Voila, we zitten in Lund. Gezellige sfeer, rap donker, witte straten en constant “motsneeuw”, da’s hier precies kerstmis.
Deze morgen om 7 uur opgestaan, dat bleek terecht te zijn. Na een uur snoozen heb ik nog dik twee uur met mijn valies gekloot. Ik kreeg er alles nie in. Na een zware schifting, drie keren opnief beginnen en twee keren van valies wisselen ben ik naar 't vliegveld vertrokken met twee frakken een twee broeken aan.
's Middags in Brussel vertrokken, na anderhalf uur zaten we al in Kopenhagen. Daar bleek er overal sneeuw te liggen en ’t was er min 1. Er stond een prachtig ontvangstcomité met Deense vlaggeskes, enthiousiaste jongens dus. Ik liet het mij welgevallen, het contingent Deense soldaten dat na mij buiten kwam kon het ook appreciëren. Van daar den trein richting Lund, een half uurke maar. Eerst een tunnel in, die vervolgens halverwege ’t Kattegat (als ik mij nie vergis) uit de zee opduikt en overgaat in een brug. Straffe mannen, die Denen en Zweden. (http://images.google.com/imgres?imgurl=http://www.roadtraffic-technology.com/projects/oresund/images/2_oresund_bridge.jpg&imgrefurl=http://www.roadtraffic-technology.com/projects/oresund/oresund2.html&usg=__hTa7oCorm9tZuJdXsnKy6T_ytWE=&h=362&w=450&sz=45&hl=nl&start=1&tbnid=OPDL6OMr6rL7gM:&tbnh=102&tbnw=127&prev=/images%3Fq%3Doresund%26gbv%3D2%26hl%3Dnl%26sa%3DG voor ne foto) Na amper een half uur stond ik al in Lund, waar ik er in slaagde om zonder kaart, zonder omwegen en zonder vragen recht naar mijn kot te wandelen. Ik had het al een paar keren bezien op Google Earth, de domkerk diende als oriëntatiepunt en da is dus enorm goe gelukt.
Mijn kot herkende ik omda’k ooit een fotoke van den buitenkant gezien had. Maar er was geen bel te bespeuren en op ’t gelijkvloers was ne gesloten optieker, niemand om bij aan te bellen/kloppen dus. Dan ben ik sneeuwballen beginnen smijten tegen een venster waar beweging achter was, met een onrechtstreeks, maar gunstig effect: een madammeke op straat had de situatie in de mot en wist mij te zeggen waar ik wel kon aanbellen, een huis of drie verderop, blijkbaar met mijn kot verbonden door een koereke.
Ikke dan via via de sleutel gekregen van een Thaise masseuse gekregen. Die hare praktijk is naast ons kot en madam had blijkbaar een verhouding met de kotbaas ofzo. Mijn kot blijkt alleen van een bed voorzien te zijn, verder niks, mijn kleren zitten dus nog allemaal in de rugzak. Ik zal den huisbaas eens aan zijn oren trekken als ik hem zie, want voor de moment is da nog nie gebeurd, en ‘k heb ook geen gedacht wanneer hem wel gaat komen. Maar ale, ik heb een kot, da’s hier al heel ferm als ge pas twee weken later dan alle andere erasmi aankomt. Bovendien op 500 meter van de universiteit, terwijl het hier geen uitzondering is da ge nog een half uur met trein of bus moet reizen voor ge er zijt. Uiteindelijk zit ik hier tegen de helft van 't comfort en 't zesvoud van de prijs van mijn kot in Ecuador, 't is grellig.
Ik ken trouwens tot nu toe vier kotgenoten: Sara (spreek uit: “Soaoara?”, jawel, als een vraag) uit Zweden, de Shabash uit Turkije, Jessica uit Frankrijk en Simon uit godweetwaar. Der staat nen televies in ons salon (nog een reden waarom ik geen groot kot nodig heb, al zou een kas wel ferm zijn) en de Zweden ondertitelen. Dat is fantastisch om Zweeds te leren want dan kan ik het lezen en intussen een verhaal volgen. Leren van horen spreken zal er de eerste weken wel nie bij zijn, die mannen articuleren nog minder dan de gemiddelde West-Vlaming met een kunstgebit en een hete patat in zijn mulle.
Ik ben dan drekt na mijn gerief hier af te smijten eens gaan winkelen, ik had niemeer geten van ’s middags en ’t was toch al door de 7 uur. Ik had me al nie echt meer verwacht aan hoge prijzen, dus da viel wel efkes tegen. Broden van 440 gram kosten hier nen euro 70, da’s dus ongeveer dubbel zo duur als bij ons. Op culinair gebied belooft het een kale reis te worden. (achteraf nie komen blijten …) Ik heb natuurlijk al drekt een Scandinavische rariteit gekocht: ze verkopen hier vanalle soorten boterhampasta op basis van kaas met een smaakske, gaande van verschillende soorten kaviaar, kreeft, hesp, vis, … en dat alles schoon verpakt in een soort tandpastatuub. Heerlijk ziet dat eruit. Ik kende da nog van een kamp in Noorwegen, ik popel al om morgenvroeg de zalmpasta op mijn ranzige vierkante boterhammen uitplastieken zakken te proeven. Kotelet is hier ook goeiekoper dan kieke en ze hebben hier tachtig verschillende soorten ketchup. Het bier, want ge vraagt het u allemaal af, is hier ongeveer nen euro per blik van ne halve liter in de supermakt, Hemköp genaamd (jawel, met Zweede eu uitspreken).
Ale ik kruip bij deze in mijnen tram. Ik zie overmorgen den Erwin, dus ik heb morgen ne vrijen dag om te toeristen. Op het plan staan het international office om hier mijn studentenrechten op te eisen (toegang tot bibliotheken, internet, enz.), eens zien welke verenigingen er hier zijn en waar ik mij bij aansluit en zien wat de mogelijkheden zijn van Zweedse les. Als er dan nog tijd over is gaan ik de historiciteiten eens van dichtbij beloeren. Die universiteit staat hier sinds 1666, dus da kan nie anders als de moeite zijn.
Voor alle ongerusteriken: ik hem er goesting in.
Lommelen
Het blogstukske over de intensive course is uiteindelijk nie af geraakt voor mijne volgende verhuis, dus misschien binnenkort een korte samenvatting van de laatste twee dagen, misschien ook nie. Als ik tijd en goesting heb!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ha, bröder, höe is ü dieje tüüb bevällen? Ik stel me 'm zëër wansmakelïjk vöör. Dat is tötnögtöe mijn enige vraäg, ge zult er ü zelf wël al genöeg stellen, vrägen. Gelijk as, 'wa ies me dá hie allemöl juwm'? En dan misschien nög (bij benädering) wäärschijnlijk zö'n driehönderdvierentwintig keer per däg. Enfin, döegöetgöe. Küs.
Een reactie posten