Over menne verjaardag, mar eigenlijk vooral over al de rest. Het lijkt hier eindelijk een beetje op gang te komen.
Als ge vier dagen ergens woont, heb ik ervaren, dan is ’t moeilijk om welgemeend samen ne verjaardag te vieren. Ik had het moeilijk om mensen uit te nodigen, omdat iedereen hier redelijk bezig is, de semester is immers zjust begonnen. Bovendien zitten die internationalen hier allemaal al een dikke maand in mentorgroepen, waar ik dus te laat voor kwam. Onderschat het effect daar nie van. Ik zou het nogal pestigieus vinden om dan als pas aangekomen manneke te vragen of iedereen efkes uwe verjaardag komt vieren. Da heb ik dan ook nie gedaan, ik doe zoiets alleen als 't echt gemeend is. Den 20e ’s avonds hadden de Cagdash en Jessica wa maten uitgenodigd. Overwegend mannen die "cultural studies" ofzoiet doen en dus nogal links getint zijn, om het zacht uit te drukken. (dat is onder erasmussers natuurlijk sowieso al een pak erger dan doorgaans) Ons Oostenrijkers waren het huis uit en ons Zweedse was nie te bespeuren, dus als ik er iets plezant van wilde maken zou het met die mannen moeten zijn. Ik ging dus eens zien wat die in de salon aan ’t uitsteken waren, want die maakten nie alleen geweldig veel lawaat, die hadden ook nog goeien hiphop opstaan.
Die mannen waren zjust druk een of ander drankspel aan ’t doen, en ik werd direct uitgenodigd om mee te doen. "Hedde iet van drank?" Ik had mij voorzien om op mijne verjaardag te trakteren, de gortig dure Zweedse alcoholprijzen indachtig, en had op ’t vliegveld van Brussel ne liter ouwen Bols (35°) ingeslagen. (Moeder en vader, da was nie alleen om zeker op tijd in te checken da’k een half uur op voorhand wilde vertrekken) Taksfree was ’t vreemd genoeg nie, da geldt tegenwoordig alleen nog als ge buiten de Europese Unie vliegt, ma ’t was in ieder geval goeiekoper dan in Zweden. (Bedoeling was iets Belgisch, Bols is Hollands, maar jenever is wel van bij ons, vandaar. Belgische korte hadden ze namelijk nie.) Ikke dus mijn fles bovengehaald en die manne der allemaal ene gegeven. Het was een gewoon rustig samenzijn onder studenten, ma wel mee acht man van acht nationaliteiten: Vlaams (om efkes te provoceren), Frans, Engels, Zweeds, Oostenrijks, Canadees, Turks en zelfs Perzisch (dat bleek Iran te zijn).
Aangezien die mannen allemaal van die arafatsjallendragers waren werd er nogal veel geklapt over de huidige wereldproblemen en nogal heel veel gekakt op Amerika, bij wijze van spreken bekan constant met de vuist in de lucht. Om daar ernstig genomen te worden moet ge in elke zin het woord "kapitaal", "sociale strijd" of "onrecht" gebruiken. Da’s dus nie echt mijn soort klap, maar ale ik von het wel is lollig (*). Een kleurrijk gezelschap waar zelfs de gemiddelde vent zich feminist noemt, ge moet er eens mee geklapt hebben. Dat is dat soort mensen die elk Latijns-Amerikaans vrijheidslied over Che Guevara kennen, dus daar had ik een vaag raakvlak. Na wa bier, wa Bols en wa wodka zat de sfeer der goe in
(*) Pas op ik heb niks tegen die mensen, die hebben zinnige dings te vertellen, maar ik heb den indruk da ge als ge te ver links of rechts gaat ge te veel energie verspeelt aan het “anti zijn”. Die mannen verkloten zo veel moeite met ergens tegen te zijn dat ze vergeten waar ze eigenlijk VOOR zijn, om het efkes karikaturaal uit te drukken.
Ik ben der uiteindelijk om een uur of drie ingekropen, de rest is nog doorgegaan naar een nachtclub die achteraf nie open bleek te zijn, dus ik heb gelukkig nie te veel gemist. Ik wou me wa sparen voor de volgenden avond. Amai, en terecht.
De volgenden dag werd ik wakker rond een uur of elf, geweldig laat want ik word hier normaal wakker rond een uur of acht, door ’t straatlawaai. Op ’t gemakske geten en mijn bullen gepakt, wa gaan lezen in de bibliotheek, voor den eerste keer trouwens. Ge hebt daar blijkbaar geen studentenkaart voor nodig en ge kunt hier ook vlotjes mee uwe frak aan en uwe laptop in uw kabas binnenstesselen. Leve de beschaafde Zweden.
Dat lezen in de bibliotheek, dat gaat trouwens nie over stripboeken eh, voor de duidelijkheid. Vandaag was 't thema groepscohesie in teamsporten.
’s Avonds zou ik naar de novischsitnning gaan, een soort eten en zingen speciaal voor de nieuwen in de nation. Zoals ik al zei hoopte ik ergens dat het zou trekken op cantussen, en da’k er iets van zou kunnen opsteken. Maar ik dierf da nie te hard hopen, want dan zou het zeker tegenvallen. Maar in tegendeel. Manneke dat heeft mijn zotste verwachtingen daar zwaar overtroffen. Ge komt daar aan in een gezellige zaal mee ne man of 40. Kaarslicht, welkomstspeech, iedereen in kostum. (de Zweden van de les in Frankrijk hadden mij verzekerd dat een kostum nie nodig zou zijn, wel in tegendeel) Iedereen kreeg een vaste plaats toegewezen, met naamkaartje. Ik ging daar alleen hene. Mijn doelen waren hoog: mij inwerken in die nation om aldus Zweden te leren kennen en Zweeds te leren. Serieus ambitieus, en dus ook wel een beke met twijfels. Ze hadden me blijkbaar tegenover de “international coördinator” van de nation gezet, Cecilia. Naast haar zat nog ne Frans, ik werd direct verwelkomd en kreeg nen hoop uitleg over wat er allemaal gebeurde. Zalige mensen. Op mijn plaats lag mijne "codex" klaar, op het eerste blad getekend met een persoonlijk welkomstwoord van de voorzitter van de nation, en gestempeld.
Iedereen kreeg twee klein bekerkes sterken drank, “tas”, oftewel poot, ne likeur met bessen. Als ge die drinkt zegde nie schol, maar wel “schone poot” en ge maakt een soort homopolleke naar den overbuur. Da bleek heel belangrijk te zijn. Vervolgens kapte uwen tas ad fundum binnen. Het woord bijtassen was daar erg van toepassing, want de tassen gingen nogal vlot binnen. Na tien minuten hebben we met vier man een fles tas bijgekocht. Iedereen kreeg ook een fleske bier, daar waren ze wat rustiger mee, dat was om ad libitums te drinken, als ge efkes genoeg getast had. En dan was er ook nog een fles wijn per twee man, ook ad libitum te drinken.
En intussen lieten de mannen daar ne menu in drie gangen aanrukken, gewaagd aan het gemiddelde communiefeest. Rustig babbelen, en om de tien minuten een speechke, dat uiteindelijk altijd een Lieke inleidde. Stijlvol maar ook grappig. En de liekes steevast drinkliederen. En altijd ne “skål” (schol) of “Vacken tas” (schone poot) op ’t einde, en drinken. Ad fundum als ’t nen tas was, ad libitum als ’t een bierke of een wijntje was. En ge kon altijd zelf kiezen.
Dan waren er nog nen hoop frmaliteitenachtige regels over het hoe en met wie klinken bij welken drank en volgend op deze of gene uitspraak (die ik nog nie volledig in de mot heb), de mannen hadden ook vrije versies, stonden vantijd al eens op de stoelen, lieten bepaalde gasten liederen aanheffen of een speechke doen, hadden een rollingszang vergelijkbaar met de onze, schreven in elkaars codex, … allemaal in een prachtige, gezellige, studentikoze sfeer die de sfeer van ons cantussen echt vervaarlijk hard naar de kroon steekt. Afgezien van het ontbreken van het Latijn en het toevoegen van eten zijn wij met hetzelfde bezig, en ik heb zowaar ene keer silentium horen roepen, al was het vanuit de corona, want vreemd genoeg is er niet echt een voorzitter. Degene die de liederen aankondigen zitten bij in de "corona" en gaan bij elk lieke vanvoor een speechke geven.
Uiteindelijk komen die mannen op dat gebied toch meer over als ne verfijnde cultuur, daar zijn wij vieze oude Galliërs tegen als ge da vergelijkt met ons Leuvense cantussen. Dat zijn hier heren en dames in plaats van ranzige vikingen. Allemaal schoon in kostum en in de maat zingen. Ze laten hier het lied ook inzetten gelijk bij ons, maar nie om de melodie op te frissen, maar om de zjusten toon te zetten. OK, ze steken een beetje in de prak op ’t einde, maar van chaos geen sprake. Als orgelpunt van goede smaak kwam er ook een studentenkoor optreden. Die mannen, overwegend vrouwen, kwamen een lied of vijf zingen. Traditionele drinkliederen, gezongen als een engelenkoor. Van die liederen stonden er meerdere in de “codex” (Sångbok, spreek ongeveer uit als: “soëngboek”, hoe zalig klinkt da). Stelt u de klank van Scala voor in combinatie met nen tekst als die van trink, trink, brüderlein trink. Ob Bier oder Wein ob Champagner, ... Zoiets.
Beeld van de sittning met op de achtergrond het koor. Links vanachter zit ik, met het rode hemd.
En geweldig gezellig allemaal. Ik had me een zaal met een hondervijftigtal mensen voorgesteld, aangezien we het hier toch hebben over een nation met een stuk of 3000 leden. Het waren er een stuk of 40, en ik was erbij.
Het schoonste moment was toch den afsluiter, ge gelooft het nooit. Die mannen begonnen zowaar een Zweedse versie van de Oude Roldersklacht te zingen, en, dees is helemaal straf, volledig volgens de zjuste melodie, vele beter dan den doorsnee Leuvense kring. (hiermee maak ik bewust onderscheid tussen Leuven en Heverlee, want die laatste mannen kunnen dat doorgaans wel) Ik kon da door ‘t gebrek aan licht en ’t gemis van mijnen bril allemaal amper lezen, en ik ben dan op ’t einde ook gewoon de Vlaamse versie beginnen zingen. Prachtig om te zien hoe de regel “o jerum, jerum, jerum, o quae mutatio rerum” identiek bleek te zijn. Bangelijk. Die mannen stonden tijdens de tweede strofe zelfs per twee regels recht naargelang de faculteit … volledig gelijk wij.
Man toch, ik ben echt geweldig content da’k da gedaan heb, hoe zot het op ’t eerste zicht ook leek om er alleen aan te beginnen. Maar zo moet da nu soms eenmaal als erasmusser. Redelijk wa mensen leren kennen waar ik nog mee ga samenwerken in de nation (bijvoorbeeld volgende woensdag achter den toog) - en zodoende Zweeds leren - , anderen waar ik Frans en Zweeds mee ga oefenen, prachtige kansen weer allemaal.
Tot mijn grote vreugde bleek dat spel ook niet ene keer per semester plaats te vinden, zoals ik verwachtte (en vreesde) maar ene keer per maand. En op de koop toe bleek het helpersfeestje, waar ik als kersversen barman op uitgenodigd ben, elke maand door te gaan, en zo’n sittning te zijn. Volgende vrijdag is 't al terug prijs. Dat zal hier dus al minstens twee keren per maand sittning zijn, ik ben wederom enorm goe terechtgekomen. Ik ben geweldig gelukkig en voldaan naar huis gewandeld, door het verse sneeuwtapijt dat intussen verschenen was. Hoe schoon is da.
Mennekes, ik ben vandaag 25 geworden, ne mens zou van minder muug worden. Ik kruip in mijnen tram.
Non est mutatio rerum.
En toch nog een P.S.ke:
Ik heb tegen de mannen nog geen woord gerept over ’t feit dat ik zo’n dings in Leuven zelf voorzat. Maar ik heb al wel een afspraak met de international coördinator, die moet voor Engelstalige liederen zorgen voor de volgende sittning en die wilt daar mee mij over klappen. Ik heb tijdens de sittning namelijk meerdere liederen gehoord waar wij nen Engelsen tegenhanger van kennen. En op de volgende sittning moet ik ook een Vlaams lied aanleren. Het zit er precies toch een bikke ingebakken allemaal, en het moet eruit. Wordt vervolgd.
Als ge vier dagen ergens woont, heb ik ervaren, dan is ’t moeilijk om welgemeend samen ne verjaardag te vieren. Ik had het moeilijk om mensen uit te nodigen, omdat iedereen hier redelijk bezig is, de semester is immers zjust begonnen. Bovendien zitten die internationalen hier allemaal al een dikke maand in mentorgroepen, waar ik dus te laat voor kwam. Onderschat het effect daar nie van. Ik zou het nogal pestigieus vinden om dan als pas aangekomen manneke te vragen of iedereen efkes uwe verjaardag komt vieren. Da heb ik dan ook nie gedaan, ik doe zoiets alleen als 't echt gemeend is. Den 20e ’s avonds hadden de Cagdash en Jessica wa maten uitgenodigd. Overwegend mannen die "cultural studies" ofzoiet doen en dus nogal links getint zijn, om het zacht uit te drukken. (dat is onder erasmussers natuurlijk sowieso al een pak erger dan doorgaans) Ons Oostenrijkers waren het huis uit en ons Zweedse was nie te bespeuren, dus als ik er iets plezant van wilde maken zou het met die mannen moeten zijn. Ik ging dus eens zien wat die in de salon aan ’t uitsteken waren, want die maakten nie alleen geweldig veel lawaat, die hadden ook nog goeien hiphop opstaan.
Die mannen waren zjust druk een of ander drankspel aan ’t doen, en ik werd direct uitgenodigd om mee te doen. "Hedde iet van drank?" Ik had mij voorzien om op mijne verjaardag te trakteren, de gortig dure Zweedse alcoholprijzen indachtig, en had op ’t vliegveld van Brussel ne liter ouwen Bols (35°) ingeslagen. (Moeder en vader, da was nie alleen om zeker op tijd in te checken da’k een half uur op voorhand wilde vertrekken) Taksfree was ’t vreemd genoeg nie, da geldt tegenwoordig alleen nog als ge buiten de Europese Unie vliegt, ma ’t was in ieder geval goeiekoper dan in Zweden. (Bedoeling was iets Belgisch, Bols is Hollands, maar jenever is wel van bij ons, vandaar. Belgische korte hadden ze namelijk nie.) Ikke dus mijn fles bovengehaald en die manne der allemaal ene gegeven. Het was een gewoon rustig samenzijn onder studenten, ma wel mee acht man van acht nationaliteiten: Vlaams (om efkes te provoceren), Frans, Engels, Zweeds, Oostenrijks, Canadees, Turks en zelfs Perzisch (dat bleek Iran te zijn).
Aangezien die mannen allemaal van die arafatsjallendragers waren werd er nogal veel geklapt over de huidige wereldproblemen en nogal heel veel gekakt op Amerika, bij wijze van spreken bekan constant met de vuist in de lucht. Om daar ernstig genomen te worden moet ge in elke zin het woord "kapitaal", "sociale strijd" of "onrecht" gebruiken. Da’s dus nie echt mijn soort klap, maar ale ik von het wel is lollig (*). Een kleurrijk gezelschap waar zelfs de gemiddelde vent zich feminist noemt, ge moet er eens mee geklapt hebben. Dat is dat soort mensen die elk Latijns-Amerikaans vrijheidslied over Che Guevara kennen, dus daar had ik een vaag raakvlak. Na wa bier, wa Bols en wa wodka zat de sfeer der goe in
(*) Pas op ik heb niks tegen die mensen, die hebben zinnige dings te vertellen, maar ik heb den indruk da ge als ge te ver links of rechts gaat ge te veel energie verspeelt aan het “anti zijn”. Die mannen verkloten zo veel moeite met ergens tegen te zijn dat ze vergeten waar ze eigenlijk VOOR zijn, om het efkes karikaturaal uit te drukken.
Ik ben der uiteindelijk om een uur of drie ingekropen, de rest is nog doorgegaan naar een nachtclub die achteraf nie open bleek te zijn, dus ik heb gelukkig nie te veel gemist. Ik wou me wa sparen voor de volgenden avond. Amai, en terecht.
De volgenden dag werd ik wakker rond een uur of elf, geweldig laat want ik word hier normaal wakker rond een uur of acht, door ’t straatlawaai. Op ’t gemakske geten en mijn bullen gepakt, wa gaan lezen in de bibliotheek, voor den eerste keer trouwens. Ge hebt daar blijkbaar geen studentenkaart voor nodig en ge kunt hier ook vlotjes mee uwe frak aan en uwe laptop in uw kabas binnenstesselen. Leve de beschaafde Zweden.
Dat lezen in de bibliotheek, dat gaat trouwens nie over stripboeken eh, voor de duidelijkheid. Vandaag was 't thema groepscohesie in teamsporten.
’s Avonds zou ik naar de novischsitnning gaan, een soort eten en zingen speciaal voor de nieuwen in de nation. Zoals ik al zei hoopte ik ergens dat het zou trekken op cantussen, en da’k er iets van zou kunnen opsteken. Maar ik dierf da nie te hard hopen, want dan zou het zeker tegenvallen. Maar in tegendeel. Manneke dat heeft mijn zotste verwachtingen daar zwaar overtroffen. Ge komt daar aan in een gezellige zaal mee ne man of 40. Kaarslicht, welkomstspeech, iedereen in kostum. (de Zweden van de les in Frankrijk hadden mij verzekerd dat een kostum nie nodig zou zijn, wel in tegendeel) Iedereen kreeg een vaste plaats toegewezen, met naamkaartje. Ik ging daar alleen hene. Mijn doelen waren hoog: mij inwerken in die nation om aldus Zweden te leren kennen en Zweeds te leren. Serieus ambitieus, en dus ook wel een beke met twijfels. Ze hadden me blijkbaar tegenover de “international coördinator” van de nation gezet, Cecilia. Naast haar zat nog ne Frans, ik werd direct verwelkomd en kreeg nen hoop uitleg over wat er allemaal gebeurde. Zalige mensen. Op mijn plaats lag mijne "codex" klaar, op het eerste blad getekend met een persoonlijk welkomstwoord van de voorzitter van de nation, en gestempeld.
Iedereen kreeg twee klein bekerkes sterken drank, “tas”, oftewel poot, ne likeur met bessen. Als ge die drinkt zegde nie schol, maar wel “schone poot” en ge maakt een soort homopolleke naar den overbuur. Da bleek heel belangrijk te zijn. Vervolgens kapte uwen tas ad fundum binnen. Het woord bijtassen was daar erg van toepassing, want de tassen gingen nogal vlot binnen. Na tien minuten hebben we met vier man een fles tas bijgekocht. Iedereen kreeg ook een fleske bier, daar waren ze wat rustiger mee, dat was om ad libitums te drinken, als ge efkes genoeg getast had. En dan was er ook nog een fles wijn per twee man, ook ad libitum te drinken.
En intussen lieten de mannen daar ne menu in drie gangen aanrukken, gewaagd aan het gemiddelde communiefeest. Rustig babbelen, en om de tien minuten een speechke, dat uiteindelijk altijd een Lieke inleidde. Stijlvol maar ook grappig. En de liekes steevast drinkliederen. En altijd ne “skål” (schol) of “Vacken tas” (schone poot) op ’t einde, en drinken. Ad fundum als ’t nen tas was, ad libitum als ’t een bierke of een wijntje was. En ge kon altijd zelf kiezen.
Dan waren er nog nen hoop frmaliteitenachtige regels over het hoe en met wie klinken bij welken drank en volgend op deze of gene uitspraak (die ik nog nie volledig in de mot heb), de mannen hadden ook vrije versies, stonden vantijd al eens op de stoelen, lieten bepaalde gasten liederen aanheffen of een speechke doen, hadden een rollingszang vergelijkbaar met de onze, schreven in elkaars codex, … allemaal in een prachtige, gezellige, studentikoze sfeer die de sfeer van ons cantussen echt vervaarlijk hard naar de kroon steekt. Afgezien van het ontbreken van het Latijn en het toevoegen van eten zijn wij met hetzelfde bezig, en ik heb zowaar ene keer silentium horen roepen, al was het vanuit de corona, want vreemd genoeg is er niet echt een voorzitter. Degene die de liederen aankondigen zitten bij in de "corona" en gaan bij elk lieke vanvoor een speechke geven.
Uiteindelijk komen die mannen op dat gebied toch meer over als ne verfijnde cultuur, daar zijn wij vieze oude Galliërs tegen als ge da vergelijkt met ons Leuvense cantussen. Dat zijn hier heren en dames in plaats van ranzige vikingen. Allemaal schoon in kostum en in de maat zingen. Ze laten hier het lied ook inzetten gelijk bij ons, maar nie om de melodie op te frissen, maar om de zjusten toon te zetten. OK, ze steken een beetje in de prak op ’t einde, maar van chaos geen sprake. Als orgelpunt van goede smaak kwam er ook een studentenkoor optreden. Die mannen, overwegend vrouwen, kwamen een lied of vijf zingen. Traditionele drinkliederen, gezongen als een engelenkoor. Van die liederen stonden er meerdere in de “codex” (Sångbok, spreek ongeveer uit als: “soëngboek”, hoe zalig klinkt da). Stelt u de klank van Scala voor in combinatie met nen tekst als die van trink, trink, brüderlein trink. Ob Bier oder Wein ob Champagner, ... Zoiets.

En geweldig gezellig allemaal. Ik had me een zaal met een hondervijftigtal mensen voorgesteld, aangezien we het hier toch hebben over een nation met een stuk of 3000 leden. Het waren er een stuk of 40, en ik was erbij.
Het schoonste moment was toch den afsluiter, ge gelooft het nooit. Die mannen begonnen zowaar een Zweedse versie van de Oude Roldersklacht te zingen, en, dees is helemaal straf, volledig volgens de zjuste melodie, vele beter dan den doorsnee Leuvense kring. (hiermee maak ik bewust onderscheid tussen Leuven en Heverlee, want die laatste mannen kunnen dat doorgaans wel) Ik kon da door ‘t gebrek aan licht en ’t gemis van mijnen bril allemaal amper lezen, en ik ben dan op ’t einde ook gewoon de Vlaamse versie beginnen zingen. Prachtig om te zien hoe de regel “o jerum, jerum, jerum, o quae mutatio rerum” identiek bleek te zijn. Bangelijk. Die mannen stonden tijdens de tweede strofe zelfs per twee regels recht naargelang de faculteit … volledig gelijk wij.
Man toch, ik ben echt geweldig content da’k da gedaan heb, hoe zot het op ’t eerste zicht ook leek om er alleen aan te beginnen. Maar zo moet da nu soms eenmaal als erasmusser. Redelijk wa mensen leren kennen waar ik nog mee ga samenwerken in de nation (bijvoorbeeld volgende woensdag achter den toog) - en zodoende Zweeds leren - , anderen waar ik Frans en Zweeds mee ga oefenen, prachtige kansen weer allemaal.
Tot mijn grote vreugde bleek dat spel ook niet ene keer per semester plaats te vinden, zoals ik verwachtte (en vreesde) maar ene keer per maand. En op de koop toe bleek het helpersfeestje, waar ik als kersversen barman op uitgenodigd ben, elke maand door te gaan, en zo’n sittning te zijn. Volgende vrijdag is 't al terug prijs. Dat zal hier dus al minstens twee keren per maand sittning zijn, ik ben wederom enorm goe terechtgekomen. Ik ben geweldig gelukkig en voldaan naar huis gewandeld, door het verse sneeuwtapijt dat intussen verschenen was. Hoe schoon is da.
Mennekes, ik ben vandaag 25 geworden, ne mens zou van minder muug worden. Ik kruip in mijnen tram.
Non est mutatio rerum.
Nachtelijk zicht op ons huis in de sneeuw. Het huis in 't midden op den hoek, meest rechtste dakvansterke, da's mijn kot. In 't midden de middernachtzon, nen UFO of een straatlicht, ge moogt kiezen.
En toch nog een P.S.ke:
Ik heb tegen de mannen nog geen woord gerept over ’t feit dat ik zo’n dings in Leuven zelf voorzat. Maar ik heb al wel een afspraak met de international coördinator, die moet voor Engelstalige liederen zorgen voor de volgende sittning en die wilt daar mee mij over klappen. Ik heb tijdens de sittning namelijk meerdere liederen gehoord waar wij nen Engelsen tegenhanger van kennen. En op de volgende sittning moet ik ook een Vlaams lied aanleren. Het zit er precies toch een bikke ingebakken allemaal, en het moet eruit. Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten