maandag 26 januari 2009

Intensief

De laatste twee dagen in tien woorden: druk, saai, lekker, sport, plezant, slachtoffers, muug, saai (reprise), interessant, content.

Druk

Veel rusten was er nie aan dees weekend. Zaterdagvoormiddag les, zaterdagnamiddag rugby-initiatie, zaterdagavond stevig weggaan (ook een verplichting in deze omstandigheden), zondag heel den dag de bus op om te toeristen in Nimes en zondagavond crashen in bad en in bed. Alles is hier tot op de minuut geregeld, voor sommigen begint de routine al op ’t gemoed te wegen. Meer details in onderstaand traktaat.


Saai

De zaterdagvoormiddag kwam er ne Spaanse prof vertellen over het coachen van jeugdatleten. Ferm, maar we hadden dat allemaal al eens gelezen en er zelfs ne paper over geschreven voor dat spel hier begon dus we waren nie echt geboeid.

Routine

’s Middags nog eens naar de plaatselijken Alma, we hebben intussen in de mot dat het “Europa-Azië” deel het gezondst en lekkerst is. ’t Is daar dan ook elke middag historische afspraak met de Verenigde Nederlanden (a.k.a. Leo Belgicus). Ge krijgt daar voor 2,85 euro een bord rijst met (Europees) vlees en groeten en een brooike. Daar moogde dan nog twee dingen bij kiezen: keuze uit fruit, een talloreke groentenbuffet en een variëteit aan verschillende voor- en nagerechten die het “dessertenfestival” van het gemiddelde trouwfeest kompleet belachelijk maakt. Het resultaat is ne menu die gewoon nie op te krijgen is, zelfs voor mij. Fantastische restaurant.

Sport

In de namiddag hadden de Fransen een rugby-initiatie gepland, maar plannen is hunne sterkste kant precies toch nie. We hadden een uur tijd om den tram te pakken naar ’t studentenrestaurant, te eten, terug te komen en nen anderen tram te pakken naar ’t rugbyveld. Maar vooraleer we konden vertrekken kregen we nog nen uitgebreiden (onnodigen) uitleg over hoe we daar zjust moesten geraken en hoe weinig tijd daar wel nie voor was. Tegen dat die uitleg gedaan was hadden we weer een kwartier minder om er nog te geraken. Bovendien was ‘t ook al twee dagen aan ’t regenen, wat de kans reëel maakte dat we niet op het veld zouden mogen, om het nie kapot te lopen. De prof kon da om één of andere reden ook nie op voorhand zeggen.Uiteindelijk is er maar 8 van de 24 (?) man gegaan, ik ben op ’t hotel gebleven voor een rustig middageten met de Duitse Katja en de Finse Saara. In de namiddag wat rondgehangen en artikels gelezen voor mijn thesisvoorstel voor den Erwin.
Achteraf bleek dat de rugby toch was doorgegaan, dus ergens wel spijtig.

Plezant

Diejen avond zijn we op Zweeds grondgebied de handbalmatch (kwartfinale WK) Zweden-Frankrijk gaan zien. Stillekesaan stroomde meer en meer volk binnen, tot zowat heel de groep daar binnen zat. Tegen 10 uur ben ik het afgebold, om na het posten van een verslagske mijnen tram in te kruipen. De groep is nog naar ’t stad vertrokken, maar da vond ik op de moment maar niks: kompleet op.

Slachtoffers

De volgende morgen hadden we afspraak om half 9. Als een horde volleerde gepensioneerden strompelden en kropen we de bus op. Ikzelf en twee anderen zaten er relatief fit bij, maar de meesten zaten nog half toe van de nacht ervoor, eerder dood dan levend.
Programmapunt een was de Pont du Gard, ge kent dat aquaduct wel. Wij waren al content dat we dat konden gaan bezien, maar we zijn er ook gewoon echt door gewandeld, beestig. Na ’t middageten zijn we naar ’t amfitheater van Nimes gaan zien. Toch weer 7 jaar geleden da’k nog in ’t Colosseum in Rome stond, dus echt wel plezant om dat nog eens te doen. Intussen was een van de Finse meiskes afgevoerd naar ’t ziekenhuis, was volop van hare sus aan ’t gaan. ’t Was echt wel plezant precies den avond van tevoren.
Na ’t amfitheater hebben we aan de kliniek van Nimes nog een half uur mogen wachten totdat de dokters onze Finse wijnproefster wilden laten vertrekken. Daardoor zijn we niet meer naar de zee kunnen gaan zien, spijtig, maar ale we hebben toch weer een plezant verhaal.

Saai (reprise)

Deze morgen orakelde de heer Athenasios – Sakis – Papaioannou (De zinssnede “Oulomenein!” was zelden toepasselijker) over de ego-georiënteerde en mastery-georiënteerde motivatie in de sport. Wederom iets dat we allemaal al uitgebreid hadden behandeld in onze papers. Hij wist het nog ietwat praktisch aan te brengen, maar een grote meerwaarde was ’t helaas nie.

Interessant

Na ne goeien Alma (dat spel heeft her genen eigen naam) kwam madam Natalia Stambulova (Zweden) haar theoretische benaderingen van het counselingsproces van athleten in een carrièreovergang omzetten in een praktisch kader om dergelijke processen mee te begeleiden Dat klinkt nogal serieus allemaal eh. Geweldig interessante lezing, direct praktisch toepasbaar. Dat hebben we dan ook direct mogen doen, een uur tijd om dat in paren uit te proberen. Doel was uw toekomst plannen en ontdekken of ge goed bezig zijt om uw doelen te bereiken. Klinkt simpel en triviaal, maar ’t is eigenlijk enorm waardevol, zeker als ge nog honderdduizend zotte plannen hebt gelijk ik. Ik had het genoegen om cliënt te kunnen zijn bij Katja, de Duitse. Die is afgestudeerd in de ontwikkelingspsyhologie en doctoreert daar nu op, dus dat was zowat de beste counseling da’k in da gebied kon krijgen. Het proces was nog nie rond en ik heb nu een “afspraak” om het morgen voort te zetten. In een andere context zou me dat tegen de 100 euro kosten, leve dees programma.
Die benadering van procesbegeleiding (wat dat was het) is uiteraard ook op het coachen van andere carrières van toepassing. Geweldig waardevolle les als ge ’t mij vraagt, en zeker iets waar ik later graag mee aan de slag wil gaan, bijvoorbeeld in den bedrijfswereld.

Plezant

Als algemene conclusie kan ik alleen maar zeggen dat het hier allemaal enorm plezant is. Zelfs al valt er af een toe een les aan de saaie kant, het geheel is toch geweldig. Ik besef met den dag meer hoe geweldig het hier is, in tegenstelling tot sommige anderen, die met den dag harder aftakelen. ’t Is zwaar, maar ik zien toch uit naar de dagen die nog gaan komen. Maar nu is ’t tijd voor een filmke en een wijntje, want intussen zitten we hier weer mee vier nationaliteiten op de kamer, dus ’t ga nog plezant worden dezen avond.


Tot in ’t kort!


Morgen lichelijk een fotoke of twee, nu genen tijd.

vrijdag 23 januari 2009

Heurepleuremeseurebleu

Over een handbalwedstrijd Noorwegen-Denemarken en de rampzalige gevolgen en nog wat over de lessen, alles in een lekker Noord-Nederlands (Joppie?)sausje.


Omdat onze Nederlandse vrienden naar eigen zeggen eerder weinig van mijn blog begrepen (zie o.a. reacties vorige bericht), en omdat ik wel eens wil bewijzen dat ik dit ook volgens de spellings- en grammaticale regels van het Standaardnederlands kan schrijven, draag ik dit verslag op aan onze Noorderburen.
(Instructies voor Vlamingen: spreek alle lange klinkers uit met een J of een W erachter en doe net of je een slijmbal uit je keel schraapt als je de G of de CH uitspreekt)


Woensdag was een errug saaie dag, geen hond die het interessant vond. In de voormiddag kwam een Allo Alloachtige (nou vrees ik toch even voor de spelling) Franse figuur wiet excellònt Iengliesh spiekieng skiells zijn visie op de activiteitsbenadering van de analyse van elitesportgedrag uiteenzetten. In de namiddag bracht een Finse feministe een betoog over het verschil tussen de culturele en de cross-culturele benadering binnen de sportpsychologie. Een ingewikkeld meta-theoretisch exposé dat bij slechts weinig toehoorders het kwartje deed vallen.

Die avond hebben we rustig enkele pilsjes op de kamer gedronken, kletsend en ouwehoerend met een stelletje Finnen en Nederlanders. Iedereen was erg vermoeid en we zijn dan ook vroeg onder de wol gekropen. We namen ons ook gelijk voor om de volgende dag te gaan stappen.

De les in de voormiddag zou geheid fijn worden. Bert Decuyper, onze professor uit Leuven, zou komen doceren, een ietwat verwarde professor die geinig les geeft omdat hij er meestal erg verward bij loopt. Hij heeft namelijk de gewoonte om ongeveer de helft van zijn zinnen maar half af te maken. Het college was wel erg interessant, het ging over communicatie en emotiemanagement in het coachen, veel praktischer dan de meeste andere colleges.

In de namiddag waren we uitgenodigd voor een rondleiding in het hoofdgebouw van de medische faculteit, de oudste nog bestaande van Europa en waarschijnlijk ook de wereld. Een mooi gebouw, maar het interessantst leek ons toch het eeuwenoude medische museum. Dat was echter gesloten wegens verbouwingswerken. Maar we hadden mazzel: speciaal voor ons zouden ze het openen. Een poosje later blijkt echter dat onze rondleiders zich bedacht hebben en dat het toch niet kan, één of andere hoge jaap was aanwezig en liet het bezoek niet toe. Als we om vijf uur nog eens terugkwamen mochten we er wel in, want dan zou hij weg zijn, maar maximaal met tien personen. Balen.


De groep voor de kathedraal die deel uitmaakt van de medische faculteit.



Dan zijn we maar iets gaan drinken in een kroeg die achteraf gezien een homobar bleek te zijn, alvorens met zijn vijven terug te keren naar de medische faculteit. Daar bleek dat ze ons belazerd hadden: de vrouw die ons een bezoekje beloofd had zei dat ze ons niet verwachtte en dat ze ons niet kon binnen laten. Malle jongens, de Fransen. Na dit akkefietje ben ik als de weerga naar de workshop van Gustavo gepleurd, die zou een experiëntiële teambuildingssessie organiseren, maar op net hetzelfde moment als het museumbezoek. Ik had voor het museum gekozen omdat ik al meerdere ervaringen heb opgedaan met die methode, maar nu dat niet doorging wilde ik maar wat graag aansluiten. Het bleek jammer genoeg over een methodiek te gaan die ik zelf al meermaals gebruikt heb, ik heb dus weinig bij geleerd. Maar het was toppie.

Die avond zou Denemarken tegen Noorwegen spelen, handbal, een erg populaire sport in Scandinavië. Onze vijf Denen wilden dat uiteraard gaan bekijken en het leek ons best wel mieters om mee te gaan kijken. Wij dus naar het centrum, wezen zoeken naar een cafeetje met groot scherm. We boften: het duurde niet lang of we zaten gezellig in een kleine kroeg voor de buis, vier van de vijf Denen en de Belgische delegatie, die zich omwille van de afwezigheid van de enige Noorse voor de gelegenheid als Noorse supporters vermomd had. “Hey ja Norge! Segen är vå! Vi är vinner!”

Denemarken zou overtuigd winnen, dus heb ik van de Zweden maar een Deens lied leren scanderen, wat de Denen natuurlijk uitermate geinig vonden. Ondertussen waren namelijk ook de Zweden, de Finnen en de Nederlanders gearriveerd, een mobieltje kan soms toch handig zijn. Het werd een hartstikke gezellige avond met bijna de hele groep, onwijs gaaf. Om één uur sluiten hier echter alle cafees: opsodemieteren. We zijn er dan maar vandoor gegaan, op zoek naar een club, die zijn hier tot drie uur open.


Links het Noorse front, rechts de Deense spionkop. Je kijkt vanuit het standpunt van de televisie.


Jammer genoeg viel het hele zootje uit elkaar in kleine subgroepjes. Ik belandde na een doelloos tochtje door het stadscentrum met de Denen Andreas en Ulrich en de Nederlandse Ninie in een taxi, die ons voor vijf euro per persoon naar het hotel voerde (de tram reed op dat moment niet meer). Ondertussen was ik gescheiden geraakt van Pieter, mijn kamergenoot, die was met de Noorse aan het sjansen. Die gozer heeft zijn sleutel verloren en had nu de mijne op zak, best wel sneu dus. Van de Denen hoorde ik dat die nogal tipsie was en ondertussen voor pampus in zijn bed lag. Na wat vergeefs kloppen zag ik mezelf al op de bank van een andere kamer slapen, maar gelukkig bracht de vriendelijke man achter de balie soelaas.

Ik ben dan toch nog iets gaan drinken op de kamer bij de Denen, die ook gezelschap van de Zweden hadden gekregen. Pas om vier uur waren we uitgekakt, dus na een kort nachtje zat (heb je hem*) ik alweer in de les. De proffen, een Finse in de voormiddag en een Zweed in de namiddag, hadden maar wat snel in de smiezen dat de groep weinig pit had. Er stonden verdacht veel laptops (de A als een E uitspreken) op de banken, en die werden bepaald niet allemaal gebruikt om nota van de les te nemen. De lunch was dan ook een vrijwel collectief bezoek aan het Amerikaanse deel van het studentenrestaurant: vet eten, dat smaakt het lekkerst bij een kater.

Vanavond zijn we wezen handballen in de sporthal van de unief. Hoewel, “we”, ik heb niet echt meegedaan, mijn beenvliezen doen weer moeilijk. Ik heb rustig wat balletjes gegooid en enkele rondjes rond de piste gelopen. Al bij al nog een gezellige avond, ik heb in de sporthal (zittend tussen degenen die niet aan het spelen waren) ook wat Zweeds gestudeerd. Met een Noorse en twee Zweden in de buurt is er altijd wel iemand om even om verduidelijking te vragen. Dat gaat erg lekker zo, het loopt op wieltjes.

Nou goed, net een deugddoende douche genomen, het wordt zo stilaan tijd om in bed te kruipen. Ik zou graag nog wat gaan socializen met wat scandinaviërs, maar de vermoeidheid begint weer te wegen. Welterusten en tot de volgende keer, dan kan ik weer heerlijk in de vertrouwde, eloquente, Molse lingua franca oreren.

Doeieie!



*Ik ben overigens niet dronken geweest, ik zit nog in een medisch experiment

dinsdag 20 januari 2009

Genen tijd

Dat is zo wat de rooien draad, buiten internationale uitwisseling: heelder dagen constant Engels klappen, zelfs als ge met Vlamingen of Hollanders klapt, omdat er altijd ander bij zijn.















De Belgen met één of anderen Duitse pils aan ne Fransen toog: Claus - Thieu - Lommelen



Zaterdagmorgen, 17 januari 2009, Charleroi International Airport. Op mijne rugzak zit ik te wachten op de drie reisgenoten van de Belgische delegatie: Pieter Claus (Torhout), Mathieu – Thieu – Meeûs (met een vogelke op de U – Heist-op-den-Berg) en Ton Van Os (Poortvliet), nen Hollander die zich listig als Belg vermomd heeft tijdens de selecties en zo aan de K.U.Leuven is ingeschreven geraakt. Maar ’t is ne plezante. Met dien Hollander en die West-Vlaming is de Belgische delegatie op zich al een betrekkelijk internationaal gezelschap. We zijn het nog nie helemaal eens over de voertaal.

Voor den eerste keer in mijn leven heb ik gevlogen zonder aan ’t vensterke te zitten. We hebben dan maar van Brussel tot Montpellier zitten schaken, ikke en de Claus. Ginder aangekomen pakken we den tram, volgens het keurig uitgeschreven stappenplan van professor Christophe Gernigon, de plaatselijken organisator, bereiken we het hotel, waar we de prijs voor ene nacht te horen krijgen en rechtsomkeer maken naar ne jeugdherberg in ’t stadscentrum. We waren nen dag te vroeg, om goeiekoper te vliegen en al wa van de stad te kunnen zien.

We komen aan in die jeugdherberg, smijten ons bullen in een kamer en trekken de stad in. Zalig middeleeuws doolhof vol klein pleintjes, echt prachtig. Op zoek naar een restaurant hossen we half het centrum af, den dag vloog om. ’s Avonds gekaart, we zijn tenslotte mee vier, en redelijk vroeg in onze nest gekropen. Want de volgende morgen hebben we de rest van de stad verkend. Sportief als “ze” zijn hebben “we” ook wat met de frisbee liggen smijten in ’t park. Prachtig groot aquaduct gezien en dan vertrokken naar het moderne centrum, Antigone. Een soort enorm complex van gebouwen en parken, compleet met restaurants, winkelketens, een mediatheek, een Olympisch zwembad en natuurlijk honderdduizen kantoren. Allemaal met namen uit de Griekse mythologie, en vol met beelden in diezelfde stijl. Prachtig allemaal.

In de namiddag hebben we het kalmer aan gedaan. Het kwam er hoofdzakelijk op neer da we terug naar ’t hotel “tsjolden” (we zitten me ne Wets-Vlaming) en daar wa gingen kaarten/uitrusten, aangezien we blijkbaar ons kamer pas kregen als de prof die ze gereserveerd had zou opdagen, om 18 uur. Intussen wel al een paar Finnen en een Duitse tegen ’t lijf gelopen. Kwam eigenlijk goe uit want ik moest nog een presentatie schrijven over de thesis die ik volgende semester ga doen. Elken dag moeten er twee studenten hun onderzoeksplannen voorstellen aan het internationaal gezelschap, zodat die vervolgens kritiek en suggesties kunnen geven. Maar we zijn aan ’t afdwalen. Tegen zes uur staan er een vijftiental studenten uit een vijftal landen in de hal van ’t hotel, wachtend totdat twee iets oudere mannen hun verhaal tegen de receptie gedaan hebben. Het blijkt om Christophe Gernigon en Erwin Apitzsch – mijne Zweedse promotor – te gaan. Ze nodigen ons uit op een verwelkoming in een zaaltje, een overzicht van de komende twee weken. Daar blijkt onder andere in dat Ben Lommelen uit België de spits mag afbijten met zijn thesispresentatie, de volgende middag. Ik antwoord overtuigd ja op de vraag of mijn voorbereiding klaar is, al heb ik er dezelfde avond nog de laatste hand aan moeten leggen. Den Erwin sprak mij ook al vrolijk in ’t Zweeds aan, al kon ik weinig anders zeggen dan ja en bedankt. Ik heb de mens verteld dat ik Zweeds wil leren en probeerde daarom ook altijd ’t Zweeds te mailen. Klappen daarentegen is nog wel een pakske moeilijker, maar de mens leek zowaar enthousiaster dan ikzelf.

Na die verwelkoming mochten we ons kamers intrekken. Eindelijk een doucheke enzo. Jonge, dat is hier luxueus. Een poepchikke kamer met flatscreen TV, frigo, ligbad, kitchenette (keukenske klinkt minder chik) en een klein balkonneke om het kompleet te maken. ’t Is drie sterren.
Direct daarna zijn we gaan eten in een supermarkt vlakbij, al chance dat dat open was, ’t was zondag en intussen al een uur of 10. Daarna zijn we wederom nie al te laat in onze pot gekropen, de volgenden dag zouden de lessen beginnen.

Maandagmorgen, 8 uur, den Thieu komt ons wakker kloppen. Ik lig op de kamer met de Claus en wij hebben allebei niks om ons te wekken. Hopelijk blijft da goe gaan. Ik ben in ieder geval al letterlijk elke morgen spontaan iets te vroeg wakker geworden, dus da’s zalig. Om 9 uur opent de supermarkt vlakbij, maar om 9 uur begint ook de les. 25 man in nen aula die allemaal niks gegeten hebben. Voor den eerste keer zien we nu ook alle deelnemers samen, want sommige waren ’s nachts nog aangekomen. Die deelnemers zijn nen hoop streefbollen en vakidioten uit alle hoeken van Europa. (voor deelnemers die dit lezen: dat zijn Molse woorden met “satirische” inslag) We hebben volk van Spanje (Gustavo), Denemarken (Cecilie, Ulrich, Andreas, Casper), Zweden (Mikael, Jonas) Noorwegen (Katarina), Finland (Iiro – met twee I’s geen L – Johannes, Karoline, Melina, Saara en Peter), Duitsland (Katja), Griekenland (Georgou) en natuurlijk, hoe kan het ook anders, Ingeborg, Jim en Nini. Ge raadt het al, de Hollanders, ge komt ze overal tegen. Scandinavië is een beetje oververtegenwoordigd en de Finnen spannen de kroon, ook wat betreft mottige namen. Zo zijn er namelijk nog twee figuren die met de namen “Kwok en Knud”, door het leven moeten.
Nu goed, na een welkomstwoord door den decaan van de faculteit biomedische wetenschappen (staan recht op: “een dokter preekt de matigheid, en was hier grote rolder”), de oudste nog bestaande ter wereld, stelt Gernigon zijne goeie vriend Marin (Montpellier) voor en we zijn vertrokken voor een voormiddagske visual skills, of die trainbaar zijn, en hoe ge dat dan wel kunt doen. Ik bespaar elle de details. Vlak voor ’t middageten mocht ik dan de spits afbijten met een presentatie over een onderzoeksdesign over een onderzoek naar aandachts- en communicatiestijlen tijdens time-outs in Zweedse handbalploegen in de eerste klas. (den titel belooft alvast lijvig te worden) Ook hier weer nie te veel details, want ik weet nog geeneens zeker of ik daar ook echt mijn thesis over ga doen. Ik moest een presentatie af hebben en ik heb nog geen concrete ideeën, plus ik zat met examens, dus heb ik gewoon een onderzoeksdesign van den Erwin in een presentatie gesmeten. (met vermelding daarvan, uiteraard) Blijkbaar was ’t nog nie slecht want ik heb meerdere spontane positieve reacties gekregen, zelfs over mijn Engels, plezant.

Die namiddag was ’t les van de Apitzsch (Zweden) zelf, ik heb nogal ogen getrokken. Die mens blijkt bezig te zijn met exact hetgeen waar ik kompleet zot van ben: experiëntieel groepsleren, daar draaide het allemaal zowat om, heel de namiddag actief bezig met groepsdiscussies en –opdrachten. Ik heb op die moment besloten om toch nog eens goed te klappen over mijn thesisonderwerp en da heb ik diezelfde avond ook mee succes gedaan. Al is da ook negatief nieuws, want nu moet ik tegen te zaterdag een volledig nieuw thesisvoorstel uitschrijven (eigen initiatief), en ’t is hier belachelijk druk. Maar ale, ik zen der wel gemotiveerd voor.
Die avond was ’t welkomstfeestje, de Gernigon had er werk van gemaakt. Die mens heeft ons hotel tegen een fikse korting kunnen regelen, heeft ervoor gezorgd da we gratis internet hebben op ’t hotel (normaal 6 euro per dag) en op de campus, da zijn onderzoeksgroep het afscheidsfeestje betaalt (hij verontschuldigde zich zelfs voor ’t feit da we ’t eten zelf moeten betalen, maar den drank is van de verniet) en dat de faculteit de welkomstdrink betaalt. Ge hoort mij nie klagen, we worden langs voor en langs achter gediend. Ze zijn hier echt zot gastvrij. Op dat feestje kwamen we trouwens ook stijlvol drie kwartier te laat binnen. De Gernigon was slecht gezind, de vicerector van de universiteit had al die tijd op ons gewacht voor ’t welkomstwoord. Meneer Gernigon had er echter geen rekening mee gehouden dat de les pas om 5 uur gedaan was, da we dan nog langs de winkel moesten (was den eerste moment dat da ging tijdens het programma), moesten eten en naar die receptie vertrekken, een reis die een uur duurde. Daar hadden we alles samen twee uur voor en de tram had onderweg panne. Dikke pech voor meneer de vicerector, maar niks aan te doen.
Na dat feestje, dat tot half negen heeft geduurd, hebben de aanwezige Franse studenten ons uitgenodigd om naar een studentenkeet te gaan. Twee gesloten clubs later karen we een cafe binnen. Bijzonder weinig uitgaansgelegenheid voor zo’n grote stad. Voor den afstand die we daar afgelegd hebben hadden we in Leuven vijf fakbars en tien cafees gepasseerd. Mar ale, ’t was nog ne geweldigen avond. Frans klappen met nen Hollander aan den toog, wie kan da nog vertellen. Later op en avond ook eens met de Zweden ene gedronken, enorm motiverend om te oefenen. Het klappen is nog Engels, mar ik weet er wel gebruik van te maken om mijn Zweeds op te krikken. Tegen ’t einde van den avond (toch al om 2 uur, ma meer zat er echt nie in met die lessen en da gereis) zijn we ook nog is allemaal – toch degenen die der nog waren, uiteraard alle Belgen – door de Fransen aan ’t hotel afgezet. Zalige mannen.

Op den tweede lesdag, verrassend fris na zes uur slaap en ne “zware” nacht, stak een zwaar sportkotgevoel de kop op. Ik voelde mij terug het 18-jarig Apollonerke van zes jaar (!) geleden. Professor Delignières (Montpellier) gaf een interessant overzicht van zijn onderzoek naar ‘t ontwikkelen van motorische vaardigheden, een psychologische benadering. In de namiddag was ’t Vana Hutter (Holland) met een les over “mental skills”. Geweldig interactieve stijl van lesgeven, plezante namiddag.

’s Middag gaan we hier trouwens eten in de lokalen Alma: gelijk in Leuven hebben ze hier ook een studentenrestaurant met verschillend menu’s. Het verschil is hier dat het een complex van klein restaurankes is, allemaal in een eigen thema: Pizza bij den Italiaan, friet mee hamburger bij den Amerikaan en dan is er nog een Europese en een Aziatische afdeling, maar daar heb ik nog nie gegeten. Elke menu ligt onder de drie euro en der is ofwel drank ofwel twee nagerechten inbegrepen, echt zot allemaal.
Deze namiddag ben ik met den Thieu, de Hollanders en de Duitse bij den Amerikaan gaan eten (kunde nog volgen?). Mekander constant uitlachen met het dialect, echt zalig. Ik ben ook wa meer met de Zweden beginnen omgaan. Ze zijn ’t al gewoon dat ik afkom met onnozel grammaticale vragen, waar de mannen gewoonlijk zelf nie op kunnen antwoorden aangezien die dat automatisch doen. Mar ale, we zijn eindelijk goe bezig mee Zweeds leren, da doe deugd.

Het cliche over het leren van talen gaat toch weer op, ik heb op enen dag zowel in ’t Grieks als in ‘t Zweeds leren schelden (zonder der zelf om te vragen). Daarom bij deze een kort intermezzo voor iedereen die (modern) Grieks of Zweeds verstaat: “Malakas” en “Din fölen fan”, astemblieft.

En dezen avond dan mee veel moeite en in drie stukken dezen tekst bijeen geschreven. Want het internationaal ontmoeten gaat natuurlijk constant door, ondanks het strakke schema, en ge moet dan wel stoem zijn om achter een computerke te kruipen. Zo zijn we bijvoorbeeld met de Belgische delegatie bij de Jim, den Hollander, en den Georgou gaan eten en daar wa blijven plakken natuurlijk. Zien naar filmkes van Griekse folkloristischen dans (we zitten mee nen danser) en een pint drinken. Precies ne jamboree, voor degenen die daar van kunnen meeklappen.
Ale, ’t is dus maar rap ineengeflanst, mar het zal moeten volstaan, want ’t is weer meer as slapentijd.

Tot over een paar dagen, als ik nog eens tijd vind.

dinsdag 13 januari 2009

Bisnummer (*1)

Wegens de niet-aflatende positieve reacties op mijn blog in Ecuador(*2), en op algemeen verzoek(*3) stel ik u met enige trots het vervolg van mijn reisverhaal voor.


Ik ben intussen negen maanden terug in Leuven (in Mol heb ik zo goed als niet gezeten) en het wordt weer tijd om mijn valiezen te pakken. De reis gaat deze keer naar Montpellier. Ik ben momenteel nog de laatste schoolwerkskes aan 't afhandelen (21 papers op een semester, ge zou voor het voor minder afbollen) en deze zaterdag pak ik met mijn drie jaargenoten de vlieger naar de Côte d'Azur.

Bedoeling is dat we ginder twee weken "intensieve cursus" gaan volgen. Ik weet nog niet of het de lessen of de feestjes gaan zijn die het intensief maken, maar ik gok op allebei. De lessen duren dagelijks van 9 tot 5 en we krijgen maar één dag weekend. Daar komen 35 met hun gat in de Franse boter gevallen studenten uit 14 Europese universiteiten op af, om les te krijgen van de grootste Europese namen in de sport- en bewegingspsychologie. Overdag extreem interessante lessen, en 's nachts, ja dat behoeft weinig uitleg denk ik. Laat ons het maar op "intensief" houden.

't Zotste van al is nog dat heel dat project deels op Europees interuniversitair netwerken gericht is en daarom - u kan het al vermoeden als ik met dergelijke woorden begin te smijten - vet gesubsidieerd wordt door de KUL en door Europa. We krijgen ons reiske (hotel inclusief) voor 75 procent terugbetaald, hoe vet is da.


Met het oog op de periode februari-juni heb ik trouwens ook weer ne schone nieuwjaarsbrief geschreven aan ons Alma Mater. En met succes, een dikke beurs onder mijn gat en een uitnodiging van professor Erwin Apitzsch uit Lund, in Zweden. Ik mag daar mijn thesis gaan schrijven. Dat laatste wendingske zal ervoor zorgen dat er direct al een pak minder jaloers zijn, de meesten hebben er zwaar genoeg van na één thesis. Ik begin eigenlijk met veel goesting aan de tweede. 't Zal iets zijn ronds groepsdynamica binnen sportteams, maar wat exact, daar moet ik nog eens goed over klappen met den Erwin.

't Gaat allemaal bijzonder vlot eigenlijk. Hoewel ze van overal roepen dat het in Lund nie te doen is om een kot te vinden en dat ge u blauw betaalt als het dan toch lukt, heb ik via wa zoekwerk op internet en ene goeien ouwen echten brief op de post een contract kunnen fiksen voor een stulpke op 200 meter van wat intussen al mijn derde unief zal worden. 3100 kronen per maand, dat zijn 310 euro's, geen geld voor een kot ginder. Goeiekoop en dichtbij, daar moet iets achter zitten. Zij maar gerust: 't is 7 vierkante meter groot, dat is dus zjust genoeg plaats om uit bed te stappen zonder tegen de muur te lopen. Gelukkig heb ik al zeven jaar kunnen ervaren dat een kot alleen dient om te slapen. Ik hoop alleen dat er een klerenkast in dat hol past, da'k mijn valies eens kan uitladen.

Met mijn kot in Leuven ging het ook allemaal verrasend vlot. Vandaag is de Pierpaolo Spinelli (we noemen hem al Pierre of Spirelli) ingetrokken, nen Italiaan die het voor de rest van 't jaar overpakt, en mij aldus voorziet van financiën om Zweedse pinten te gaan pakken. Hoewel, iedereen weet dat het in Zweden nie voor 't schoon weer en de goeiekope pinten zal zijn. De vrouwen kunnen dus maar beter meevallen ginder.



Maar eerst Montpellier dus. Morgen werk ik mijn laatste twee papers af, overmorgen begin ik aan mijn thesis en een presentatie die ik daarvan moet geven in Montpellier, de vrijdag hoos ik hem naar Mol en de zaterdag zijn we vertrokken.



Binnenkort meer nieuws!



(*1): in de niet-academische betekenis, naar ik hoop
(*2 en 3): u merkte ongetwijfeld de licht ironische bijklank