maandag 26 november 2007

“Microjamboree”

Dat was de letterlijke verwoording van de kampleidster. 570 deelnemers, een verslag vanuit het kritische gezichtspunt van de enige niet-Ecuadoriaanse deelnemer.
En mijne eerste moeilijke momenten in Ecuador.



Afgelopen weekend vond in Quito de 23e Interamericaanse scoutsconferentie plaats, een vergadering op wereldniveau met vertegenwoordigers van alle landen van Amerika en nog nen hoop andere. Het was de eerste keer dat Ecuador een evenement van dergelijk niveau mocht organiseren en daaroom hebben ze het onderste uit de kan gehaald. Het hoofddoel van het kamp waar ik aan deelnam was duidelijk niet het kamp zelf, maar wel de aanwezigheid van een massa scouts op de conferentie, om aan de rest van Amerika te laten zien tot wat Ecuador in staat is.

Vrijdagavond 23 november. Ik pak de bus naar den terminal, de plaats waar alle langeafstandsbussen aankomen en vertrekken. Ik word vriendelijk begroet door de Victor, van groep 3, vlak voor we aankomen bij groep 6. “En met wie gade mee Ben?” “Met den 3 want die hebben geen leiding.” “Van de 6 gaat er ook geen leiding mee.” Lap het begint al. (in beide groepen zaten gelukkig leden die oud genoeg waren om de zaak wat in ´t oog te houden) Dat wordt hier min of meer als onmogelijk beschouwd om lid te zijn van twee groepen en dat leidt soms tot vreemde, soms apetante situaties. Bovendien wil elke groep mij zowat voor zichzelf: ze wisten dat ik met den drie ging, maar de zes had mijn busticket al betaald, zodat ik bij hun zou zitten.
Heel Cuenca vertrekt op hetzelfde uur, het resultaat is een bus met bijna alleen scouts, dikke sfeer dus – en dikke pech voor al de rest.
De rit duurt 10 uur. Best wel mottig, we moeten ook 10 uur terug en het “kamp” zelf duurt maar 1 dag. Voor mij is dat de moeite, kansen die ik nooit meer krijg, maar ik snap niet dat die van Quito daar zoveel volk voor gemobiliseerd krijgen. Elke busrit kost dan nog eens 10 dollar en deelname kost 12 (!) dollar; 32 dollar is hier heel veel geld, een uniform van 10 dollar betalen lukt dikwijls al niet. Maar ze bezien dat hier als een soort eer of plicht om uw groep te vertegenwoordigen met zoveel mogelijk volk en ze valoriseren het contact met andere groepen enorm hard.

Het moet iets van een half 8 geweest zijn dat we aankwamen in Quito. Met ne man of 50 te voet naar het kampterrein, dat wel erg ver bleek te liggen. Onderweg kwamen we echter een lijnbus tegen die niet aan ´t rijden was. De chauffeur stond ernaast een klapke te doen. Voor nen dollar of 30 heeft die mens ons naar het kampterrein gereden, dat kan hier allemaal zomaar. En onderweg moest er constant iemand afstappen om de weg te vragen, ziede zo al een lijnbus door Brussel rijden?

Na het opstellen van de tenten en nen hoop chaotische formaties starten we een paar spellekes met het district. (hier provinciaal niveau) Elke stad moet een spelleke komen voorstellen. Tijd doden eigenlijk, de inhuldiging van het kamp zou na het middageten beginnen. Maar nog wel plezant.

Middageten dan. Tegen die tijd was er al vlot 500 man aanwezig, de organisatie had eten voorzien, op voorwaarde dat ge daarvoor reserveerde. En dat wist natuurlijk niemand. Ik had gelukkig het verstand gehad om wat brooikes mee te nemen en er waren ook kraampkes waar ge iets kon eten. Maar dat zoiets mogelijk is op een nationaal kamp ... daar moet ge voor naar Ecuador.

Na de middag plechtige inhuldiging van het kamp. Scouting is hier altijd geweldig gedisciplineerd, maar deze keer was het echt wel de moeite: een gigantisch vierkant, de zijden gevormd door de kampleiding en de drie subkampen: Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika. Ge had die structuur moeten zien:Elke hulppatrouilleleider (HPL) controleert zijn patrouille en roept naar zijn patrouilleleider (PL) dat de patrouille klaar is. De PL roept het begin van de kreet en de patouille antwoordt. De PL geeft het gezag over de patrouille door aan de HPL en rapporteert intussen bij de leider (ikke). Elke leider van wie alle patrouilles in orde zijn (ik had er maar één) loopt als een gek naar zijn groepsleider (en als er een adjunct-groepsleider aanwezig is komt er nog een stapke tussen) en rapporteert dat zijn tak in orde is. Als alle takken klaar zijn faart de groepsleider naar de subkampleider en rapporteert. Alle subkampleiders rapporteren bij de hulpkampleider. Uiteindelijk rapporteert de hulpkampleider bij de kampleider, die een kort woordje tot het kamp richt en vervolgens het merendeel van de uitleg doet aan de hulpkamleider. Die roept de subkampleiding bijeen voor een korte planning en dan herhaalt heel dat circus zich in omgekeerde richting. Dat werkt perfect maar dat duurt een uur voordat iedereen weet wat er gebeurt. (letterlijk) En daar staan mannekes vanaf 6 jaar bij die alles perfect meedoen.

Het namiddagspel was iets in patrouilles. In groepen van vier patrouilles, die ter plekke werden gemixt, deden ze wedstrijden, spellekes en proeven. Er was één activiteit voor alle leeftijden. Zoiets moet problemen geven, en om de kleinste toch wat te integreren hadden onze vrienden de Ecuadorianen een aparte taak verzonnen voor elke welp (van 6 tot 10 jaar) in de patrouille: zorgen dat het ei van de patrouille niet breekt. Die klein mannen hadden dus heel de namiddag niks anders te doen dan een ei vasthouden. Maar wat erger was, er werd wel verwacht dat ze alsnog meededen met de (soms wilde) activiteiten, met als gevolg dat die eieren al snel sneuvelden en dat die klein mannen dat gedaan hadden natuurlijk.
Het geheel is me wat ontgaan, ik was namelijk vrijwilliger om een spel mee te begeleiden, wat trouwens nog niet al te simpel was. Degene die ons het spel uitlegde bleek de regels zelf niet helemaal te snappen. “daar zulde nog iets op moeten verzinnen dan” En toen het mijn beurt was mocht ik eerst nog een open veld gaan zoeken met de mannen, want een terreinverdeling daar hadden ze niet aan gedacht. Verder was het een groep van vier patroullies (40 man) die elkaar niet kenden en op een chaotisch moment allemaal dachten dat er wel ergens een patrouille aan ´t vals doen was en dat dan door elkaar in het Spaans met accenten van over heel Ecuador aan mij kwamen vertellen. Crisismanagment leerde hier ook. Ik was echt content als mijn spel gedaan was.

Ik heb voor de eerste keer moeilijke momenten gehad. In die gigantische massa was ik verantwoordelijk voor mijn ploeg caminantes. Maar ik ken die tradities niet, de fluitsignalen niet, de taal niet volledig, ... In de grote formaties gaf dat soms problemen. Kleine problemen voor mij, niks onoplosbaar, maar ik vermoed grotere problemen voor hen, want dat moet allemaal perfect zijn. Die formaties en procedures zijn zo moeilijk niet, maar ge krijgt dat toch zomaar niet onder de knie. En die mannen snappen dat niet, want voor hun is dat doodnormaal - en ik ben toch ook scout? Die kunnen zich soms moeilijk voorstellen dat dat bij ons allemaal anders is en dat ik voor sommige dingen tijd nodig heb. En dat heb ik mij efkes serieus aangetrokken. Dat werd dan nog versterkt door de - weer relatief kleine - moeilijkheden tijdens het spel dat ik begeleidde. Pakt dat ik deze keer dan toch uiteindelijk ne cultuurshock vasthad, het werd efkes te veel. Ik ben vijf minuten (er was geen tijd) in de tent moeten gaan zitten om te denken - zoiets doe ik anders nooit - en toen kon ik er terug wat tegen, min of meer.
Ik had altijd problemen verwacht door naar Ecuador te komen, maar de cultuurverschillen zijn veel kleiner dan gedacht. Uitgerekend in mijn eigen vereniging heb ik het uiteindelijk zitten.

Op ´t einde, na dat chaosspel, was er tijd over en hebben ze nog wat dinámicas gedaan. In België (en bij de scouts) zouden wij dat chirospellekes noemen, maar hier is dat dikke feest, vollembak onnozel doen, veel met zingen en dansen.

´s Avonds kampvuur, met nummerkes. De nummerkes waren eigenlijk allemaal een soort van yells, publieksopwarmers, één per district. (gouwen bestaan hier niet) Een blitzbezoek en kort woordje van de vice-voorzitter van het wereldverbond ook, pakkend.

Ik was een half uur eerder dan mijn leden in mijnen tram gekropen (ik weet wat het is om om half 6 op te staan op kamp) en toen ze aankwamen werd ik vriendelijk gevraagd om buiten te komen, ookal sliep ik al half. We hadden namelijk een meiske bij en die ging zich eerst omkleden. Aanpassen aan de cultuur dan maar.
Ik was nogal moe en kroop in mijn onderbroek de tent uit: aanpassen heeft ook grenzen.

Foto´s: Dag 1 http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/XXIIIConferenciaInteramericanaQuito2007

De volgende morgen moesten we om half zes opstaan, we moesten namelijk om ZES uur de bus op om naar het monument op de evenaar te vertrekken, voor de slotceremonie van de Interamericaanse Conferentie. Als we te laat waren konden we niet deelnemen want er zou vlak na onze doorkomst een marathon vertrekken op de weg die wij moesten nemen. Tegen ZEVEN uur stapten we op, la hora (uur) Ecuatoriana noemen ze dat hier. En op één of andere manier krijgen ze dat dan toch altijd opgelost, via een achteringang van het domein deze keer.Een indrukwekkend zicht trouwens, een colonne van een 15 a 20-tal bussen onder politiebegeleiding door Quito.

Met 600 man vormden we een erehaag voor de delegaties richting het monument op de evenaar, met vlaggen en heel de nest, ge kent dat. Pakkend en hartelijk tegelijk; alle scouts strak in het gelid en dan van die hoge piefen die passeren achter nationale vlaggen en handjes komen geven gelijk de koning. Daarna sloten de scouts aan en vormden we twee enorme concentrische cirkels rond het monument, voor de ceremonie. Door een speling van het lot stond ik op de centrale plaats in de buitenste cirkel bij de belangrijke mannen van Ecuador – “de nationale ploeg” – waar ik er intussen al een heel deel van ken, door gastvrijheid en nationale activiteiten. Kortom, ik had het wederom dik getroffen.

Op het einde van de ceremonie volgde een informeel kennismaken met alle delegatieleden. Ik denk dat ik daar zowat de enige scout van Ecuador was die fatsoenlijk met niet-Spaanssprekenden kon praten, dus ik had nogal vrij spel. Klapkes doen, foto´s trekken, badgkes wisselen, ik voelde mij bijna terug op jamboree. Het unieke was echter dat ik deze keer ook bij de gewilde gasten behoorde en bijgevolg zelf ook regelmatig bij op de foto moest. En ik werd ook regelmatig gevraagd om een insigne van mijn hoed of mijn (Belgische nationale) das te wisselen. Dat kon ik helaas niet omdat ik hier in Ecuador nog geen belofte gedaan heb en bijgevolg geen andere das krijg, maar ook omdat dat ik hier mijn enige overgebleven jamboreedas draag. (ja ge moet dat meegemaakt hebben om dat echt te snappen, dat is eigenlijk allemaal heel eenvoudig, maar een ongelooflijke ervaring)

Bij het vertrek heb ik affiches uitgedeeld voor Flamboree 2009, de tweede Vlaamse internationale jamboree en nog van een paar groepen stickers en een vlagske gekregen. Verder heb ik nog een Ecuadoriaanse voetbalmuts gekregen van een van de rovers (JINs) uit de zes. Die mannen willen altijd gepassioneerd hun appreciatie laten blijken en dat leidt soms tot grappige toestanden, in mijn ogen. Die van de eerste Fenix uit Milagro gaven mij zelfs nen enormen ananas mee, die ik dus moest meesleuren naar Cuenca.

Voordat we vertrokken naar Cuenca zijn we eerst nog eens in het Hilton van Quito gaan rondneuzen. Daar ging de conferentie door en dus keken ze niet vies als we daar met scoutsuniform binnen en buitenliepen. (en profiteerden van de gratis degustaties!) Ze kunnen het nogal hebben, die internationale jongens. Dat lijkt me nog wel een plezant jobke. Ik heb daar ook mijn begrotingsoverschot voor het weekend opgekocht aan badgekes voor het kampvuurdeken en pins voor den hoed.

Foto´s: ceremonie op de evenaar en de internationale gasten http://picasaweb.google.co.uk/ecuador.november/ConferenciaII

Tegen half vijf zaten we op de bus, tegen half drie ´s nacht komen we aan in Cuenca. Extreem content.

Ik ben de zondag trouwens nog twee man tegengekomen die nog altijd voor hun ei van het spel van zaterdag aan ´t zorgen waren. Toegeweide jongens, die ...

4 opmerkingen:

Eef zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Eef zei

Bennos, ge hebtos dat daaros nogal eens klaargespeeldos. Hoe doedos ge datos toch altijdos? (Ik oefen ook op mijn Spaans, fier?) Diejen hoed op 't einde vond ik er eerlijk gezegd toch wat over, ik snap niet dat ze daar in Ecuador voor vallen. Ge weet u daar goed te redden precies, goe bezig joh, maar ziet maar dat ge uzelf nie voorbij loopt en gaat zo maar eens ne keer meer 5 minuten zitten (en denkt dan ook es aan mij enzo, dat helpt). I hope you have the time of your life. xxx

ma zei

Amaai, mooie foto's. Ik zie dat je het goed maakt. Ik merk zelfs op die foto met het worstenbrood dat je implantaat nog goed zit. Houden zo!
Liefs

Thomas zei

damn...... VET! Ik ben stikjaloers op u :)