoe kan ik dat er vergeten bij zetten. Hou in Mol en Leuven de dierenwinkels maar in ´t oog als ik terug ben.)

Dan begint er een dansfeest. Buiten, op het zand en de stenen voor de school, maar met een schitterend uitzich over de bergen. Terwijl ik mijn zak met een halve cuy in de auto steek wordt het feest plechtig geopend door de twee live-zangers, waarna er een woordje volgt over de Belg die organisatiepsychologie komt onderwijzen aan onze kinderen, ten behoeve van het dorp. Het is in zo´n gevallen nooit duidelijk of het gaat om de typisch Ecuadoriaanse manier van alles de hemel in prijzen, of de (te?) hoge verwachtingen. Niet plezant maar wel grappig. Maar het ergste moet nog komen: ik word uitgenodigd om het volk toe te spreken (dat moet hier als ge vermeld wordt) en met de directrice de eerste dans in te zetten.

Ongelooflijk plezant feestje. Ik geef ne vent een compliment over zijne schone typische poncho (om te weten te komen wat dat kost) en ik krijg hem prompt over mijne nek gesmeten, om er vervolgens mee de dansvloer opegstuurd te worden. Ik laat het mij welgevallen.

Tegen dat het feest wat mindert wil de Germán ineens vertrekken. Ik ben intussen twee keren uitgenodigd door één of andere wildvreemde Ecuadoriaan om eens te komen kennismaken met de dochter. Tijd om mij uit de voeten te maken voor ik met een Ecuadoriaanse schoonmoeder zit. We nemen afscheid en rijden naar Cuenca. Onderweg stoppen we aan een bar, waar nog twee auto´s stoppen. Blijkbaar had de Germán afgesproken om daar nog wat verder te vieren. Met drie directeurs van middelbare scholen, en die wilden mij allemaal overtuigen om ook bij hun "les" te komen geven. Bij een lekkere portie "cascarita" (gebakken varkensvel, ik begin het te appreciëren), bonen, varkensvlees en geroosterde mais op hun kosten leg ik uit dat dat toch wel niet zal lukken, tijdsgebrek enzo.
Intussen denk ik bij mezelf dat er meer toekomst zit in het oprichten van een AA dan een scoutsgroep, maar ik heb er maar over gezwegen.

Het was trouwen een belevenis op zich om te zien hoe de vrouw, na onze bestelling, een dood varken dat voor de bar op een tafel lag met een enorme bijl te lijf ging, om dat vervolgens voor ons buiten klaar te maken.

Foto´s: schoolfeest en de bar met het varken achteraf http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/Aniversario20DelColegioDeSanJosDeRaranga

Diezelfde avond ben ik met de Pepe en de Coco (en nog nen derden artiest; de Pancho) naar nen bingoavond geweest, ter gelegenheid van de onafhankelijkheidsverjaardag van Loja, een stad ten zuiden van Cuenca. Die moesten daar optreden. Daar was uiteraard geen fluit te beleven, maar ik vind het zo duf dat het toch bij op de site moet. De nummers worden hier trouwens afgedekt met maïskorrels. Traditionele jongens, die Lojanen.

Foto: bingoavond http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/BingoLoja

Mijn eerste kotfeestje dan, zaterdagavond. Ronna, een Engelse, werd er 29. Dat zit hier in huis vol met Britten en Amerikanen die hier Engelse les komen geven en betaald worden in Spaanse les. (door ons in het algemeen "de Amerikanen" genoemd, "de Angelsaksen" dat klinkt niet) Na wat kaarten, dat dan natuurlijk uitdraait op drankspellekes (ja ik ben hier wel goeie inspiratie aan ´t opdoen, beste vrienden) zijn we naar een club geweest, den eerste keer voor mij. (en wat die club betreft waarschijnlijk ook de laatste keer) ´t Was wel plezant, maar nogal westers. Daar zijn de Amerikanen gek op, maar daar ben ik geen 15 uur voor in de vlieger gekropen.

Foto´s: kotfeestje en achteraf dansen http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/CumpleaOsRonna


Ale, ik heb het hier naar mijn goesting. Als ik ooit nog eens moet werken zal ik dat ook eens vertellen.

vrijdag 16 november 2007

Massagebed

Geblaf van honden. Ik word half wakker, versufd. Heerlijk, een massagebed. ´t Is alsof ik in nen auto op een hobbelwegske rijd. De ruiten rammelen, alles davert. Dan dringt het stilaan door: een aardbeving! Helemaal wakker nu. Ik kruip uit mijn bed en trek een trui aan, weet niet wat nog allemaal te pakken en in de verwarring beslis ik alles achter te laten, klaar om de straat op te lopen. Intussen stopt het.

Hevig, mijn eerste aardbeving. Achteraf bezien vond ik het maar een piske. ´t Heeft maar ne minuut geduurd en ´t was helemaal nie sterk. En achteraf stond iedereen op de gang te lachen. "Hedde gelle dat ook gevoeld?" Lollig. Daar was een Amerikaanse bij uit Californië, waar dat niet ongewoon is, en die schatte hem op vier punt nog iets, maar zei dat dat geen probleem was.
(wat mij eerder veel leek) Maar goed, ik lag in bed en dat op het gelijkvloers, wat er allemaal voor zorgt dat ge der minder van voelt.

Intussen lees ik toch in ´t nieuws dat er in Cuenca enkele ruiten gesneuveld zijn en dat er in Guayaquil twee gebouwen "tegen elkaar aan ´t botsen waren". De pers heeft het over een "krachtige" aardbeving. Het epicentrum lag in het noorden van Peru, daar hebben ze 6.7. op hunne frak gekregen. Blijkbaar was het in heel Ecuador voelbaar dus het moet toch wel iets geweest zijn. Maar van instortingen en doden klappen ze niet, dus het viel precies allemaal nogal goed mee.
(ja toch, Narcisa vertelt juist dat er in Cuenca één verlaten huis is neergegaan)

Grappig gevolg: bij elke windstoot rammelen hier de ruiten en dat klinkt zjust hetzelfde als gisterenavond. Ik zit hier dus met de poepers elke keer als er wat wind is.

donderdag 15 november 2007

Serieuze ambities en z(o/a)tte verjaardagen

Over beestige plannen en extreme feestjes.
(en dat alles op het werk)


Zondag ben ik met de Pepe gaan wandelen: wat nadenken, serieuze klapkes, gelul, een pint gaan pakken, ... We zijn naar Turi gewandeld, een parochie vlak buiten het centrum van Cuenca. Een uurke wandelen, een beklimming van een half uur, en tenslotte genieten van een prachtig panorama over de stad. Volgende link geeft een impressie van het uitzicht over Cuenca: http://picasaweb.google.es/ecuador.november/Turi

Maandag heb ik mijn projectvoorstel voor de jeugdwerking in Oña en in San José de Raranga afgewerkt. Het is nen halve papierslag geworden: 10 bladzijden. Mijn eerste echt fatsoenlijke (hoop ik) document in ´t Spaans. Het begint te gaan, dat soort dingen, al mankt het hier en daar nog natuurlijk.

We hebben intussen een tweede project moeten kiezen, naast ons hoofdproject (Bierbeek-Oña in mijn geval). Een tijdvullertje, zeg maar. Ik heb het geluk om het “ransversaal project”te mogen begeleiden: organisationele ontwikkeling van de universiteit van Cuenca, in samenwerking met de VLIR, VLaamse Interfacultaire Raad, DIUC, Onderzoeksbeleid Universiteit Cuenca (Dirección de Investigación Universidad de Cuenca) en, jawel, waarschijnlijk ook met de Karel, Professor De Witte. Dinsdag hebben we daar een eerste vergaderingske rond gedaan, met den DIUC. De mannen van Acordes mogen de materiële vereisten doorgeven aan de bevoegde instantie, hoera. Ik hoop dat onze rol belangrijker zal worden dan dat, anders wordt het een tamelijk bescheten situatie. Maar geen nood, Loly (mijn begeleidster voor dat project, verbastering van Dolores) heeft me al gezegd dat we ook mee zetelen in een denktank van professoren, dat wordt direct al een pak interessanter. We mogen ook werkwinkels voor professoren meevolgen, over onderzoeksmethoden. Het eindobjectief van het project - op een termijn van vijf jaar (*) - is een verbetering van onderzoekstechnieken, waardoor de kwaliteit omhoog gaat, er meer internationale publicaties volgen en er daardoor uiteindelijk beter onderwijs wordt gegeven. Dat zijn geen vodden eh!

(*) Ik denk wel niet de volle vijf jaar hier te blijven, dat moet ik misschien nog eens arrangeren met Loly.

Dinsdag verjaardag van de Roberto, nen andere stagiair hier. De middagpauze werd omgetoverd tot een feestje, met natuurlijk de obligate vlaai (voor de gelegenheid een “cappuccino-kerstronk”, door mijzelf gekozen) waar de jarige dan met zijn gezicht wordt ingeduwd. Verder was er chips, sandwichen, fruitsap en uiteindelijk Clan MacGregor Whiskey. Allemaal gezellig aan de fles, op de werkvloer. (tijdens de middag) Aangelengd met water: smakeloze jongens, die Ecuadorianen.

Foto: de Fernando en Loli http://picasaweb.google.es/ecuador.november/VerjaardagFernando

Woensdag was ik met Jhoana uitgenodigd bij de Luiz thuis. Vraag me niet wie dat is, die zat zondag bij in den auto als we naar Oña reden. Ne maat van Jhoa, maar van waar ofzo dat heb ik niet helemaal in de mot. Toffe kerel, in alle geval. Op het menu stond guatita: koeienbuik. Ik dacht eerst dat het om de maag ging, “estomago” betekent zowel maag als buik, en ik was dus gebrand om dat te kunnen proeven. Bleek het dan toch om de buik te gaan. En of dat nu de buikspieren of het vel was is me ook nog niet duidelijk, maar het was niet slecht. Het was een soort hutsepot, dus veel was er niet aan te zien, anders had ik er wel ne foto van getrokken.
CORRECTIE 20 november: Ik heb het nog eens goed nagevraagd en het was wel degelijk de maag, alleen de binnenkant, om precies te zijn.

Maar dat was nog niet het strafste van die dag. In de namiddag zat ik een boek over faciliteren (het begeleiden van groepsprocessen) samen te vatten. Studeren, eigenlijk. Komt Loly ineens langs met de vraag of ik daar niet eens een les over wil geven. Aan wie? Awel, aan die van “gestión social”, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Dat zal zo een mengeling tussen politicologie en sociologie zijn, denk ik: universiteitsstudenten, met andere woorden. (Loly is professor)
Ik wist niet direct wat ik daar op moest antwoorden. “Laat me er eens over denken, een programma uitwerken”, zei ik. Intussen heb ik door dat dat hier de kans van mijn leven is. We hebben het er vandaag nog eens concreter over gehad en blijkt dat ze mij een theoretische en praktische les wil laten geven. Uitdaging aangenomen!

Bij nog nadere bespreking bleek overigens dat ik drie tot vier weken krijg van elk vijf lesuren. Denkt ervan wat ge wilt, ik zal wel zien wat ik ervan bak. Ik ben alvast vollembak de literatuur aan ´t studeren. (en ik mik voor de moment nog op één week)

Ongelooflijk. Tussen het schrijven van deze alinea en de vorige zitten een tweetal uren. Mariela verjaart vandaag, en dat is min of meer volgens de zojuist beschreven procedure verlopen. Alleen was het deze keer mapanahua (iets plaatselijk zelf gebrouwen) en geen Clan MacGregor. Ow my god, een gortige smeerlapperij dat het gene naam heeft. Ge kunt dat niet geloven. Belgische bierenliefhebber als ik ben heb ik daar eerst eens goed aan geroken. Dat is het slechtste wat ge kunt doen. (en ik ben al gene vieze wat smaken betreft) Dat riekt naar iets onbeschrijflijk goor, niet te vergelijken met eender wat ik ooit al heb geroken. Vreselijk. Ik ben nogal redelijk overtuigd om alles te eten of drinken wat de Ecuadorianen drinken en dus heb ik dat toch eens geprobeerd, zelfs na menigen Ecuadoriaan zijn gezicht in krampen te zien trekken na het drinken van het goedje dat ze ons inschonken. Het was iets vies groen-bruin, gegist suikerrietsap, aangelengd (loof de Heer) met vers suikerrietsap. Mij leek het eerder rotte brol van ´t één of ´t ander, ik verzeker u dat er in België geen kat van zou drinken.
Uitademend (om niks te ruiken) nam ik dan toch den eerste slok, nadat ik er een paar anderen het had zien leegdrinken, want eerst dacht ik nog dat ze een fratske met mij aan ´t uitsteken waren. Qua smaak ging het er nog zjust door. Zolang ge maar niet riekt wat ge aan ´t drinken zijt.
Goed, na den eerste voelde ik mijne kop al licht worden, serieus. Nog nooit meegemaakt met eender welke drank. Ik schat dat daar zo tussen de 20 en de 35 graden in zaten en we dronken dat per halve beker. Narcissa stelde mij nog gerust: “den eerste is een beetje moeilijk, maar bij den tweede zingt ge al het nationaal volkslied” Ja het zat er nie ver neffe. Ik veronderstelde eerst nog dat de lichtheid in de kop aan de vermoeidheid lag, maar gaandweg werd duidelijk dat niemand meer in de zuiverste geestestoestand verkeerde. Ze hebben me nog verteld dat er rond de 50 graden alcohol in dat drankske zat, maar laat ons het op een 40 maximum houden. In ieder geval, het is nog erger dan gisteren en niemand is nog aan ´t werken, iedereen hangt wat rond rond elkaars computer, dat is echt ongelooflijk. Precies ne cantus die zjust gedaan is. Naast mij zitten twee stagiairs op dezelfde stoel zatte filosogische klap tegen tegen elkaar te verkopen, hilarisch. Ik denk dat niemand dat drankske graag dronk, maar dat dat eerder een groepsritueel was. Gieren.
´t Is trouwens prijs; één van de twee voorvernoemde stagiars staat nu aan den andere kant van mijne computer te slowen (ja zelfs knuffelen) met één van de vrouwen, op nen tragen Ecuadoriaanse. Ge kunt het u zo zot niet voorstellen.
Ikzelf loop er voor de moment blijkbaar nog goed bij, want Luly (verbasterig van Lourdes) kwam zjust binnen en vroeg mij of ik er ook van gedronken had. “Want ge ziet er niet zo uit.” Doch ik voel mij wel anders.
En dan te denken dat dat hier mijn stage is.

De Christian is de laatste dagen ook ijverig bezig met Nederlands leren. Zijn uitspraak is echt om het te bescheuren, maar hij is aan ´t oefenen. Vandaag wilde hij weten hoe ge "ik heb teveel gedronken" zegt. "Ik steek in de prak", loopt hij nu te oefenen.

Enkele sfeerbeelden van het feestje: http://picasaweb.google.es/ecuador.november/VerjaardagMariela


Cantus ex, comilitones. Terug werken.
(en dat betekent in dit geval: foto´s uploaden, want niemand is aan ´t werken)

Hoewel, ik blijf rustig aanvullen jong, het wordt hier met de minuut zotter: ondertussen hebben we allemaal een bord rijst met bonen, stoofvlees en frieten gegeten. Op het werk: niemand heeft dat betaald en dat is dan nog gebracht door een dienster, op de rekening van ACORDES, blijkbaar. Der liggen er hier zelfs al twee te slapen op drie stoelen in de vergaderruimte.


Zatte jongens, die Ecuadorianen.

dinsdag 13 november 2007

Crisis

Ik verneem hier juist van ons vader dat België nog altijd geen regering heeft. Bij deze wil ik eens goed lachen met al degenen die mijn blancostem onzin vonden:

Ik ben den enige die zijn goesting krijgt!

maandag 12 november 2007

Vrouwelijke fans en gestoorde scoutsplannen

Vorige week donderdag heeft de Germán mijn plannen met het schoolke in Raranga voorgesteld aan de Jaime, baas van Acordes. (lees: we hebben ze samen voorgesteld, maar de Germán is altijd nogal enthousiast) Ik ga daar eerst wat werkwinkels geven rond organisatie, teambuilding, communicatie, ... Weet ik wat nog allemaal, ik ga door tot mijn inspiratie op is. Om dan vervolgens te proberen een jeugdwerking te organiseren, vertrekkende van die werkwinkels om leiding te recruteren. Het zal misschien iets JINTRO-achtig worden, voor de kenners.
Ambitieus, maar met open armen ontvangen: “Ik vind het een prachtig initiatief, waarvan de gemeenschap ginder veel baat zal hebben. Het zou zelfs onrechtvaardig zijn om het niet te steunen.” Dat was ongeveer de letterlijke reactie van de Jaime, vol van typisch Ecuadoriaans sentiment. Ik heb het geflikt om een volledig eigen verzonnen project tot deel van mijn stage te maken. (en zo mijn stage weer wat meer vorm te geven in de richting waarin ik wil bijleren) Met veel dank aan de Germán, voor de contacten en het initiële maffe voorstel om een scoutsgroep op te richten. In´t begin dacht ik dat dat teveel werk ging zijn, maar nu heb ik daar tijd voor geregeld tijdens mijn stage. Intussen heb ik ook de steun en tips gekregen van den oprichter van Groep 6 (waar ik jongverkennerleider ben) in Cuenca, het gaat wel allemaal de goeie richting uit. Het zou er dus wel eens van kunnen komen.

Den dag nadien zijn we het plan gaan voorstellen bij de directrice, Narcisa. Die was volledig in de wolken, volgende week mag ik beginnen, maar ik moet eerst naar de viering van het 25-jarig bestaan van de school komen. De Germán gaat mee, want "As ´t veu te daansen is doen we meej, zalle!"

Nog zotte toeren: Evelien ziet het hier niet zitten en ze heeft de vroegst mogelijke vlucht terug naar huis geboekt. Beste beslissing volgens mij, het ging al lang niet goed. Ze moet wel tot 16 januari wachten, het schaap. Door een miscommunicatie dachten we efkes dat de zussen in België (of beter: den touroperator) MIJN vlucht vervroegd hadden in plaats van die van haar. Ik kon er gelukkig nog goed mee lachen.

Vrijdag nog eens met de Germán op pad, naar San Vicente, een werkwinkel geven over sociale netwerken en hun functie in het waterbeheer. Voor mij was het de eerste keer met dat onderwerp dus ik heb me hoofdzakelijk beziggehouden met boterhammen smeren en thee zetten. (bij elke werkwinkel wordt er eens getrakteerd, anders komt er geen volk, naar ´t schijnt) Het einde was echter te zot om waar te zijn: drie vrouwen vroegen of ik niet eens hun boek (een soort handleiding van hun jeugdwerking) wilde signeren: komt dat tegen. Het begon met de vraag of ik niet eens met hun op de foto wou, gevolgd door een handtekeningensessie en tenslotte wilden ze nog dat ik eens een teambuildingssessie kwam geven bij twee afdelingen hun vereniging, de “Ecologische Club”. (Club Ecológica) Ikke content natuurlijk, da´s weer wat ervaring meer. Als afsluiter kwam “don Manuel” aanzetten met een plateau. “Drinkte geen waterke, Ben?” Ik vond de glaaskes al verdacht klein. “Zhumir zeker!” De zaal aan ´t lachen, wij aan ´t drinken, dikke sfeer. Don Manuel heeft nog vier jaar in de VSA gewoond, hij was dan ook bijzonder fier om een gesprek in het Engels met mij aan te knopen. Ik denk dat die mens slechter Engels spreekt dan ik antiek Grieks (´Ω πóποι, ουλóμενος!), en gezien het aantal Zhumirkes dat hij binnenhees (en ons aanbood) denk ik niet dat zijn taalgevoel de enige oorzaak was. Ik weet ook niet wat dat is in dat beheerscomité, maar die vinden mij blijkbaar geweldig. “Ze aanbidden u hier” ("Te adoran."), zei de Germán zelfs op de terugreis. Ik moet hier dringend eens wat meer beginnen uitgaan denk ik. Diezelfde middag had hij mij overigens aan zijn vrouw en zijn - reeds veelbesproken - dochter voorgesteld. De mensen van ´t comite hadden dat van de Germán vernomen en waren mij aan het opstoken om hem "schoonvader" te noemen. Ge kunt niet geloven hoe ze zich hier kunnen kromlachen met een aangekondigde mop.

Foto´s: hele hordes flauwvallende fans en den drink achteraf http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/WerkwinkelSanVicente

Zaterdag stond ik in beide groepen als enige leider voor de mannen. Ik had daar altijd al schrik voor, het moest er ooit van komen. In de eerste groep is de medeleider niet opgedaagd, ik weet nog altijd niet waarom. (ik zal eens bellen) In de tweede groep moest de medeleider naar een vergadering in Quito. Hij had vervanging geregeld, maar die is niet komen opdagen. Dat is hier precies de scouts van ... Goed ja, ge snapt het probleem. Ik heb het in beide groepen wel opgelost gekregen, maar da´s nie gemakkelijk, aangezien de manier van werken hier KOMPLEET anders is (de taal ook een beetje, trouwens) en een improvisatie met Belgische spellekes werkt hier niet.

Zondag naar Oña, voor een teambuilding met de jongeren-vertegenwoordigers van de verschillende wijken. We willen die jongeren capabel maken om zich te verenigen, om bestaande verenigingen te verbeteren, ... Er daagden er maar vier op, van de 16 (denk ik) verschillende wijken. Het waren degenen die niet te ver van het centrum woonden. Vrij nutteloos dus om daar teambuilding aan te geven; het team was er niet. Een preek van Jhoana over het belang van die sessies (ik weet niet of dat er veel goed aan gedaan heeft) en een onnozel spelleke van mij om toch plezant af te sluiten: billekeklets, (ik weet evenmin of dat er veel goed aan gedaan heeft). Het gaat zich nog verspreiden denk ik. Ik heb dat al gedaan met jeugdleiders in Riobamba, Cuenca, Oña en Ambato, bij dat laatste was er volk van Quito en Guayaquil betrokken. Zodoende is dat spel al gekend in alle grote steden van Ecuador, dat begin stilaan op een vierde stageproject te trekken.

Als ik er een stagebegeleider en financiële middelen voor vind zal ik het weten te zeggen.