maandag 18 februari 2008

Slecht

Over (te) stevig weggaan
En slecht zijn



De afgelopen dagen waren memorabel. Schandalig ook. Maar beestig. Woensdag ben ik met de mannen van ´t kot een danske gaan doen. In La Mesa: De Tafel, een salsabar, maar blijkbaar smeren ze der ook af en toe wat reggae tussen. Best wel raar om te dansen, reggae. Dansen zeg ik, heel de nacht, zo werkt dat hier. Er staat een paar man aan den toog, er zit wat volk aan tafelkes, maar de meerderheid is een wervelende massa, dansend in parekes, zalig. Ik ging het niet te laat maken, want ik was enorm moe. Tegen een uur of vier zijn we het afgebold. En omdat de mannen van ´t kot door wilden, want ik was nog vollembak aan ´t geven op den dansvloer met één of ander schone uit Guayaquil...
De volgenden dag kwam ik op ´t werk aan om half 1 ... serieus. Wel wakker geworden om negen uur, maar direct terug in slaap gevallen. Maar daar lachen ze hier eens mee, da´s niet echt erg. Niks om meerdere keren te doen, uiteraard, maar als dat bij ene keer blijft is da nie erg.
De volgende dag kwam ik om 12 uur op ´t werk ...

(Voor alle duidelijkheid, dat zou in België van zijn leven niet gebeuren, dat is ook het gevolg van het niet aantrekken van de werkmannen, den baas nog van ´t minste, dat is de cultuur eh. Ik voelde mij daar natuurlijk wel ampetant van, maar den donderdag kwam de Cristian op ´t werk aan om half vier...)

Goed, laat ons bij ´t begin beginnen. Ik bleef tot een uur of acht op ´t werk hangen. Laat aankomen, maar ook laat blijven werken. Of toch op zijn minst wat op de computer liggen rammelen, mails enzo, de site wat bijwerken met brol, ... De werkdruk is hier immers niet al te hoog, leve Ecuador.

Ik daster dus door de straten tegen een uur of acht, op weg naar huis. In de Sucre, mijn straat, staat nen hoop kraamkes. ´t Is valentijn, en dat is hier niet alleen den dag van de liefde, maar meer in ´t algemeen den dag van de vriendschap. Blijkbaar is dat reden genoeg om een volledig marktje te houden, met knuffelberen en kaartjes en dat soort dingen. Ik slenter daar wat door en word ineens aangesproken door een Aziatische figuur, nooit gezien. In ´t Engels. Ik ben direct hyperalert voor diefstal, hier bestaan duizenden trukken om vreemdelingen in ´t zak te zetten. Blijkt nen toerist te zijn die hier alleen aan ´t reizen is en wat compagnie zoekt. Goeie kloot als ik ben nodig ik die mens uit om op shok te gaan, al is het correcter om te zeggen dat hij zichzelf uitnodigde en dat ik daar op in ging. Het was ne plezante kerel, Peter genaamd. Eens naar de Pepe gebeld en een half uur later zaten we op een balkon van het hotel van de Peter met een fles Whiskey, een gitaar en drie Cuencanen.
Iets verderop hadden we een bar ontdekt waar ge vijf euro inkom betaalt. Dat is aan den dure kant voor de Cuencanen, maar er was gratis drank tot drie uur ´s morgens. “Barra libre” noemen ze dat hier: gratis bar. Daar kunde toch niet nee tegen zeggen. Na een plezant ureke met de Cuencanen sloot het hotel zijn deuren en zijn we dan toch eens gaan zien, ge zou zot zijn om het niet te doen, de latinomuziek bonkte veelbelovend tot op de straat. Wij natuurlijk recht naar de bar, één met ne fatsoenlijken toog, hoe geweldig is dat. Ik heb na vier maanden nog eens echt aan den toog gehangen. Met ne Canadees van Zuid-Koreaanse afkomst dan nog. Ne groene. We hebben eens een goei klapke gedaan over Kyoto enzo, van die dingen, ik heb nog bijgeleerd.
Maar goed, sinds een uur of elf zaten wij daar, tegen een uur of twaalf komt den baas van de keet een klapke met ons doen. “Of we niet ginder willen gaan zitten, die tafel met die drie meiskes, die willen wel eens dansen met elle.” Komt dat tegen. Welle daar naartoe natuurlijk. Eens kennismaken, een gratis rum-colake drinken (cuba libre) en een danske doen, het leven kan goed zijn. Ook mijn danskunsten zijn echt de goei richting aan ´t uitgaan, Sonia en Natalia waren der toch content van. Misschien al goed dat de vrouwen om drie uur door moesten, wie weet tot hoe lang hadden we daar anders nog rondgehangen. De gratis bar kwam ook droog te liggen, dus het werd stilaan tijd om het af te bollen. Een taxike in voor nen dollar of twee en naar huis.
Dat doe ik trouwens haast nooit, taxis, maar om drie uur ´s nachts in een buurt die ge niet echt kent is dat gewoon uw verzekering in Ecuador.

Vrijdag en zaterdag zou ik met de mannen van Chuchaquiñan op gank gaan, maar dat heb ik toch maar afgezegd. Zo dood als ne pier was ik. Ik heb gisteren wat slaap proberen inhalen, om acht uur derin en om zeven uur deruit. En nog altijd moe.

Verder ben ik aan ´t solliciteren, ´t is te zeggen, de motivatiebrief en C.V. zijn binnen, voor een aanvullende opleiding “European Master in Exercise and Sport Psychology”. Terug naar de roots dus, opnieuw sport. Al drie jaar mijnen droom, die opleiding. Dat is een Europees programma, in ´t Engels, waarvan ge de eerste helft volgt in uw alma mater en de tweede helft volgt heel Europa in Montpellier. Volgende week doe ik mijn sollicitatietelefonneke, want de selectie gebeurt eind februari. Der mag vier man van België deelnemen, er zijn zeven kandidaten.
(en ik zeg dan graag dat al de rest één kans op twee heeft, als ge snapt wat ik bedoel)


Slecht, titelde ik. Ik zet dat wel online, omdat ik hier een volledig en vooral eerlijk verslag wil geven van mijn ervaringen, maar ik ben daar allerminst fier op. Slecht handelt ook over de manier van doen. Ik ben slecht bezig geweest vorige week. Maar het is gelukkig een stage, “het is maar voor te lachen.” Hopelijk gaan mijn punten niet voor te lachen zijn.

1 opmerking:

mariaenluc zei

Allez, vooruit, voor 1ne keer ist goe geweest !
het staat genoteerd hé !!!