Over twee zotte dagen tussen Gotenburg en Lund.
Vrijdag en zaterdag, 8 en 9 mei, zouden de hoogdagen van het Lunds studentikoos academiejaar worden. ”Tandemstafeten”, de tandemestafette, zou weer van Gotenburg naar Lund trekken. Het concept is simpel: alle nation (en ook sommige ”unions”: faculteitskringen) hebben nen tandem en een bus, de start is in Gotenburg en de aankomst 24 uur later en vele promilles zatter in Lund, 300 kilometer zuidelijker. Een beetje gelijk onze 24-urenloop, maar dan grootser en niet competitief (!). Een uitgebreid verslag met alle gore details van uw participerend observator ter plaatse:
Ik dacht eigenlijk dat het een echte aflossingswedstrijd was. Bleek niet zo te zijn, verboden door de flikken wegens te groot risico. En dat kan ik begrijpen, als ge ’s nachts met den tandem op drukke autowegen zonder fietspad ligt te karen terwijl ge gepasseerd wordt door 15 bussen die op weg zijn naar het volgende aflossingspunt. Bij elk aflossingspunt hielden ze dan ook een nieuwe start, waarbij alle tandems aanwezig waren. Niemand leek daar echt mee in te zitten, het leeuwendeel van de studenten was daar niet voor de koers, als ge begrijpt wat ik bedoel. In een vijtiental etappes ging het zo naar Lund, twee man vlamt de ziel uit zijn lijf, gevolgd door een discobus met 50 man die zich volledig scheeftanken met alles waar alcool inzit.
Ik was gelukkig dat ik een etappeke mocht doen. Wermlands had nen dubbeldekker voorzien met 70 man, terwijl er maar een dertigtal man ook echt kan rijden. Met de Nyman zou ik een van de zwaarste, heuvelachtige stukken doen, om 11 uur ’s morgens, de op twee na laatste etappe. Qua tijdstip viel da goe mee, maar ge moet er natuurlijk bijtellen dat er van slapen bijzonder weinig in huis kwam in die bus, zodat het enigszins beter was hoe vroeger ge kon rijden. De Zweden noemden ons stuk “heuvelachtig”, ik heb mij in de Ardennen ooit al doodgereden op “heuvels”, dus ik was op het ergste voorbereid. Ale ja, ”voorbereid”, ’t is te zeggen. Aangezien ik in Lund gene velo heb bestond mijn voorbereiding voor dit evenement hoofdzakelijk uit drank kopen. Een avontuur op zijn eigen. Ik had eens gepolst bij volk van de nation wanneer en hoeveel ze zo zouden drinken tijdens die twee dagen. ”Altijd” en ”Constant” waren de antwoorden. Dat beloofde.
Ik dus voor den eerste keer (!!) sinds mijn verblijf hier naar de “Systembolaget”, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Systembolaget), den enige winkel waar ze alcool verkopen, iets van de staat. Ik moest zelfs opzoeken waar die tent zich bevond. Maar amai, wa ne winkel. Alice in wonderland. Een soort brouwer (hier: drankenhandel, voor de niet-Kempenaars) (wat doede gelle trouwens op mijnen blog? ;-) met alleen maar alcool. Schoon uitgestald in prachtige rekken stonden er massa’s wijn, veel te weinig bier en nog minder sterken drank. Die Zweden worden hier echt met het polleke gehouden dat het gene naam heeft. Maar dat moet ook wel, want terwijl ik aan ’t vergelijken was met welke soort bier ik mij best zou volgieten (prijs/kwaliteit, waarbij ik dat laatste, bij gebrek aan kennis van de inlandse brouwsels, alleen aan het alcoholpercentage kon toetsen) kwam er ne kerel over mijn schouder staan walmen dat het gene naam had. Zo zat als honderdduuzend man, maar toch al nieven drank aan ’t kopen. En de prijzen daar is niks voor te lachen aan, als ge hier alcolieker zijt (in ’t Zweeds: alcoholist) zijde echt deftig genegerd. Prijsbewust als ik ben (zegt gerust gierig op reis, ik spaar voor mijn opleiding van volgend jaar) heb ik voor een fles van de goeiekoopste Zweedse Wodka (Explorer 37,5) en zes halve literblikken bier gekozen. Norrlands Guld, iets Zweeds dat ik in de nation ook al eens durf drinken, maar dan 7 graden, in plaats van 5, echt zot voor de Zweden. Het noemt dan ook “Norrlands Guld Dynamit”. Ons Kasteelbier zou hier met glans den ondertitel Hiroshima wegkapen. Mar ale, dat mopke heeft daar toch bekan 30 euro gekost, 19 voor de wodka en 1,5 voor elk blik. En op vertoon van de pas, want ge moest maar eens jonger dan 21 (!) zijn. Ze mogen hunnen brol hebben voor mijn part, maar een erasmusser hoort een open houding aan de dag te leggen en integratie kent geen prijs.
Ik had dan toch een aardig voorraadje klaar op die manier. Belgische bieren waren er uiteraard ook, al was ’t gene vette. Ik had in een alcoholspeciaalzaak, zeker aangezien het om een monopolie gaat, toch een uitgebreider assortiment verwacht. De Zweden zien precies meer in wijn en sterken brol. Ik heb er dan toch Orval, Leffe, Maredsous 6 en 8 en Stella gevonden, maar da was dan ook alles. Dat kost daar allemaal zo rond den onderhalven euro per fleske. Ik heb nog getwijfeld om Stella’s te kopen en mijn K.U.Leuven trui aan te doen, maar dat zou er wat over geweest zijn natuurlijk. (hoewel mijn kleding er uiteraard alsnog over was)
Het moet gezegd dat ik ook wel dubbel zo veel water mee had als alcool, want uitdroging is ‘t grote gevaar natuurlijk, telt daar nog bij da’k ook een stuk zou moeten sporten (hoe lang dat geleden is durf ik zelfs niet schatten) en het belang van een goei dosis water is nauwelijks te overschatten. Ne ganggenoot was op de editie van vorig jaar tegen de namiddag volledig van de kaart en had de hele reis lang koppijn gehad. Ik zou me dus inhouden, zeker met dat stuk fietsen in’t vooruitzicht.
Daags voor ’t vertrek heb ik mezelf uiteraard kompleet opgepept voor de komende fysieke activiteit met alle vuile psychologische trukken die ik het afgelopen jaar heb mogen aanhoren. Verder ben ik wat gaan helpen in de keuken, eten voor 70 man (Wermlands had nen dubbeldekker ingelegd) voor 24 uur.
De volgenden dag was ’t dan zo ver. Ik had op de laatste moment nog vernomen dat we niet om een uur of 7-8 zouden vertrekken, maar pas om 12 uur. We zouden ook rond een uur of 12 terug aankomen de volgenden dag, dus echt 24 uur rijden bleek het niet te zijn. Half Wermlands bleek ook verkleed te zijn als Fransman, ik had daar iets van opgevangen, maar dacht dat dat een onnozel mopke was geweest, aangezien het niet in de uitnodiging en de reclam stond. Maar de kleuren van Wermlands zijn blauw-wit-rood (zij het in horizontale banen), dus ik had het eigenlijk kunnen weten. Er liepen natuurlijk twee overenthousiaste vrouwen liepen rond, ieders gezicht te bekladden met een Wermlands- of Franse vlag. Om onnozel te doen heb ik twee Hollandse vlaggeskes op mijn gezicht laten zetten, een subtiel statement van den enige Nederlandstalige. Op mijne kop had ik nen belgischen hoed, dus het is niet politiek op te pakken, voor de duidelijkheid.
De busreis zelf was geweldig. Onnozel doen onderweg (bukken als er een brug komt en van die belachelijkheden), spellekes spelen (busrugby was den topper) en vooral veel studentenliederen zingen, een soort buscantuske eigenlijk. Ze hebben hier ook de prachtige gewoonte om te beginnen scanderen als ze op ne rotonden komen. “Nog nen toer! Nog nen toer!” Op den derde rotonde was ’t dan zo ver, en de bus ging uit zijn dak natuurlijk. Die chauffeurs hebben daar twee helse dagen gehad, maar ze konden er duidelijk nog goed mee lachen, want diejen extra toer hebben we nadien nog meermaals gekregen.
Na een uur of twee-drie kwamen we aan in Gotenburg, als eerste nation. Daar hebben we dan twee uur in een park rondgehangen. Misschien als chance dat ik, half uit onwetendheid over hoe lang we buiten gingen zijn, mijnen drank in de bus had gelaten, want menig student stak al stevig in de prak nog voor den eersten tandem gereden had. In dat park heb ik samen met den Oliver (Wales) en de Gérémy (Frankrijk) een alliantie gesloten en drie Zweden uitgedaagd in cubs, wat blijkbaar een Zweeds spel is (ik dacht Scandinavisch in ’t algemeen). Dat is dat spel waarbij ge met houten stokskes de houten pionnen van de tegenstanders, achter meter verder, moet omsmijten. Den eerste keer hebben we triomfantelijk gewonnen, ondanks het feit dat de Gérémy (ik noem hem ook geire Gery of Francois) het halverwege afgebold was omdat hem de spelregels nie snapte en regelmatig ons eigen pionnen omver sjotte. Per ongeluk, de Frans was namelijk al goed in de wijn gevolgen. Het tweede spel hebben we stevig op ons doos gekregen, maar dat mag ook wel, de Zweden hebben immers thuisvoordeel.

Aan het begin van het feest vlak voor de start van de tandems in Gotenburg, wachtend tot alle nations zijn aangekomen. Wermlands in de lichtblauwe T-shirts.
Daarna zijn we naar een groot plein gegaan, om daar de andere nations een voor een te zien arriveren. Met spandoeken, trommels, fluitjes, de meeste in een bepaalde kleur, dikke feest. Tegen dat iedereen daar was begon er een soort van fuif, openlucht en in ’t midden van een grote stad, echt chik. De tandems waren nog lang niet vertrokken en ik begon mij af te vragen hoe lang dat nog ging duren. Tegen een uur of zes-zeven gaven ze dan toch het startschot, dat ineens ook de fuif beëindigde. Iedereen terug zijn bus op, al vond er hier en daar al wat uitwisseling plaats, en verder naar de volgende etappe. Dat bleek een grote Ikeaparking te zijn, waar een discobar intussen al volle petrol aan ’t geven was. We kregen daar ook ne sexa, ne stevigen hap om te kunnen blijven fuiven. Intussen stonden de tandems stonden stil, hoewel ik verwacht had dat die intussen zouden verder rijden. Daar kreeg ik natuurlijk enorm veel goesting van om eens een toereke rond de parking te doen. Samen met de Sebastian, den eerste de beste Zweed van onze nation, heb ikvervolgens twee keren nen tandem van een andere nation “gepikt” om wat tussen de bussen te liggen karen. Achteraf vriendelijk terug afgegeven natuurlijk, ze konden er nog goe mee lachen. De tweede nation heeft het zelfs nooit geweten.
De bus van Wermlands (links) en een andere nation op de Ikeaparking. Daartussen staan ze het eten te serveren.
De Sebastian en ik op ne "gepikten" tandem
In alle geval, na nog een plezante fuif van een goei uur volgde de start van de tweede etappe. Intussen was ’t al goed donker, dat gaf het allemaal iets extra. Vervolgens terug de bus op, deze keer voor een langere rit, gespreid over meerdere etappes. Onderweg vollembak muziek op, dansen, drinken en mottig doen. Af en toe ook eens nen tussentop, nie alleen met sanitaire doeleinden, maar ook om te gaan supporteren voor de passerende tandems, geweldig zot en geweldig plezant. Van slapen kunde op zo’n feestbus nie echt spreken natuurlijk, maar ik had mezelf toch al een drietal uren “verminderde waakzaamheid” gegund toen de volgende groten tussenstop aanbrak. Met een bijzonder schraal ontbijt, als was het nog maar een uur of vijf-zes ’s morgens. Het was een soort pastasalade, waarvan iedereen een klein bordje kreeg. Ik had chance dat er over was en ik heb er vijf binnengestoken, zo rondbussen en feesten, dat is precies goed voor den eetlust. Voor mijn zesde bord ben ik eens bij een andere nation gaan loeren, die hadden ook goeie pasta. Ook deze keer was er een discobar voorzien om degenen die nog konden rechtstaan omver te spelen. In de opkomende zon een feestje tussen de bussen, het had iets speciaal.
Verder nog een paar korte, gezamenlijke tussentops, om alle teams terug samen te laten komen, en om nog wat onnozel te doen natuurlijk. Bij gebrek aan discobar stond er dan altijd wel wat volk te trommelen en te zingen, en vooral te dansen, nie te houden. Bij de volgende groten tussenstop, rond een uur of acht, kwam het echte ontbijt. Dat vorige bleek gewoon ne snack geweest te zijn, om te kunnen blijven fuiven. Daarmee dat ik dat zo schraal en weinig vond. In alle geval, ik heb toch nog goed gegeten. Intussen hadden we al voor de vijfde keer zware panne met onze velo. Of eigenlijk de reservevelo van een andere nation, want die van ons stak kompleet in de prak. Daar zouden we achteraf nog ge pechprijs voor krijgen. Mede daardoor had heel die karavaan al een dikke twee uur vertraging. Ik zou om elf uur moeten rijden, maar het was intussen iets voorbij elf uur en ik kreeg al schrik dat ze ons beurt zouden afschaffen. Twee keren hebben ze den tandem gewoon moeten opladen wegens hopeloze schade aan ‘t verzet, om genoeg tijd te hebben om dat op de volgende stop te kunnen repareren. Ene keer hebben ze de fietsers na een paar kilometer gewoon van de weg geplukt omdat we te ver achterop aan ’t geraken waren. Tegen half een was ’t dan toch onzen toer. We zijn zonder enige probleem over de bergskes gevlamd. Soms zwaar bergop, veel vals plat en bijna altijd zware wind op kop, dus na nen tijd reden we allebei met ons tong op ons tenen. Hoewel het gaan wedstrijd was hebben we toch allemaal ferm doorgepeerd. Tegen ’t einde kwam er nog een beestige afdaling. Plat liggen en keihard laten gaan, afkoelen met de wind, zalig. Ook hier heb ik weer goe gelachen met de Zweedse betutteling. Als er op de weg een stopstreep stond hadden ze daar stewards bij gezet die er op toezagen dat ge ook echt wel allemaal stil stond, ook als er kilometers ver geen verkeerd in zicht was. (OK met den auto, maar met de velo in een pelotonneke van vijftien tandems dat zjust gestart is … )
Maar ale, we hebben het er goe vanaf gebracht. Alleen het afstappen was hels. Een zere reet dat het gene naam had. Onderweg weinig van gevoeld, maar nog een dik uur last van gehad tijdens het zitten en vooral tijdens het rechtstaan. Koersen, dad es ziere rien, ik snap nu pas ten volle wat onzen Briek toen bedoelde.
Daarna zouden er nog maar twee etappekes volgen, waarvan de laatste voor de hoge piefen in de nation was weggelegd, uiteraard. Vanaf toen is ’t rap gegaan. De overwinning zou gaan naar de nation die het dichtste bij de “ideale etappetijd” aankwam. Die tijd was geheim, op die maner werd snel en onveilig rijden ontmoedigd. Tijdens de voorlaatste etappe gebeurde er een soort apotheose van het rotondetoerekes doen. Onze chauffeur sloot aan bij een andere bus die aan haren tweeden toer begon op een gigantische rotonde tussen autostrades. Alle bussen reden nog relatief dicht bijeen op da moment en al gauw waren er een stuk of zes-zeven bussen aan ’t rondkaren, hoe lollig is da. We zijn er als laatste bus terug afgereden, na toch wel nen toer of vijf-zes. Zie de balk links voor een filmke.
Tegen de laatste stop lagen er er meerdere mensen plat. Niet meer van vermoeidheid, maar van pure intoxicatie, pottendarm toegezopen. De “kurator”, den hoogste pief in een nation, hebben ze met twee moeten ondersteunen om er water in te kunnen gieten, want hij was niemeer wakker te krijgen. Verder lagen er hier en daar zatte patatten, op stoelen, maar ook in de gang of op de trappen. Tijdens de laatsten tussenstop zijn er ook twee in ’t gras gaan liggen die ze nadien min of meer terug op de bus moesten dragen. Der was ook ne kerel die ’s nacht in de bus had gekotste en daar hebben ze dan een lieke over gemaakt dat ze heel den dag (van een uur of vijf tot een uur of vier) hebben liggen lallen, extreem grappig. Vanvoor stond er sinds een uur of vier ene ureland in de micro te speechen die waarschijnlijk zijnen eigen naam niemeer wist, maar wel constant heel de bus plat kreeg van ’t lachen. Ik verstond af en toe een woord, want ik denk dat het amper Zweeds te noemen was. Maar alle vijf voet begon die da lieke te zingen en dan was heel de bus terug vertrokken, ongelooflijk lollig. “Erik Klar, Erik Klar, dat is onzen Erik Klar. As hem kotst op de bus, wordt het klotewalgelijk, dat is onzen Erik Klar.” Ongeveer zoiets. Tegen ’t einde van den dag had het zelfs een extra strofe, maar die verstond ik minder goed. Het ging over pissen op de vloer en dat ze hem een fles gingen geven ofzoiets, maar het ging nog altijd over onzen Erik Klar. Die jongen moet content geweest zijn dat hem mee was. Daar zijn ze hier nog wel een pak bedrevener in dan bij ons, parodieën op liekes maken. Elk studentenlied heeft hier een “drankversie”, voor zover het al niet over drinken ging natuurlijk, en voor zowat elk populair volkslied geldt hetzelfde. In de beide koren zingen we dan ook hoofdzakelijk die drankparodieën.
Maar ale, tegen een uur of vier kwamen alle bussen aan bij een meer, waar een bescheiden prijsuitreiking zou plaatsvinden en waar iedereen traditiegetrouw te water zou gaan. Erg teleurstellend, want alle voorgaande jaren was het eindpunt het stadspark geweest, mat een bad in den universiteitsfontein, maar dat hadden ze deze keer verboden. Ik heb dan maar geprofiteerd van de busrit naar huis en de prijsuitreiking en het meer gelaten voor wat het was. Achteraf gehoord dat het de moeite niet was en bovendien veel te koud. En achteraf, dat was maar een goei uur later, waarop die mannen nog een ferm stuk naar huis hebben moeten gaan, weinig aan gemist dus. Ik heb intussen de bus helpen uitladen en daar in ruil in de keuken nog een bord (in mijn geval drie) pastasalade voor gekregen. Dat deed goed want er was geen middageten voorzien en omdat het allemaal extreem hard was uitgelopen was ’t intussen al bijna vijf uur, dus dat ging er vlot in.
Alles bijeen wel een enorm chikke twee dagen geweest. Wat drank betreft kan ik zelfs nog eens gaan, ik had twee liter wodca-citroenlimonade mee waar nog de helft van over is (al chance, denk ik) en ik heb maar een van die “extreem straffe” (7 graden) pinten gedronken. (op 24 uur eh mennekes) Ik heb het dus enorm fatsoenlijk gehouden en daar ben ik eigenlijk content van. Ik zal ook wel bij de weinig zijn die echt nuchter gefietst hebben, ik had me gespaard vanaf een uur of 1 's nachts.
Voila, tot zover mijn tandemverhaal.
Met den buschauffeur voor zijn bolide
Van op den tandem zijn er helaas geen foto's.
Voor de rest gaan ik mijn experiment nen internationalen draai geven. Der heeft een zwemclub uit Kopenhagen toegezegd, we zijn nu nen datum aan ’t zoeken, waarschijnlijk wordt het volgende woensdag. De vragenlijst is bij een paar Deense kameraden van de intensieve week in Montpellier binnen voor een vertaling. Ik laat twee man een vertalig maken en geef dan beide exemplaren aan een derde persoon, die telkens de beste versie moet kiezen, of moet aanpassen. Dat is nodig, want ik versta uiteraard geen botten Deens, hoewel het redelijk hard op Zweeds trekt. Elke vertaler heeft Deens als moedertaal en krijgt de Engelse brontekst. De eerste twee vertalingen zijn al in orde, ’t is nu wachten op den eindredacteur en dan ben ik klaar voor een dagske experimenteren en hopelijk nog wat den toerist uithangen in Kopenhagen, waarover binnenkort meer nieuws.
Tot dan!
Uw Flandrien ter plaatse.
1 opmerking:
hey Ben!
content da ge veilig terug zijt geraakt en da ge zo genoten hebt. benieuwd naar de foto's!!!
met mij alles bon, alles opt normale (mag ook wel eens in al die maanden da ge nu al weg zijt eh)
zoen!
Een reactie posten